Titel

Een BDE en beelden uit het verleden

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 10 February, 2006)

Samenvatting

Een vrouw beleefde na de geboorte van haar zoon een bijnadoodervaring door bloedverlies. De dag daarop kreeg zij een visioen van haar zoon als doodgeschoten jongeman. De auteurs verbinden deze ervaringen met de literatuur over BDEs en reïncarnatie.


Tekst


Een BDE en beelden uit het verleden: Ervaringen van de familie Leefkens

door Titus Rivas en Anny Dirven(1)

Inleiding
In oktober 2004 stuurde auteur Marja Lensink-Dorst ons een verhaal dat gebaseerd was op een brief van MevrouwYvonne Leefkens. Naar aanleiding daarvan zochten wij zelf ook telefonisch contact met Mevrouw Leefkens. We namen haar verhaal in grote lijnen met haar door en maakten vervolgens een afspraak in de restauratie van het Centraal Station te Arnhem. Yvonne en haar man Hans Leefkens vertelden ons daar op 26 november 2004 uitvoerig over hun bijzondere ervaringen. Deze omvatten zowel een bijna-doodervaring van moeder Yvonne, als ervaringen rond en van zoon Fabio gelieerd aan een mogelijk vorig leven. We verwerkten hun verhaal in een verslag dat door het echtpaar zelf nauwkeurig op fouten is gecontroleerd en aangevuld. Uiteindelijk stelden we Fabio zelf een aantal vragen via e-mail, die hij begin april 2005 beantwoordde.

Yvonnes BDE
Yvonne komt uit een gezin met een katholieke vader en een van huis uit atheïstische moeder die katholiek was geworden. Tot haar negende zat ze op een katholieke school, waar heel veel lichamelijk geweld voorkwam in de vorm van lijfstraffen. Zelf vond ze het katholieke geloof als kind al flauwekul, waarschijnlijk onder invloed van haar moeder en opa. Ze was atheïstisch georiënteerd en geloofde nergens in. Yvonne was dan ook niet voorbereid op wat ze kort na de geboorte van haar zoon zou meemaken.
De bevalling van haar zoon Fabio1 had heel lang geduurd, van donderdagavond 22 tot zondag 25 augustus 1968, om tien voor half zes ’s morgens. De placenta “was nog niet meegekomen” en werd er uitgetrokken. Opeens spoot het bloed eruit en het moest gestelpt worden. Yvonne voelde zich heel erg schokken en had het gevoel dat ze door het matras heen zou vallen, maar tot haar stomme verbazing was ze door het matras heen gezweefd, als een blaadje. Ze keek tegen de onderkant van de spiraal aan. Er kwam niemand naar haar toe en ze dacht: "Hier moet ik onderuit." Yvonne deed haar ogen dicht en toen zij ze weer open deed, zweefde ze ongeveer een meter boven haar lichaam. Ze zweefde tot aan het plafond en bleef daar hangen als een ballonnetje. Ze wou dat het bloed gestelpt zou worden. Op een gegeven moment rende de verloskundige de kamer uit om beneden een ambulance te bellen.
Yvonne zag een soort monnik in deuropening staan en ze vroeg hem door middel van gedachten wie hij was. Het antwoord luidde: "Nou, ik kom je ophalen en ik zal je begeleiden." Ze zweefde naar de hoek van de kamer, naar een stoel. Yvonne ging op die stoel zitten. Ze riep om lakens en handdoeken naar de mensen die in de kamer aanwezig waren om het bloeden te stelpen, maar tot haar ontzetting reageerde er niemand. Wel kwam de kraamzuster naar haar toe, maar deze leek tot haar verbijstering "op haar schoot te gaan zitten". In een poging de zuster erop attent te maken waar deze was gaan zitten, riep Yvonne eerst dat de zuster op haar schoot zat in plaats van op de stoel. Toen de zuster daar totaal niet op reageerde, probeerde Yvonne haar van haar schoot af te duwen. Ook dat had geen resultaat en Yvonne wilde de zuster knijpen, maar merkte daarbij dat ze met haar handen dwars door het lichaam van de zuster heen ging, waardoor haar verbijstering nog meer toenam. Het enige wat haar restte was gelaten te wachten tot de zuster zou opstaan; ze wist niet meer wat ze zou doen. Tenslotte zweefde ze weer verbaasd omhoog naar het plafond. De monnik was er nog steeds. Ze besefte nu dat ze dood moest zijn. Ze was immers buiten haar lichaam dat op het bed lag. Dat kon toch niet? Yvonne kon de gedachten van de verpleegster horen en haar zweet en angst ruiken. De kraamverzorgster dacht iets als: "Nou is dit de eerste bevalling en dan gaat de moeder nog dood ook."
Ze vroeg de monnik: "Wat is dat?" "Nou, ik kom je ophalen." Ze antwoordde: "Nou, ik wil niet mee." De monnik zei dat ze er maar rustig over na moest denken. Er stonden nog drie monniken op de trap, een bovenaan, een in het midden en een onderaan. Ze zouden assistentie verlenen als ze meeging.
Yvonne vroeg de eerste monnik: "Wie ben je dan eigenlijk? Laat je gezicht eens zien. Ben je dan opa?" "Als jij dat wilt. Dat is helemaal niet van belang."
Yvonne ging voetje voor voetje de trap af en ze kon de trap van alle kanten tegelijk zien. Het viel haar op dat ze geen vermoeidheid of pijn meer voelde.
Ze zag dat de buitendeur openstond. Hoe kon dat nou? Ze ging er naar toe en ze zag een totaal ander landschap in haar tuin dan normaal. Overal groen gras en zacht glooiende heuvels, alles was weg, alleen haar huis stond er nog. Terwijl er normaal vier woningen onder een kap waren, waarvan één huis van haar was. Yvonne stond gespannen te luisteren naar geluiden, maar er was alleen maar vrede en rust. Ze hoorde alleen de wind ruisen. Het was prachtig mooi weer. Ze hoorde verder alleen haar eigen ademhaling en het kloppen van haar hart. Er was niemand te bekennen in haar omgeving.
Ze realiseerde zich dat er een soort grens was in de buitenwereld die ze niet kende en ze dacht: "Als ik nu mijn tuin uit stap, is in een keer alles anders en kan ik niet meer terug. Ik heb net een kind gekregen, ik wil dus terug." Ze ging daarom weer naar de monnik bij de slaapkamerdeur die haar vroeg of ze al had nagedacht. Op dat moment hoorde ze haar kind huilen en toen zei ze resoluut: "Ik blijf hier." Ze zweefde over het hoofd van de monnik heen naar haar lichaam dat nog in dezelfde houding op het bed lag. De monnik zei dat ze de komende tijd hulp zou krijgen en dat hij wel een andere keer zou komen om haar op te halen. Toen Yvonne in de tuin had gestaan, was de zon helemaal over het huis heen gekomen en ze ervoer een golf van warmte en licht. Die ging niet alleen over haar heen, maar was ook in haar lichaam te voelen. Het was zo’n geweldig, fantastisch gevoel geweest dat ze eigenlijk had willen blijven.
Yvonne schokte en kwam zo weer in haar lichaam terecht. Ze deed haar ogen open en de verpleegster zei: "Daar is ze weer." Yvonne dacht: "Stom mens, ze wist niet eens dat ik weg was. Ze heeft me helemaal niet gezien of gevoeld toen ik haar kneep en van mijn schoot af probeerde te duwen." Hans kwam toen binnen met koffie.

