Titel

Geesten met of zonder lichaam - Voorwoord

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 15 November, 2006)

Samenvatting

Voorwoord van het boek 'Geesten met of zonder lichaam' van drs. Titus Rivas


Tekst

 

Voorwoord
Verontrustend genoeg zijn er tegenwoordig nog steeds bijzonder veel mensen die een redelijk, rationeel wereldbeeld gelijk stellen aan materialisme. Dat uit zich op twee manieren: alleen voor materialistische theorieën zou gelden dat ze rationeel kunnen zijn en alle niet-materialistische theorieën zouden automatisch irrationeel zijn. Materialisten hebben zich zo grotendeels de rationele filosofie en wetenschap toegeëigend. Materialistische projecten zouden daarom de exclusieve aandacht van intellectuelen verdienen, of het nu de zijnsleer, de psychologie of de neurologie betreft. De mogelijkheid dat het materialisme juist om rationele redenen zelf niet deugt, wordt door velen nauwelijks serieus genomen.
Bizar genoeg is deze status quo voor een belangrijk deel het gevolg van een van de rails geraakt programma van René Descartes. Hij stelde namelijk dat alle dieren (anders dan mensen) onbezielde machines zijn zonder bewustzijn of gevoel. Dit cartesiaanse beeld van dieren werd door filosofen als Lamettrie maar ook door de hedendaagse denker Dennett eveneens op mensen toegepast. Nu is het op zich nog niet zo vreemd dat denkers op een dergelijk cruciaal punt de mist in zijn gegaan, maar toch wel dat hun voorbeeld door zoveel mensen bijna kritiekloos wordt gevolgd. Veel zogeheten ‘rationalisten’ beschouwen het materialistische beeld van mens en dier tegenwoordig namelijk als een onmisbaar onderdeel van de standaard intellectuele bagage.

Niet alleen draagt het materialistische wereldbeeld ten onrechte de titel ‘rationeel’, velen hebben zich juist om die reden van de rationalistische methode afgewend. Ze wijzen de rede (het redelijk denken) af als geschiktste methode om tot deugdelijke inzichten over de werkelijkheid te komen, omdat ze met de materialisten van mening zijn dat rationaliteit tot een materialistisch wereldbeeld zou leiden. Er is volgens deze anti-rationalisten geen sprake van een denkfout in het materialisme, maar van een vervreemding van intuïties die de rede tegenspreken.

Er is echter nog een andere stroming die tegen het materialisme ingaat. Dit is de stroming van het hedendaagse neocartesiaanse dualisme dat net als Descartes staande houdt dat de mens geen geheel en al materiële machine is. De mens beschikt over een bewustzijn, over gedachten en gevoelens die bij voorbaat op geen enkele manier te beschrijven zijn in materialistische terminologie. Deze nieuwe dualistische stroming maakt er, net als het materialisme, aanspraak op bij het rationalisme te horen.

In dit werkje kijken we zowel naar de filosofische argumenten die men als rationalist kan leveren voor een niet-materialistisch wereldbeeld, als naar de ruimere consequenties daarvan.

Overigens ben ik over het algemeen een voorstander van het poneren van duidelijke stellingen. Stelligheid is volgens mij zelfs een voorwaarde voor een rationeel debat. Het doen van al te voorzichtige en onnodig onzekere uitspraken leidt namelijk al gauw tot een soort immuniteit voor redelijke kritiek en blokkeert zo de intellectuele vooruitgang. Aldus moet men in de filosofie twee uitersten vermijden wat dit betreft: de Scylla van de dogmatiek (dat wil zeggen het soort stelligheid dat zich niet laat corrigeren door argumentatie) en de Charybdis van de vaagheid. De ideale filosofische stijl kenmerkt zich volgens mij door stelligheid gekoppeld aan corrigeerbaarheid, d.w.z. aan het openstaan voor redelijke argumenten en aan een besef van de persoonlijke feilbaarheid van de filosoof.

Aan het eind van deze verhandeling heb ik overigens een verklarende filosofische woordenlijst opgenomen voor het geval de lezer bepaalde termen niet direct kan plaatsen.

Voor dit boek ben ik de volgende mensen erkentelijk: drs Marlies de Jonge, drs Roland Hoedemaekers en dr Hein van Dongen, die (delen van) het manuscript kritisch hebben gelezen, Anny Dirven, die het gecorrigeerd, geprint en verzonden heeft, en verder mijn moeder Corrie Rivas-Wols, Hicham Karroue, drs Pieter van Wezel, Gerard M., Hafid Laaguid, dr B. Shamsukha, dr Jamuna Prasad, dr Ian Stevenson, dr K.S. Rawat, Mary Rose Barrington, M.A, dr John Beloff, David Chalmers, Ray Jackendoff, Marleen Oosterbaan, Pierre Rezus, Bernadette Raymakers, drs Marcel Engeringh, drs Frans van Dorp, drs Bob van Dorp, dr René Marres, Marleen Drijgers, drs Esteban Rivas, drs Louis de Windt, dr Frans Gieles, Chris Canter, drs Rob de Vries en dr René van Hezewijk, voor hun inspiratie en/of morele ondersteuning. Tijdens het schrijven ervan heb ik ook nog veel steun gehad aan mijn huisdieren Cica, Guusje, Jerry en Takkie.

Titus Rivas

Nijmegen, juli 2002



- Inhoudsopgave

- Hoofdstuk 1

-