Titel

Woordenlijst bij Geesten met of zonder lichaam

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 15 November, 2006)

Samenvatting

Filosofische woordenlijst bij het boek 'Geesten met of zonder lichaam' van drs. Titus Rivas


Tekst

 

Filosofische woordenlijst

Hieronder worden de voornaamste termen uitgelegd in de betekenis die ze in dit boek dragen.

- analogieredenering: redenering waarbij men bij de aanwezigheid van bepaalde vormen van gedrag of neurologische processen bij dieren concludeert dat er vergelijkbare subjectieve ervaringen bij die dieren optreden als bij mensen met vergelijkbare gedrags- of neurologische kenmerken.

- axiologie: waardenleer.

- cartesiaans: behorend bij of afgeleid van de filosofie van René Descartes of diens volgelingen.

- cognitief: betrokken bij denkprocessen of herinnering.

- dualisme: (hier) stroming die stelt dat lichaam en geest niet herleid kunnen worden tot elkaar, maar behoren tot twee verschillende domeinen.

- ego: zelfbeeld.

- eliminatie-materialisme: hier grotendeels gebruikt als synoniem voor reductionisme, waarbij het concept van een subjectieve geest echter niet wordt gereduceerd wordt tot de neurologie, maar totaal geëlimineerd uit het wereldbeeld.

- emergentie-materialisme of emergentisme: (hier) synoniem voor holisme, waarbij emergentie staat voor het opduiken van de geest uit de materie.

- epifenomenalisme: stroming die stelt dat de geest een bijverschijnsel (epifenomeen) is van de hersenen dat geen invloed uitoefent op de werkelijkheid.

- ethiek: filosofische leer van het goede handelen en leven.

- functionalisme: stroming die stelt dat geest een term is voor ‘cognitieve’ processen in systemen zoals computers of hersenen.

- geest: abstracte term om het innerlijke leven mee aan te duiden, dat wil zeggen de totaliteit van onze subjectieve ervaringen; soms ook gebruikt als synoniem voor subject.

- holisme: stroming die stelt dat de geest een onreduceerbaar maar wel ‘lichamelijk’ voortbrengsel of aspect is van een complex materieel systeem.

- idealisme: stroming die stelt dat alles wat er bestaat bij een geestelijk domein hoort van subjecten en hun innerlijk leven. De fysieke wereld zou volgens het idealisme op zichzelf niet bestaan.

- identiteitstheorie: stroming binnen het materialisme die stelt dat er wel een geest is maar dat die samenvalt met een deel van de hersenen of van de hersenactiviteit.

- illusie: een verkeerde indruk of waan(concept). Bijvoorbeeld: “de materie is een illusie” geeft aan dat niet echt bestaat maar we dat alleen maar zo ervaren of denken.

- impersonalisme: stroming die het bestaan een persoon die zichzelf door de tijd heen gelijk blijft verwerpt.

- incarnatie: tijdelijke maar duurzame verbinding tussen een subject en zijn lichaam of brein, doorgaans voor de duur van een fysiek leven.

- interactionisme: stroming die stelt dat er een wisselwerking bestaat tussen lichaam of materie en geest.

- materialisme: stroming die stelt dat alles wat er bestaat een uitingsvorm van de stof of materie is.

- neocartesiaans: behorend bij een filosofie die belangrijke inzichten met de cartesiaanse filosofie deelt maar daar op punten toch vanaf wijkt.

- ontologie: filosofische zijnsleer oftewel leer over het domein of de domeinen waar al het bestaande in ingedeeld moet worden.

- panentheïsme: vorm van theïsme die stelt dat de hele werkelijkheid zich ‘in’ godheid bevindt, dat wil zeggen dat alles een aspect van God is.

- panexperiëntialisme: zie panpsychisme.

- panpsychisme: stroming die stelt dat alle fysieke verschijnselen gepaard gaan met, of in ultieme zin reduceerbaar zijn tot, een meer of minder complexe vorm van geest. Soms ook aangeduid als panexperiëntialisme.

- pantheïsme: vorm van theïsme die stelt dat er geen verschil bestaat tussen de realiteit en God.

- parallellisme: stroming die stelt dat alle geestelijke processen parallel lopen aan bepaalde hersenprocessen en dat er geen wisselwerking bestaat tussen lichaam en geest.

- personalisme: stroming die uitgaat van het bestaan van een persoon die zichzelf als subject door de tijd heen gelijk (‘dezelfde’) blijft.

- persoon: synoniem voor subject, meestal gebruikt voor menselijke subjecten.

- persoonlijkheid: de min of meer stabiele structuur van de geest van een subject.

- property-dualisme: stroming die de geestelijke, niet-fysieke aard van subjectieve ervaringen als zodanig erkent, maar dergelijke ervaringen toch beschouwt als onstoffelijke aspecten van een brein.

- psychisch geheugen: geheugen waarin alle herinneringen en concepten opgeslagen liggen die niet uitputtend weergegeven kunnen worden in kwantitatieve termen.

- psychische natuur: geheel van principes waaraan geestelijke processen van nature gehouden zijn.

- rationalisme: stroming die vertrouwen stelt in de methode van de rede oftewel het redelijke denken.

- reductionisme: stroming binnen het materialisme die stelt dat alles (inclusief de subjectieve geest) herleid kan worden tot de anorganische materie.

- solipsisme: stelling dat alleen de persoon zelf een subject is.

- subject: instantie die alle subjectieve ervaringen ondergaat.

- theïsme: stelling dat er een godheid bestaat die de wereld geschapen heeft en daar in principe ook in kan ingrijpen.

- universalia: universele kenmerken, bijvoorbeeld binnen de psychologie, axiologie of ethiek.

- vitalisme: stroming die stelt dat er bij het biologische leven een niet-fysiek levensprincipe komt kijken, dat soms gelijkgesteld wordt aan een ziel.

- ziel: synoniem voor geest.

- Inhoudsopgave

- Literatuur