Omgang met de BDE
Voor de bijna-doodervaring van Yvonne kenden zij of haar man Hans het woord "bijna-doodervaring" niet. Zij vertelde het verhaal in die tijd alleen aan een verpleegkundige, en kreeg als antwoord: "Dat komt door het vele bloedverlies." Verder zei ze er helemaal niets over. Toen de zuster aan de vroedvrouw vroeg hoeveel bloed Yvonne had verloren, aarzelde die even en antwoordde toen: "Een heleboel!" Yvonne vertelde Hans pas een aantal jaren later over haar BDE. Hans geloofde in die tijd niet in een leven na de dood. Hij kwam uit een atheïstisch gezin, waarin dit soort dingen allemaal niet mogelijk was. Tegenwoordig gelooft hij wel “dat er meer is tussen hemel en aarde" maar voor het gemak noemt hij zichzelf nog steeds atheïst.
Hans geloofde trouwens wel dat het om een spirituele ervaring ging toen ze hem erover vertelde. Hoewel ze zelf nooit getwijfeld heeft aan de realiteit van haar BDE, kreeg ze alleen maar skeptische reacties uit haar omgeving. Yvonne heeft later 13 jaar in de psychosociale hulpverlening gewerkt en ze vertelde een psychiater over haar ervaring, maar die wist ook niet wat het was.
Toen die BDE Yvonne overkwam wist ze dus niet wat er gebeurde. Ze had er nog nooit over gehoord of gelezen. Haar omgeving begreep haar niet, zodat ze niet durfde te vertellen wat ze had meegemaakt. Ook kon ze haar beleving niet goed vertalen naar aardse begrippen. Het heeft jaren geduurd voor ze alles onder woorden kon brengen.
Het perspectief van Yvonne en Hans op haar bijna-doodervaring veranderde heel geleidelijk. Zo ging ze ooit een keer naar een lezing van de paragnost Gijsbert van der Zeeuw en deelde haar ervaring met hem. Hij zei dat ze op het randje van de dood had gebalanceerd en dat het goed was dat ze hier was gebleven.
In die tijd lazen ze ook altijd het tijdschrift Panorama met de ouders van Hans mee. Een aantal jaren na haar BDE, rond 1975, stond daar een artikel in over bijna-doodervaringen, waarschijnlijk naar aanleiding van het onderzoek van Dr. Raymond Moody. Vanaf die tijd konden ze Yvonne's ervaring benoemen.
Hans had tevoren al wel belangstelling gehad voor dit soort onderwerpen en hij had er artikelen over gelezen, bijvoorbeeld over helderziendheid. Hij stond er in principe wel voor open en vond het wel interessant, maar onverklaarbaar. Maar ook hij had het verhaal over Yvonne’s BDE aanvankelijk niet herkend door wat hij gelezen had.
Hans heeft verder een sterke interesse in astrologie. Hij lijkt hier echt talent voor te hebben want in een paar maanden had hij hier werkbare kennis over opgedaan, alsof die kennis alleen maar hoefde te worden opgefrist. Hij heeft zich sindsdien wel verder ontwikkeld op dit gebied en zijn intuïtie is naar eigen zeggen enorm veel sterker geworden.

Na de bijna-doodervaring
Yvonne heeft na haar BDE indrukwekkende paranormale ervaringen gehad. Zo kon ze ooit een hele keuken beschrijven waarin ze nog nooit geweest was en wist ze zomaar dat iemands echtgenoot alcoholist was. Ze kreeg zelfs een keer een ingeving van een overledene, genaamd Harry, voor zijn ex-vrouw, dat "het goed was". De vrouw had zich voorgenomen geld van haar ex-man ergens voor te gebruiken, maar ze vroeg zich af of Harry dat wel goed zou vinden. Yvonne heeft vrij veel zulke ervaringen gehad, allemaal na haar bijna-doodervaring.

