Titel

Padre Pio en het concept heiligheid

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 8 November, 2006)

Samenvatting

Titus Rivas biedt een beknopt overzicht van het leven van de katholieke volksheilige Padre Pio als illustratie van het concept heiligheid.


Tekst


Padre Pio en het concept heiligheid

door Titus Rivas

Inleiding
Mijn ouders waren begin jaren '60 vast van plan met elkaar te trouwen. Mijn vader is echter Spanjaard en hij had al een tijd lang geen werk kunnen vinden in Nederland, zodat hij vreesde niet bij mijn Nederlandse moeder te kunnen blijven. Daarom bezochten ze samen de Nijmeegse kapel die gewijd is aan de rector en anti-fascistische publicist Pater Titus Brandsma. Ze vroegen om zijn voorbeden opdat mijn vader een baan mocht vinden. Daarbij deden ze de belofte dat hun eerste kind vernoemd zou worden naar Pater Titus. Op deze manier kreeg ik in 1964 mijn eerste doopnaam en tevens roepnaam. Vooral op de lagere school heeft me dat heel wat vulgaire scheldpartijen gekost door de associaties die de naam in het Nederlands nu eenmaal oproept. Toch heb ik nooit overwogen om mijn voornaam te veranderen. De naam verbond mij namelijk met de persoonlijke geschiedenis van mijn ouders en bovendien met een mysterieuze verering van de "heilige", ook al was hij dat officieel niet eens, Titus Brandsma. Inmiddels ben ik geen belijdend christen meer, maar het concept heiligheid boeit me nog steeds. Aan de hand van een andere bekende figuur binnen de Rooms-Katholieke traditie, Padre Pio, wil ik het in dit artikel nader verkennen.

Padre Pio
Oorspronkelijk heette deze opmerkelijke man natuurlijk anders (Pio is zijn kloosternaam), namelijk Francesco Forgione. Hij werd geboren op 25 mei 1887 te Pietralcina, Italie. Zijn ouders waren doodarm en van boerenafkomst. Als kind was Francesco rustig en diep godsdienstig; vloeken kon hij niet verdragen en wanneer hij de mensen de naam van God, Jezus of Onze Lieve Vrouw oneerbiedig hoorde gebruiken, sprongen de tranen hem in de ogen. Op wat oudere leeftijd onttrok hij zich aan spelen of ruzies met klasgenoten en was hij bedeesd en teruggetrokken. Van zichzelf zegt hij, dat hij in zijn jeugd een "maccherone senza sale" (een zouteloze slungel) was. In zijn schooljaren als leerling aan het seminarie der capucijnen, viel hij op door zijn grote goedheid en eenvoud. De overste merkte eens op: "Die jongen schijnt de regel beter te onder- houden dan wij!". In die tijd deden er zich overigens verschijnselen voor die in de huidige parapsychologie worden aangeduid met termen als poltergeist of RSPK (recurrent spontaneous psychokinesis). Deze gingen gepaard met beelden van duivels. Hierover schrijft een biograaf, Charles M.Carty: "De cel van Padre Pio kreeg vaak bezoek tijdens zijn afwezigheid, en dan vond hij meestal een verschrikkelijke wanorde, zijn boeken verscheurd, de dekens over de grond gesmeten en inktspatten op alle muren. Dit was evenwel nog niet alles, want heel vaak zag hij zich plotseling omringd door afzichtelijke monsters, die hem beledigingen toebeten en hem tot een gevecht uitdaagden. Soms waren de duivels vermomd als monniken." Op 10 augustus 1910 werd hij tot priester gewijd in de kathedraal van Benveniste, op 23-jarige leeftijd. Vanaf 1915 deden zich de paranormale fenomenen voor die door katholieken van oudsher in verband worden gebracht met heiligheid. Begin september dat jaar ontving hij zijn beroemde stigmata, die onder meer bestudeerd en beschreven werden door de Romeinse arts Dr. Festa. In de eerste wereldoorlog werd hij als soldaat ingedeeld bij de medische troepen. Ofschoon het soldatenleven hem tegenstond, klaagde hij er niet over, en volbracht hij alles wat men hem had opgedragen. Na deze oorlog werd zijn naam als mysticus met wonderbaarlijke gaven erg bekend in Italie, maar ook daarbuiten. Van heinde en verre kwamen er dagelijks vele mensen op hem af, om zich door hem de biecht af te laten nemen. Ook ontving hij vele duizenden brieven waarin hem om raad werd gevraagd. Talrijke mensen voelden zich door hem gesterkt en zijn liefdevolle vriendelijkheid en medeleven maakten zijn vriendschap hartverwarmend. Hij was ook gezegend met een sterk gevoel voor humor, en kruidde zijn gesprekken met geestigheden, zelfs tot in de biechtstoel. Door de vele giften die Padre Pio van zijn volgelingen kreeg, kon hij uiteindelijk een ziekenhuis laten bouwen dat de naam "Casa Sollievo della Sofferenza" kreeg. Het bezat allerlei afdelingen, o.a. voor chirurgie, radiologie, gynaecologie, enz.

