In Defense of Animals onder redactie van Peter Singer
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 12 June, 2008)
Samenvatting
Bespreking van In Defense of Animals, onder redactie van Peter Singer, voor het tijdschrift Vega!
Boekbespreking
Auteur: Peter Singer (red.)
Titel: In Defense of Animals: The Second Wave
Uitgever: Blackwell Publishing 2006
ISBN: 1-4501-1941-1
Peter Singer is alom bekend als één van de toonaangevende ethici op het gebied van dieren. In deze bundel biedt hij een overzicht van 17 stukken van andere denkers over dierethiek. In het 18e essay doet hij zelf samen met Henry Spira ook nog een duit in het zakje in de vorm van tien tips voor activisten. Twintig jaar geleden verscheen er onder zijn redactie al eerder een boek met dezelfde titel, maar deze uitgave bevat vooral nieuwe artikelen die de huidige ontwikkelingen in kaart brengen.
Een thema dat alle bijdragen verbindt is de afwijzing van het speciësisme; het discrimineren van dieren zuiver omdat ze tot een andere diersoort behoren. Singer wijst geweld tegen 'wezens met gevoel' (sentient beings) af, maar hij benadrukt terecht dat dit ook impliceert dat je geweld moet afkeuren als dat gericht wordt tegen de mensen die hen uitbuiten (blz. 9). Dit boek heeft dan ook niets gemeen met een handleiding voor dierenrechten-terroristen.
Gaverick Matheny benadrukt in 'Utilitarianism and Animals' dat vlees lekker vinden niet opweegt tegen het leed dat men de dieren berokkent die voor dat vlees worden gefokt en gedood. Hij stelt onder meer: 'Als we [...] allemaal veganist zouden worden, zouden we 99% van het huidige diergebruik effectief beëindigen' (blz. 21), hoewel hij het terugdringen van dierproeven ook heel belangrijk vindt.
Matheny voert aan dat geleerden alleen over mogen gaan tot een bepaald dierexperiment als ze zo'n proef ook aanvaardbaar zouden vinden wanneer het met een menselijke baby zou worden gedaan (blz. 23). Anders maken zij zich immers schuldig aan speciësisme. Deze uitspraak sluit overigens mooi aan bij het stuk 'Speciesism in the Laboratory' van Richard D. Ryder, die de term als één van de eersten gebruikte.
Het artikel 'Brave New Farm?' van Jim Mason en Mary Finelli beschrijft de praktijken in de hedendaagse bio-industrie, onder meer de methoden waarmee men overbodige haantjes doodt. Zij wijzen er op dat het lijden van dieren inherent is aan veeteelt, ook in het geval van 'diervriendelijke' productie. Volgens hen brengt het eten van zuivelproducten misschien nog wel meer leed met zich mee dan het eten van vlees. Vandaar dat het stuk besluit met de woorden: 'We moeten het hele concept van het verhandelen van wezens met gevoel ter discussie stellen. Hervormingen ten gunste van dierenwelzijn kunnen hun lijden weliswaar verminderen, maar ze bieden er nog geen rechtvaardiging voor.' (blz. 122).
Op een vergelijkbare manier pleit Dale Jamieson voor het afschaffen van dierentuinen. Ook al kan het leed van de dieren worden ingeperkt, per saldo blijft hun lot onwenselijk.
Toch komen er in het boek artikelen voor waarin men pleit voor het stapsgewijs terugdringen van diergebruik. Zo inspireert Martin Balluch o.a. met zijn verhaal over de afschaffing van legbatterijen in Oostenrijk per 2009. Alleen is het wel jammer dat Balluch verwacht dat veganisten nooit in de meerderheid zullen zijn. Het lijkt mij goed om juist dit ideaal altijd voor ogen te houden, hoe lang de realisering ook op zich laat wachten.
Bruce Friedrich geeft in zijn stuk 'Effective Advocacy' richtlijnen hoe je het beste voor dierenrechten kunt strijden en eindigt heel optimistisch: 'Als we ons allemaal zoveel mogelijk inspannen, zal de 21e eeuw de eeuw van de dierenrechten worden.' (blz. 195). Singer stelt in het nawoord dat er in elk geval reden is om te geloven dat we de goede kant opgaan.
Titus Rivas
Gepubliceerd in Vega! nr. 72, lente 2007, blz. 15.
Contact: titusrivas@hotmail.com