Beelden van een doodgeschoten jongeman
De dag na haar bijna-doodervaring, maandag 26 augustus 1968, kreeg Yvonne, terwijl haar pasgeboren baby Fabio in haar armen lag, een moment lang beelden te zien van een doodgeschoten jongeman. De man was blank en blond en hij zat helemaal onder het bloed en het zand. Hij zag er vreselijk verwond en verminkt uit. Een moment later zag ze weer gewoon de baby. Yvonne schrok heel erg van de beelden, omdat ze dacht dat het om een toekomstbeeld over haar zoon ging dat zou verwijzen naar een toekomstige oorlog en dat gaf haar een heel onprettig gevoel. Ze voelde zich er heel verdrietig over en moest huilen. De kraamzuster zei dat het kraamvrouwentranen waren, maar zelf dacht Yvonne daar natuurlijk heel anders over.
Ook deze beelden deelde ze pas jaren later met haar man Hans. Ook hij wist er geen andere invulling aan te geven dan dat het beeld waarschijnlijk was ingegeven door de (over)bezorgdheid van een kersverse moeder. Yvonne vertelde Fabio zelf pas kort geleden over deze beelden, dat wil zeggen toen hij allang volwassen was geworden. Fabio reageerde er neutraal op: "Oh, dat zal wel, dat kun je misschien gebruiken."
Fabio omschreef dit in april 2005 zelf als volgt: "Mijn moeder heeft het me wel verteld van wat ze zag vlak na de geboorte, ik was er gewoon neutraal over. Ik heb nooit raar gedaan toen mijn moeder vertelde wat er gebeurde bij mijn geboorte. Ik geloof zelf ook in die dingen."

Herinneringen van Yvonne
Hans Leefkens had een baan bij Philips als elektronicus, met zenders en ontvangers. In de periode oktober 1969 tot oktober 1970 zat hij met zijn gezin voor een Duits bedrijf in Irak. Daarvoor woonden ze in Nijkerk en ze hadden een Duitse buurman die in de Centrale Verwarming-branch werkzaam was en ontslagen was. Hij kon aanvankelijk geen ander werk vinden, maar kreeg het voor elkaar voor een bedrijf uit Dortmund naar Irak te worden uitgezonden. Daarbij hoorde de buurman dat zijn baas een elektrisch ingenieur zocht en gaf hij hem de naam van Hans Leefkens door. Fabio was nog maar net een jaar oud, en Hans had van veel collega's die in Zuid-Amerika en Saoedi-Arabië zaten, gehoord dat dit een ideale leeftijd was om naar het buitenland te gaan. Ze woonden in het voormalige Ninivé, dat nu bekend staat als Mosul, en beleefden er over het algemeen een boeiende, positieve tijd. Vaak deden ze mee met feesten ter gelegenheid van besnijdenissen of huwelijken. Wel hadden ze een keer nare ervaringen op een Koerdisch feest. Al met al bleven ze er ongeveer een jaar en vonden dat lang genoeg.
Naar eigen zeggen kreeg Yvonne tijdens het jaar in Irak heel veel herinneringen aan vorige levens, die ze aanduidt als 'reizen'. Ze zag beelden en nam die voor kennisgeving aan. De beelden traden vooral op als ze lag te dommelen in de tuin, tijdens een soort siësta. Ze zag barakken waarbij ze werd doodgeslagen. Mosul ligt in een Koerdengebied en er vlogen vaak helikopters over met regeringssoldaten. Yvonne vond dit een beetje beangstigend en dat zou volgens haar de beelden uit haar vorig leven kunnen hebben losgemaakt.
Later onderging ze naar aanleiding van deze beelden een hypnotische sessie bij Henri de Vidal de Saint Germain om te werken aan herinneringen waar ze niet mee uit de voeten kon. Er kwamen daarbij volgens Yvonne in het bijzonder herinneringen los aan het concentratiekamp Mauthausen. Ze had eerst als twaalfjarig meisje, met de naam Eleonora, ondergedoken gezeten op een boerderij in de Achterhoek. Uiteindelijk werd ze in Mauthausen doodgeslagen door drie mannen die in dit leven haar broers zouden zijn. Ze zou verraden zijn als onderduiker. De hypnotherapeut werkte deze indringende, realistisch overkomende beelden helemaal met haar uit. Yvonne werd geboren met een afwijking aan haar sleutelbeen dat in haar long prikte, wat volgens haar samen kan hangen met de manier waarop ze in haar vorig leven gedood werd.

Ontwikkeling van Fabio
Fabio was met de helm geboren, wat volgens volksgeloof een aanwijzing kan zijn voor paranormale gaven.
Yvonne had in Irak geen beelden over Fabio. Het ging ook goed met hem, hij had geen last meer van de voedingsproblemen die hij in de eerste maanden na zijn geboorte had gehad en hij kreeg er de mazelen. Wel was hij voor het grootste deel van de tijd alleen. Er waren wel twee Duitse en twee Nederlandse kinderen die een paar jaar ouder waren, maar geen Arabische kinderen van zijn leeftijd.