Controverse
De katholieke kerk staat in het algemeen tamelijk sceptisch tegenover claims die er rond "volksheiligen" de ronde doen. Het staat ook vast dat Padre Pio de aanleiding is geworden voor de meest fantastische legenden en volkomen verzonnen verhalen over zijn leven en werken. Op zijn naam verschenen ontelbare dubieuze voorspellingen en anonieme boeken en geschriften, die een gretig afzetgebied vonden in Europa en Amerika. Sommige boeken, waarin de schrijvers zover gaan dat ze Pio al tijdens zijn leven heilig verklaren, werden op de Index van het Vatikaan geplaatst. In 1961 ontstond er een andere, eveneens voorbijgaande controverse rond Pater Pio. Hijzelf en met name zijn aanhangers werd ervan verdacht gelden te verduisteren en materieel gewin boven spirituele doeleinden te stellen. Als gevolg daarvan mocht Pio een tijdlang de mis niet lezen. Een zogeheten apostolisch visitator, een onderzoeker van het Vatikaan, ene Mgr. Maccari, was op dwaas devotionalisme, geloofsfanatisme en massahysterie gestoten, gepaard aan grote financi?le belangen. De opeenvolgende pausen stonden verschillend tegenover de figuur van Padre Pio. Reeds Pius X maakte zich bezorgd over de heiligenverering rond Pio en wilde de devotie indammen. Paus Pius XII eerde hem, Johannes XXIII geloofde er niet zoveel van, en Paulus VI aanvaardde Padre Pio weer. Op 23 september 1968 overleed Padre Pio in Pietralcina op 81- jarige leeftijd. Hij leed aan acute bronchitis en zat in een ziekenhuis. Zijn begravenis werd bezocht door zo'n 100.000 mensen. Paus Johannes Paulus II ijverde eind jaren '80 voor zijn zaligverklaring. De inwoners van Giovanni Rotondo hebben sinds zijn dood altijd gewild dat hij snel heilig werd verklaard om Italie eindelijk zijn grote moderne bedevaartsoord te bezorgen. Dat is op 16 juni 2002 uiteindelijk ook gebeurd.

Wonderlijke tekenen
Naast de al genoemde stigmata, ontving Padre Pio volgens zijn biografen nog allerlei andere tekenen die getuigden van de bijzondere band die hij bezat met het Hogere. Onder andere wordt van hem beweerd dat hij de gave van genezing had, dat hij sterk telepathisch was, dat hij zich op twee plaatsen tegelijk vertoonde (bilocatie), dat hij asitisme bedreef (hij leefde alleen van de hosties), dat hij in de toekomst kon schouwen, en dat hij zich onzichtbaar kon maken. Ook worden er veel genezingen door middel van bidprentjes, brieven, en dergelijke gemeld die volledig passen in de volkse verering van "heiligen" binnen de katholieke traditie. Een voorbeeld van een genezing wordt beschreven in het Katholieke Nieuwsblad van 7 februari 1989. Het betreft een bekende van de huidige Paus, voor wie hij als Mgr. Wojtyla in 1962 schriftelijk de voorspraak vroeg van Padre Pio. Deze Wanda Poltawska, die leed aan keelkanker in een vergevorderd stadium, werd 10 dagen daarna wonderbaarlijk genezen.