Fabio Leefkens


Fabio begon vrij vlot met lezen; rond zijn vierde of vijfde had hij al een woordbeeld. Op 6 oktober 1970 ging de familie Leefkens terug naar Nijkerk en van daar verhuisden ze een jaar later naar Alphen aan de Rijn, toen hun tweede kind, een dochter, 6 weken oud was. In die periode kwam duidelijk naar voren dat Fabio sociale problemen had. De reacties van zijn ouders op al deze klachten weerspiegelden hun eigen opvoeding. De ouders van Yvonne hadden niet altijd onvoorwaardelijk achter haar gestaan, maar die van Hans juist wel. Deze onvoorwaardelijkheid was o.a. zichtbaar in het feit dat Hans aan kinderen die over Fabio kwamen klagen, vroeg: "En wat hebben jullie zelf gedaan?", terwijl Yvonne geduldig naar hun verhaal luisterde en wilde weten wat Fabio had misdaan dat de andere kinderen zo reageerden. Fabio werd veel gepest door andere kinderen, omdat hij moeilijk met hen om kon gaan.
In februari 1971 ging het gezin Leefkens op vakantie een keer naar het strand van Cadiz (Spanje). Ze gingen er lekker in het zand zitten met hun schepjes bij zich, in de veronderstelling dat dit heel leuk zou zijn voor zo'n kleine jongen. Toen Fabio de hoge golven van de Atlantische Oceaan zag, raakte hij volkomen over zijn toeren en wilde alleen maar weg van het strand alsof zijn leven er van afhing. Hij was radeloos en een blinde paniek maakte zich meester van hem. Zelfs zijn ouders zag hij niet meer!
Hans probeerde hem rustig te krijgen door met hem op de kademuur te gaan zitten, maar elke keer als Fabio opkeek en de golven zag, raakte hij opnieuw in paniek. De volgende dag huurde het gezin maar een auto om het binnenland in te trekken. Deze ervaring heeft wel een diepe indruk bij hen achter gelaten.
Fabio bleek zich overigens in april 2005 zelf niets meer te herinneren van wat er op het strand van Cadiz is gebeurd. Hij heeft er verder ook niets aan overgehouden.
Toen Fabio een jaar of drie was werd er nader medisch onderzoek naar zijn functioneren gedaan. Er werden afwijkingen in zijn EEG aangetroffen, die deden denken aan epilepsie. Omdat er nooit ook maar de geringste aanwijzing was die op het werkelijk voorkomen van deze ziekte wees, werd er door de medici de term "psychosomatische epilepsie" gebezigd. Hij kreeg hiervoor 4 mg valium per dag. Zijn klachten werden feitelijk alleen onderdrukt en hij werd er suf van.
De beroemde kinderarts Drukker deed een onsympathieke uitspraak die neerkwam op: "Had de nageboorte maar gehouden en het kind weggegooid." Hij beweerde dat Fabio nooit een normale ontwikkeling kon doormaken. Dr. Drukker kon niet verder met hem en schreef slechts valium en Diazepam voor. Na hun verhuizing naar Alphen aan den Rijn gingen Hans en Yvonne met hun zoon naar Leiden, waar de diagnose bevestigd werd en waar een combinatie werd voorgeschreven van valium en Diazepam.
Naar aanleiding van dit alles ging Fabio vanaf zijn vierde naar een medisch kinderdagverblijf in Gouda; hij ging nooit naar een gewone kleuterschool. Het was een prettige omgeving voor hem. Er zaten allerlei gehandicapte kinderen, bijvoorbeeld ook met Downsyndroom, etc. Hij voelde zich er niet bedreigd en ging heel erg leuk met de andere kinderen om. Hij kwam helemaal los als er muziek werd gemaakt.
Intussen had Fabio de bof met als complicatie hersenvliesontsteking gekregen. Als gevolg daarvan was zijn gehoor beschadigd geraakt. Aanvankelijk hoorde hij nog vrij goed, maar in de loop van de tijd verminderde dat geleidelijk aan door een snelle veroudering van het slakkenhuis. Bovendien was ook de gehoorzenuw beschadigd. In de familie van vaders kant is dit vaker voorgekomen. Er was in die tijd een opvallend verschil tussen links en rechts: links was het gehoor ongeveer 60 dB minder dan rechts.
Fabio is nu zo slechthorend dat hij eerder een impressie krijgt van geluid dan dat hij het echt verstaat. Je moet heel langzaam en duidelijk tegen hem praten.
Zijn spraakontwikkeling verliep overigens wel voorspoedig, maar je hoort het nu wel onmiddellijk dat hij slechthorend is.
Toen hij zes werd, was zijn gehoorstoornis inmiddels vrij zwaar geworden en hij kreeg zogeheten solo-apparatuur. Hij is toen ook naar een Montessorischool gegaan voor meer individuele begeleiding. Het was een heel zware, moeilijke periode. Hij had een vrij jonge, onervaren onderwijzer die feitelijk geen individuele begeleiding gaf. Het was erg vermoeiend, de onderwijzer had een zender met een microfoontje waar hij doorheen moest praten. Over het algemeen kon Fabio wel redelijk goed meekomen, maar hij had wel veel moeite met rekenen. Het is bekend dat slechthorenden minder ruimtelijk inzicht hebben dan goedhorenden. Ruimtelijk inzicht is nodig voor rekenen. Sociale contacten gingen hem steeds beter af, waarschijnlijk ook omdat zijn ouders gestopt waren met het toedienen van valium en Diazepam.
Fabio had wel een paar vrienden, maar niet veel. Hij werd vanwege zijn gehoor veel gepest. Pestkoppen staken zelfs een keer stokken tussen de spaken van zijn fiets, waardoor hij viel en een hersenschudding opliep. Toen hij al in het vervolgonderwijs zat, sloot hij vriendschap met Nico, een machofiguur die geen onrecht kon zien en er direct op sloeg als Fabio werd gepest. Daardoor bleven ze doorgaans wel van Fabio af. Het pesten hield echter nog niet helemaal op en toen de jongens uit de buurt weer eens 'bezig' waren geweest, nam Fabio een ijzeren staaf en sloeg de fiets van de grootste pestkop helemaal in elkaar. Daarna werd er nooit meer gepest, behalve op school. Gelukkig begon hij ook daar steeds beter van zich af te bijten. Zo presteerde hij het zelfs een grotere jongen tegen de grond te slaan.
Fabio had een paar goede vrienden in deze periode en ging ook bij een dovenclub, waar veel harde grappen over de eigen doofheid werden gemaakt2.
Fabio had altijd een goede lichaamstaal en het leek wel alsof hij soms helderhorende indrukken gekregen uit andere dimensies. Zo hoorde hij soms als hij 's nachts naar de WC ging de bel gaan of mensen praten, wat hij beangstigend vond; hij begreep niet wat hij hoorde en waar het vandaan kwam.
In zijn lagere schooltijd bleek Fabio een merkwaardige interesse te hebben ontwikkeld voor alles wat met de Tweede Wereldoorlog te maken heeft. Hij kon al vroeg een beetje lezen, rond zijn vijfde jaar, en hij las alles wat hij kon vinden over deze periode.
Fabio bleek in april 2005 desgevraagd nog te weten dat hij een bijzondere belangstelling voelde voor dit onderwerp: "Ik kan me dit nog herinneren als de dag van gisteren. Ik las veel boeken over de oorlog zoals boeken van L. de Jong en dat was nogal zware lectuur voor iemand van 5 à 6 jaar. Ik had op een of andere manier de drang om alles over de tweede wereldoorlog te lezen." Inmiddels heeft hij geen bijzondere interesses meer die hier mee te maken hebben. Voor zover hij zich in 2005 herinnerde, had hij trouwens nooit bewuste beelden of dromen over een vorig leven gehad.
Ongeveer van zijn vierde tot zijn zevende jaar was Fabio vaak opstandig en vertoonde hij regelmatig agressief gedrag. Hij speelde vaak dat hij een geweer had en wou iedereen overhoop schieten. Hij zei dat zelfs een keer tegen een KNO-arts: "Ik schiet jou overhoop" en deed alsof hij hem wilde slaan.
Vriendjes van hem waren er niet mee bezig. Ze speelden geen veldslagen na, en oorlogsspeelgoed werd niet in huis gehaald. Het gezin had wel een TV, maar daar kon hij dit allemaal niet van hebben; ze keken waar hij bij was alleen naar het Nieuws, de Fabeltjeskrant of de Berenboot. De kinderen gingen om een normale tijd naar bed en ze werden niet beziggehouden met de TV. Ze hadden veel andere dingen te doen, zoals buiten spelen met vriendjes en vriendinnetjes. Ze kampeerden bijvoorbeeld ook heel veel en maakten vaak boswandelingen.
Op een gegeven moment, toen Fabio zo'n 12 jaar was, ging het gezin naar Fort Breendonk bij Antwerpen, een monument ter herinnering aan het feit dat het in de oorlog als doorvoerkamp is gebruikt voor mensen die naar de concentratiekampen gingen. Fabio heeft toen alles nauwgezet bekeken en daarna was het “over”. Hij had het kennelijk verwerkt en een plaats gegeven. Daarna heeft hij nooit meer een boek over de oorlog ingekeken. Het was goed zo. Zijn agressie verdween stukje bij beetje en hij is opgegroeid tot een fijne vent waar zijn ouders veel plezier aan beleven.
Fabio heeft nooit blijk gegeven van een besef dat hij zelf herinneringen zou hebben aan WO II, maar hij voelde slechts een onverklaarbare drang om zich er in te verdiepen. Volgens een vriendin van Yvonne ging het om een morbide belangstelling, maar zijn ouders oordeelden dat hij het kennelijk nodig had.
Hans is van 1938 en hij heeft de oorlog erg bewust meegemaakt, b.v.. de hongerwinter toen ze "alleen suikerbieten hadden gegeten" [formulering handhaven graag]. Hij is sterk anti-militaristisch georiënteerd. Net als Fabio was Hans zelf erg bezig met de oorlog, waarschijnlijk omdat het hem hielp de gebeurtenissen te verwerken. Maar hij heeft er nooit veel met Fabio over gepraat, ook niet toen de interesse bij Fabio al bekoeld was. Hans had alleen wel eens uitspraken gedaan als "Niet weggooien, want in de oorlog waren we er blij mee!"
Tot zijn dertiende hield Fabio last van bedplassen.
Rond zijn zestiende en zeventiende jaar hing hij zijn hele kamer vol met helse voorstellingen uit de Heavy Metal-scene. Fabio was bevriend geraakt met Nico en droeg net als hij Heavy Metal-jacks.
Hij kreeg steeds meer hevige angstdromen en nachtmerries over verschrikkelijke moordpartijen en gruwelijkheden.
Zijn ouders hoorden soms geluiden uit zijn slaapkamer komen, bijvoorbeeld van een dichtslaande of opengaande deur of dat er iemand de trap opliep, terwijl er niemand was; ook de buren aan beide kanten waren niet thuis. De dochter des huizes en haar vriendje hoorden ook allerlei vreemde geluiden, alsof het er spookte. Ze hoorden o.a. erg harde bonken. Op den duur zei Hans tegen Fabio: "Joh, alle platen en posters wegdoen, je ramen opendoen en zonlicht naar binnen laten komen." Fabio volgde dat advies meteen, hoewel met enige tegenzin, op. Toen Hans daarna Fabio's kamer binnenging, kreeg hij voor het eerst in zijn leven rare beelden van koboldachtige figuurtjes. Tegen mogelijke entiteiten zei Hans: "Je moet opdonderen; ik neem het niet." Van de ene op de andere dag was het uit met deze verschijnselen.
Fabio ging naar de Lagere Agrarische School en sloot de opleiding af met een diploma. Daarna kreeg Fabio werk in de tuinbouw als eerste knecht van een boomkweker. Samen met zijn baas bouwde hij het bedrijf op. Vlak voor de zomervakantie van 2003 kreeg de baas, bij wie hij al 15 jaar werkte, kanker. Hij werd bestraald en onderging een hele karakterverandering, waardoor hij onhandelbaar werd, ook voor Fabio. Vlak voor zijn dood in augustus 2004 kon Fabio geen goed meer bij hem doen. Alles wat hij deed werd afgekraakt. Vader Hans raadde Fabio aan om daar boven te staan. Het kostte Fabio de grootst mogelijke moeite, maar desondanks is hij heel begripvol met zijn baas omgegaan en zijn ouders hadden daar veel bewondering voor. Helaas moest het bedrijf wel worden opgeheven na de dood van zijn baas. Inmiddels werkt hij als knecht bij een rozenkweker.
De sociale problemen waar Fabio aanvankelijk mee kampte zijn helemaal verdwenen en hij is best wel gevoelig; hij pikt van alles op. Hij heeft onder meer bezoek gehad van een overleden kat en ook voorspellende dromen. Hij wist jaren van tevoren het geslacht van zijn eerste kind. Ook heeft Fabio een behoorlijke wijsheid ontwikkeld in al die jaren.
Hij is in 2001 naar de Filippijnen gegaan om er zijn correspondentievriendin te bezoeken. Dat verliep niet zonder problemen, maar uiteindelijk lukte het hem om zijn bestemming te bereiken, met ondersteuning van zijn ouders via de telefoon en via SMS.
Op 10 augustus 2004 werd hij samen met zijn Filippijnse vriendin vader van een dochter, Fabiona.