Pio de mysticus
Hoewel Padre Pio vaak wordt geschetst als eenvoudige, bijna ruwe pater, komt uit zijn eigen geschriften de klassieke katholieke mysticus naar voren, die in lijden en opoffering de weg ziet tot zijn God. Dit kwam ook naar voren tijdens het vieren van de mis. Zijn gelaat ondervond daarbij een duidelijke verandering en hij verkeerde in extase. Hij onderging een zogeheten mystieke dood, terwijl hij zich vereenzelvigde met de lijdende en stervende Jezus van Nazareth. Overigens is deze vereenzelviging ook de bron van zijn stigmata. Naast een charismatische wonderdoener was Padre Pio eigenlijk nog meer een geestelijk vader, juist vanuit zijn mystieke gerichtheid. Dit uitte zich ook in wijze uitspraken. Een voorbeeld daarvan, kan men lezen bij M.Carty, bladzijde 159: "Iemand beklaagde zich bij Padre Pio, dat het besef van zijn eigen zonden hem zo ontzettend neerslachtig maakte. De Padre antwoordde hem: "Wat u daar beschrijft is gekwetste trots. Het is de duivel, die u dit gevoel ingeeft; het heeft niets te maken met echt berouw." De penitent antwoordde: "Maar, Padre, hoe kan ik dan weten wat van God komt en wat van de duivel? "U zult het altijd kunnen herkennen", was het antwoord, "aan het volgende: De Geest van God is een Geest van vrede, en zelfs in het geval van een zware zonde zal die in ons een droefheid opwekken, die kalm is, nederig en vol vertrouwen. Dat is de barmhartigheid van God. De geest van de duivel daarentegen brengt opwinding en wanhoop teweeg. In dat geval heeft ons berouw meer weg van een woede jegensons zelf, terwijl hier de liefde allesbeheersend zou moeten zijn. Die staat van opwinding en grote onrust komt dus zeker niet van God, die door Zijn Geest alleen maar vrede brengt."

De katholieke kerk en het "heilige"
We mogen constateren dat de katholieke kerk mensen zalig of heilig heeft verklaard, die het geenszins lijken te zijn geweest. Een recent voorbeeld daarvan was de zaligverklaring van Escriva de Balaguer, de oprichter van Opus Dei, een uiterst reactionaire beweging met dubieuze politieke sympathieen. Maar dit is duidelijk niet wat ik in dit artikel nader wil belichten. Ik ben zelf geen gelovig katholiek meer en heb me innerlijk voldoende van de kerk losgemaakt om geen rancuneuze preoccupatie rond dit instituut te voelen. Waar het mij hier dan ook om gaat, is niet of de kerk de juiste mensen heilig of zalig verklaart, maar wat er bedoeld wordt met het concept "heilige" en "heiligheid" en of we hier ook los van de katholieke traditie iets aan kunnen hebben. De "heilige" zou door een speciale genade van God een bijzondere band hebben met zijn schepper. Hij of zij is daarom in staat wonderen te doen, en te dienen als voorbeeld voor andere mensen. Zijn of haar leven kenmerkt zich door opoffering, strijd tegen het kwaad, en toewijding aan de godheid.

Het "heilige" in andere tradities
Onder evangelische christenen wordt de verering van katholieke "heiligen" vaak gezien als bijgeloof. Iedereen die Christus zou navolgen, alle christenen dus, zijn voor deze protestantse stroming "heiligen". Met andere woorden, de term "heilig" verliest zijn onderscheidende functie. Het is dan ook niet interessant om daar verder bij stil te staan. Ook bij andere religies, bij Joden en moslims, bij hindoes en boeddhisten, kent men een begrip van heiligheid. Bij hindoes kent men bijvoorbeeld begrippen als saddhu's en yogi's die net als Padre Pio streven naar mystieke eenheid met de godheid, wonderlijke vermogens bezitten, en een charismatisch vermogen om de mensen te onderrichten in hun wijsheid. Een voorbeeld van een in het Westen populair geworden "heilige" hindoe is Paramahansa Yogananda. Onder boeddhisten is er daarnaast geen sprake van een weg tot een godheid, omdat de boeddhisten in de uiteindelijke zin athe?sten zijn. Maar ook bij hen ziet men de wonderlijke vermogens en de weg van onthechting van het aardse leven naar de staat van verlichting (nibbana). Zo wordt natuurlijk Boeddha zelf opgevat als "heilige", maar ook boddhisatva's zoals Padmasambhava. Ook de Dalai Lama, van de Tibetaanse boeddhisten, heet in het Engels "His Holiness". Zelfs bij natuurvolkeren kent men het concept heiligheid in zekere zin. Net als Padre Pio ondergaan shamanen beproevingen, hebben ze wonderlijke vermogens en fungeren ze als genezers en raadgevers, die in contact staan met een hogere wereld. Een contemporaine variant hiervan zien we bij de Westerse paragnosten die zich na een periode van poltergeist verschijnselen en andere problematiek, net als Padre Pio wederom, wijden aan een leven als genezer en counselor. Vele, zo niet de meeste paragnosten, verwijzen daarbij ook naar een speciale band met een hogere entiteit, een godheid, of andere geestelijke wezens.