Uitspraken van een paragnost
Vanwege een aantal lichamelijke klachten van Yvonne, maar met in hun achterhoofd ook de bedoeling om hun zoon ter sprake te brengen, o.a. zijn slechthorendheid en zijn sociale ontwikkeling, besloten Yvonne en Hans al rond 1975 (zonder Fabio) de volgens hen bekwame Heerenveense paranormale genezer (auraloog) Jelle Veeman3 te raadplegen. Een vriend van hen ging al een tijdje regelmatig naar deze therapeut.
De eerste keer vroeg Jelle Veeman om een foto van Fabio. Veeman wist veel te vertellen over de vreemde reactie van Fabio op het strand te Cadiz. Hij beweerde dat Fabio als geallieerde soldaat betrokken was geweest bij de grote invasie in Normandië en dat hij samen met veel leeftijdgenoten door de Duitsers was neergeknald op het strand. Yvonne benadrukt dat ze Veeman van tevoren niets verteld had over haar eigen beelden en dat hij zelfs niets van haar wilde horen over een en ander. De belangstelling van Fabio voor de Tweede Wereldoorlog was er al, voordat Yvonne naar Veeman ging en Yvonne vertelde Fabio ook niets over het consult.
Of wat Veeman zei allemaal waar was of niet, deed er voor Yvonne en Hans niet toe. Het kwartje viel en daarom konden ze toen ineens wel die blinde paniek en wanhoop op het strand in Spanje begrijpen. Het heeft hun in ieder geval veel geholpen om er mee om te gaan
Het gezin hield nog jarenlang contact met Veeman en heeft nog tientallen keren een consult van hem gekregen, waar ze bijzonder over te spreken zijn, hoewel ze erkennen dat hij net als iedereen zijn menselijke beperkingen heeft. Yvonne deed van 1984 tot 1986 een opleiding Intuïtieve Ontwikkeling bij Geertje Boeree uit Zaandam en later ook bij Jelle Veeman zelf. Vanaf 1988 is Yvonne de cursus zelf gaan doorgeven.

Beschouwing
Hieronder zullen we proberen de ervaringen van het gezin Leefkens te plaatsen en te relateren aan vergelijkbare ervaringen uit de literatuur over bijna-doodervaringen en over herinneringen aan vorige leven.

bijna-doodervaring
De BDE van Yvonne komt over als klassiek (Moody, 1982). Ze zweeft uit haar lichaam en ziet geestelijke wezens. Met één van hen communiceert ze telepathisch en ze weet ook wat er door de verpleegster heen ging. Ze wordt voor de keuze gesteld deze wereld te verlaten of terug te keren naar haar pasgeboren zoon. Ze kiest bewust voor dat laatste.

Na de BDE
Yvonne blijkt ook na haar bijna-doodervaring nog allerlei merkwaardige ervaringen te ondergaan die overeenkomen met paranormale ervaringen uit de literatuur over de mogelijke effecten van BDEs (Zie bijvoorbeeld: Greyson, 1983; Sutherland, 1989). Ze is in het algemeen ook spiritueler geworden dan voor haar bijna-doodervaring.
Yvonne krijgt bovendien specifieke beelden te zien die betrekking lijken te hebben op de toekomst of het verleden van haar zoon. Achteraf beschouwd komt alleen dat laatste in aanmerking, in de vorm van een vorig leven. Ook krijgt Yvonne beelden te zien die verband lijken te houden met eigen vorige levens. Overigens is er reeds langer een relatie bekend tussen BDEs en reïncarnatie. Amber Wells (1993) stelde vast dat 70% van de Amerikaanse BDE-ers die zij onderzocht in reïncarnatie waren gaan geloven terwijl dat op dat moment slechts voor 23% van de totale populatie gold. Ze onderzocht waar dit aan kon liggen en stelde vast dat mensen tijdens hun bijna-doodervaring een overtuigend overzicht kunnen krijgen van vorige levens, zowel van henzelf als van anderen.

Beelden over de pasgeborene
Uit de serieuze literatuur over kinderen met spontane herinneringen aan vorige levens blijkt dat ouders en andere betrokkenen indrukken kunnen krijgen over de vroegere incarnatie van een kind. Het kan gaan om dromen, maar ook om visioenen (Rivas, 2002, 2003).
Zo droomde Celile Ünlütaşkıran uit de stad Adana (Turkije) rond de geboorte van haar zoon, dat een onbekende man die zichzelf Necip noemde naar haar toe zou komen (Stevenson, 1997). De man vertelde dat hij tijdens een vechtpartij neergestoken was met een mes en dat hij uit Mersin kwam. Op dat moment hadden de ouders al een naam voor de jongen bedacht, namelijk Malik, maar naar aanleiding van de droom besloten ze zijn naam te veranderen. Aangezien er al een kind in de familie was dat Necip heette, noemden zijn ouders het kind Necati. De jongen had bij de geboorte allerlei moedervlekken op zijn hoofd, gezicht en bovenlichaam. Zodra hij kon praten, stond de zoon erop dat hij Necip genoemd werd. Hij vertelde enige tijd later over een vorig leven waarin hij kinderen had gehad. Hij had in zijn vorige leven in Mersin gewoond, op ongeveer 80 km afstand van Adana, waar Necip in dit leven nooit geweest was. Hij vertelde dat hij doodgestoken was en wees aan op welke plekken hij geraakt was, wat overeenkwam met waar hij in dit leven moedervlekken had. Onderzoekers van dit geval stelden vast dat zijn herinneringen overeenkwamen met het leven van ene Necip Budak uit Mersin en dat ze niet op een normale manier verklaard konden worden. Doorgaans treedt dit verschijnsel op voor de geboorte van het kind, zodat we spreken van "announcing dreams" of ruimer "aankondigingservaringen". Maar het komt in uitzonderlijke gevallen ook voor dat men pas na de geboorte indrukken krijgt over het vorige leven (Stevenson, 1987). Ian Stevenson vermeldt wat dit betreft dertien gevallen in zijn eigen collectie (Stevenson, 1997, blz. 1447). In negen van deze gevallen kregen familieleden uit het huidige leven van het kind zo'n droom of visioen en in vier gevallen ging het om familieleden uit het vorige leven.

Relevant gedrag van Fabio
Bepaalde gedragingen van Fabio lijken in diverse opzichten op dat van kinderen met bewuste herinneringen aan een vorig leven. Fabio raakt allereerst zonder aanwijsbare reden in paniek door de aanblik van een strand. Later vertoont hij een merkwaardige fascinatie voor de Tweede Wereldoorlog en lijkt hij agressie af te reageren in de vorm van militair aandoend gedrag.
Het is daarbij overigens niet duidelijk geworden of Fabio zelf ook bewuste herinneringen heeft gehad aan een vorig leven, maar dat is zeker niet uit te sluiten. Ian Stevenson meldt dat er in 50% van de gevallen waarin een kind zich bewust een gewelddadige dood herinnert, sprake is van specifieke fobieën die samenhangen met de doodsoorzaak (Stevenson, 1987, p. 114-115). Trauma's kunnen daarbij doorwerken in allerlei gedragspatronen en het is niet onvoorstelbaar dat Fabio's ontwikkeling in dit leven beïnvloed is door een traumatische gewelddadige dood aan het eind van zijn vorige leven.
Het is voorts ook nog opmerkelijk dat Jelle Veeman spontaan een relatie zou hebben gezien tussen Fabio's reactie en de landing van de geallieerden in Normandië, zonder dat hij daarbij op de hoogte was van het visioen dat Yvonne kort na Fabio's geboorte had.
Uitgaande van de literatuur over kinderen met herinneringen aan een leven waarin ze sneuvelden als frontsoldaat of gevechtspiloot, stuiten op we opvallende specifieke overeenkomsten. In het Nederlandse geval Kees (Rivas, 1998, 2000) zien we bijvoorbeeld naast een fobische angst om dood te gaan, een voorliefde voor wapens, gewapende conflicten en uniformen. Iets dergelijks heeft Ian Stevenson geconstateerd bij Birmese kinderen met herinneringen aan een leven als Japanse soldaat (Stevenson, 1997). Zo was Ma Win Tar, een meisje uit Myanmar, dol op vuurwapens en zei zij dat ze ook in dit leven weer soldaat wou worden.