Gevaarlijke kanten aan het navolgen van "heiligen"
Zelfs de Rooms-Katholieke Kerk erkent dat er risico's verbonden zijn aan het vereren en navolgen van "heiligen". En dan bedoel ik niet het gevaar van verkapt (onchristelijk) polytheïsme dat van oudsher met heiligenverering in verband wordt gebracht. Het gaat om het onvoorwaardelijk verheerlijken van de persoon van de "heilige", zodat deze een ongezonde macht krijgt over het leven van zijn of haar vereerder. In allerlei sektes is dit aan de orde van de dag geweest, en het kan leiden tot verstandsverbijstering, vervreemding van andere mensen, geweld en zelfs zelfmoord. In de verte kan men zelfs de verering die Adolf Hitler onterecht ten deel viel hieraan relateren, of de kritiekloze hysterie van groupies bij popidolen. Padre Pio wees trouwens zelf een keer op dit gevaar. Zijn biograaf Mac Carty meldt hierover met name het volgende (bladzijde 161): 'Een meisje, een van zijn geestelijke kinderen, kwam op een goede dag met de volgende klacht bij hem: "Padre, ik geloof dat ik meer van u dan van Jezus houd". Padre Pio antwoordde niet en gaf haar alleen de absolutie. Enige dagen later kwam het meisje, net als alle andere pelgrims, in de sacristie zijn hand kussen. Opeens gaf de Padre haar op bevelende toon opdracht naar het dorp te gaan en tegen een bepaalde persoon iets heel geks te zeggen. "Maar, Padre, dat zou ik nooit kunnen doen." Padre Pio hield aan: "Ik beveel het je uit naam van de gehoorzaamheid". Het meisje was volkomen van haar stuk door die vreemde opdracht, maar ging er toch niet op in. Toen de Padre zag, dat zij er van overtuigd was, dat het verkeerd was, wat hij haar had opgedragen, zei hij: "Zie je nu, dat je meer van Jezus houdt dan van mij? Zie je, dat je aan God gehoorzaamt en niet aan mij, wanneer ik je iets beveel, dat kennelijk in strijd is met de wil van God? Ben je nu overtuigd?" Een ander risico is dat men door heiligenlevens de indruk krijgt dat men om een goed mens te zijn, zichzelf helemaal zou moeten wegcijferen en zichzelf volkomen onbelangrijk zou moeten vinden. Wat dat betreft, werd ik getroffen door een uitspraak van Moeder Theresa van Calcutta. Ze zei dat de zusters die met haar samenwerkten, blijmoedig moesten zijn, dus van het leven moesten houden. Ze moeten kunnen glimlachen en lachen. Denk ook weer aan Pio's gevoel voor humor. De liefde moet dus ook jezelf gelden, niet alleen de ander. Waar de nadruk eenzijdig wordt gelegd op altruïsme, krijg je alleen maar verbittering en robot-achtige plicht doordat men het eigen geluk verwaarloost. Ook de mens zelf moet tot bloei mogen komen, dat is zelfs je eerste verantwoordelijkheid. Het is beter om niets over "heiligen" te lezen als je daardoor schuldgevoelens zou krijgen over je eigen behoeften aan geluk. Er is met zekerheid niets heiligs aan een gefrusteerde, ongelukkige zuurpruim die zonder vreugde zijn koude plichten vervult. Sterker nog, dit type "schijnheilige" is met zijn verkramptheid een gevaarlijke voedingsbodem voor meedogenloos fanatisme.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Prana, 98, 14-18, 1996/1997.

Spiritualiteit, vrijheid en engagement

Contact: titusrivas@hotmail.com