Normale verklaringen?
Skeptici zijn over het algemeen van mening dat je altijd de voorkeur moet geven aan 'normale' boven parapsychologische interpretaties, ook al lijken je ervaringen nog zo buitengewoon. Wij denken zelf dat in veel gevallen een normale verklaring veel verder gezocht is dan een parapsychologische interpretatie, d.w.z. een verklaring met behulp van concepten die niet stroken met gangbare psychologische of natuurwetenschappelijke theorieën.
Door de grote convergentie tussen het verhaal van de familie Leefkens en de beschikbare literatuur, zijn we dan ook geenszins geneigd om de ervaringen af te doen als fantasie of zelfbedrog. Volgens ons lijkt er duidelijk meer aan de hand te zijn.

Conclusies
Uitgaande van de veronderstelling dat mensen na een BDE over het algemeen meer te maken kunnen krijgen met buitenzintuiglijke waarneming dan ervoor, is het redelijk om aan te nemen dat Yvonne daadwerkelijk beelden heeft gekregen over het einde van het vorige leven van haar zoon Fabio. Zo'n interpretatie wordt bovendien bevestigd door gedrag van Fabio zelf. Indien men deze hypothese serieus neemt, zou dit impliceren dat BDEs in sommige gevallen bevorderlijk zouden kunnen zijn voor buitenzintuiglijke indrukken over vorige levens. Dit is overigens al eerder gemeld (Wells, 1993). Bijzonder aan dit geval is dat het gaat om beelden van het vorige leven van de pasgeboren baby van de BDE-er.
Etienne Vermeersch (2004) benadrukte onlangs de veronderstelde onvruchtbaarheid van een dualistisch kader4 voor wetenschappelijk onderzoek. De buitengewone ervaringen van de familie Leefkens laten weer eens zien hoe onjuist deze visie is, omdat dergelijke ervaringen alleen zinvol geduid kunnen worden als men spirituele noties serieus durft te nemen.

Literatuur
- Greyson, B. (1983). Increase in psychic phenomena following near-death experiences. Theta, 11, 26-29.
- Moody, R.A. (1982). Leven na dit leven. Naarden: Strengholt.
- Rivas, T. (1998). Kees: Een Nederlands geval van herinneringen aan een vorige incarnatie met herinneringen aan een toestand tussen dood en geboorte. Spiegel der Parapsychologie, 36 (1), 43-55.
- Rivas, T. (2000). Parapsychologisch onderzoek naar reïncarnatie en leven na de dood. Deventer: Ankh-Hermes.
- Rivas, T. (2002). Signalen uit de hemel. Prana, 129, 63-68.
- Rivas, T. (2003). Uit het leven gegrepen: beschouwingen over een leven na de dood. Delft: Koopman & Kaaijenbrink.
- Stevenson, I. (1987). Children who remember previous lives: A question of reincarnation. Charlottesville: University Press of Virginia.
- Stevenson, I. (1997). Reincarnation and Biology: A contribution to the etiology of birthmarks and birth defects. Westport/Londen: Praeger.
- Sutherland, C. (1989) Psychic Phenomena Following Near-Death Experiences: An Australian Study, Journal of Near-Death Studies, 8(2), 93-102.
- Vermeersch, E. (2004). Reactie op de bezwaren van Titus Rivas: Inzake BDE, het naturalistisch postulaat en het materialisme. SKEPP-website: http://www.skepp.be:8080/skepp/artikels/bijnadoodexp/bde_vermeersch_rivas.
- Wells, A. (1993). Reincarnation Beliefs among Near-Death Experiencers. Journal of Near-Death Studies, 12, 1: 17–34.

Volledige samenvatting
Een Nederlandse vrouw, Yvonne Leefkens, beleefde direct na de geboorte van haar zoon Fabio een klassieke bijna-doodervaring door levensbedreigend bloedverlies. De dag daarop kreeg zij een soort visioen van haar pasgeboren zoon als doodgeschoten jongeman. Ook later had zij nog diverse paranormale ervaringen in verband met een spirituele transformatie ten gevolge van haar BDE.
De beelden van de jongeman lijken samen te hangen met een merkwaardige panische reactie van de tweejarige Fabio op een strand bij Cadiz, en bovendien met een buitengewoon grote interesse voor de Tweede Wereldoorlog die hem tot zijn twaalfde jaar kenmerkte. Deze gedragingen zijn bevestigd door Hans Leefkens, de echtgenoot van Yvonne, en Fabio zelf. De auteurs leggen een link tussen de ervaringen van de familie Leefkens en de literatuur over bijna-doodervaringen en reïncarnatie en stellen dat het redelijk is om de voorkeur te geven aan een parapsychologische interpretatie voor dit geval. Dit impliceert onder andere dat bijna-doodervaringen kunnen leiden tot paranormale indrukken over vorige levens.

Eindnoten
1. Fabio werd vernoemd naar het kleine zoontje van een Italiaans echtpaar uit een Panorama-artikel dat door een woestijn trok. Merkwaardig genoeg trok Fabio later ook met zijn ouders door de woestijn van Irak.
2. Bijvoorbeeld: "Waarom wordt een dove niet verdoofd tijdens een operatie? Wie niet horen wil, moet maar voelen!"
3. Jelle Veeman was o.a. betrokken bij het bekende radioprogramma Het Zwarte Gat. Hij is verder meermalen het mikpunt van skeptische beschouwingen geweest.
4. Met een dualistisch kader bedoelen we in deze context een algemeen wereldbeeld waarbinnen mensen in essentie geestelijke wezens zijn die slechts tijdelijk aan een stoffelijk lichaam verbonden zijn.


Dit artikel werd in 2005 in twee delen gepubliceerd in Terugkeer, namelijk in jaargang 16, nummer 2, 13-15 en nummer 3, 12-15.

Contact: titusrivas@hotmail.com