Titel

Uittredingen naar de tussenwereld: ervaringen van Arjan Voet uit Beneden Leeuwen

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 1 April, 2006)

Samenvatting

De Nederlander Arjan Voet beweert als kind meermalen door een geestverschijning mee te zijn genomen op een 'zielenreis' naar een spirituele wereld. Hij zou daarbij beelden hebben gezien van een vorig leven en spirituele preexistentie.


Tekst


Uittredingen naar de tussenwereld: ervaringen van Arjan Voet uit Beneden-Leeuwen

door drs. Titus Rivas

Inleiding
Stichting Athanasia werd eind 2004 tijdens een zogeheten Paraview-beurs benaderd door dhr. Arjan Voet uit Beneden Leeuwen. Hij vertelde ons dat hij als jongen uittredingservaringen had beleefd waarbij hij door een spirituele wereld reisde, vergezeld door een soort geestelijk begeleider. Naar aanleiding van dit verhaal, besloot ik in overleg met Anny Dirven begin 2005 een bezoek te brengen aan Arjan Voet, die op dat moment nog bij zijn ouders woonde. In een ontspannen sfeer vertelden Arjan en andere betrokkenen uitgebreid over hun ervaringen en indrukken.

Vroegste jeugd van Arjan Voet
Cela Voet, de moeder van Arjan, vertelt dat hij op de kleuter- en lagere school een heel teruggetrokken en gevoelig kind was en mede daardoor heel eenzaam. Pas geruime tijd later heeft hij veel vrienden gekregen. Overigens heeft hij wel een leuke kindertijd gehad, hoewel Cela stelt dat hij zo serieus was dat hij in die zin eigenlijk nooit kind of puber geweest is. Arjan Voet herinnert zich dat hij ongeveer in 1989, rond zijn zevende jaar, voor het eerst kennismaakte met de geestverschijning van een man van tussen de 27 en 30 jaar. De wekkerradio gaf 22.05 uur aan, wat op zich niet verwonderlijk is, omdat Arjan doorgaans laat insliep. Hij hield zich trouwens niet bezig met lezen over dergelijke onderwerpen en er werd thuis ook niet over gepraat.
De man zei in het begin wel hoe hij heette, maar Arjan kan zich helaas niet meer herinneren hoe zijn naam luidde. Overigens had de verschijning duidelijk een bedoeling met het contact. Hij had de taak Arjan "dingen te laten zien en uit te leggen." "Daarbij stelde de man zich heel vriendelijk en rustig op" en vroeg hij Arjan telkens "of iets oké was of niet."
De man heeft Arjan in totaal zo'n 10 tot 15 keer bezocht. Op een bepaald moment herkende Arjan hem dan ook van voorgaande keren. De jongen leerde met de verschijning te ‘praten’ via gedachten en gevoelens. Hij ervoer de contacten als "wel leuk" en vond ze "niet eng."

Uittredingen
De geestverschijning nam Arjan mee uit zijn lichaam en hij liet hem zien uit welke spirituele wereld hij afkomstig was en waar het in het aardse leven om draait. Hij toonde Arjan waarom hij op deze wereld is. Tijdens hun ‘soul travel’ bleven er andere geesten, waaronder een vrouw, in de buurt van zijn lichaam om de man die hem onderwees bij te staan. Arjan vroeg de man wie dat waren, maar deze reageerde met de woorden: "Dat zijn goede geesten, die zorgen voor mensen." De jongen kon niet zo maar uit zijn lichaam treden en zijn lichaam achterlaten, want "dan bestaat het gevaar dat je er niet naar terug kunt, terwijl je niet klaar bent om dood te gaan."
Ze gingen samen op pad. De man hield Arjans hand vast en dat maakte het mogelijk voor de jongen om uit zijn lichaam te treden. Hij kreeg ook ‘energievelden’ (een soort aura's) te zien, met uitleg erbij.
De eerste keer dat Arjan een uittreding beleefde, ging hij zijn bed uit en vloog hij door het raam. Hij zweefde naar een huis in de buurt waar mensen woonden die bijna niet naar buiten kwamen en waar hij 's avonds wel steeds een lichtje had zien branden. De jongen vloog naar de voorkant van dit huis en keek door het raam naar binnen. Hij zag poppen en vroeg de man een beetje krampachtig of die mensen hen niet konden zien. De geestverschijning verzekerde hem dat dit onmogelijk was, omdat ze op dat moment een andere ‘energievorm’ hadden. Arjan zag zichzelf en de man trouwens wel gewoon in een menselijke gedaante.
Bij één uittreding had de jongen het gevoel een halve nacht weg te zijn geweest, maar hij keek na afloop op de klok en toen bleek het even laat als toen hij vertrokken was. Zo leerde Arjan dat de andere wereld naar aardse begrippen tijdloos is.

Een tussenwereld
Tijdens de uittredingen gingen Arjan en de geestverschijning ook terug naar het hiervoormaals of een tussenwereld tussen twee levens. De man liet hem zien dat hij "een indiaan was geweest in het noorden van Zuid-Amerika die rond 1540 was overleden". Hij had op een paard gezeten toen hij werd doodgeschoten door iemand die zelf geen indiaan was. De man die hem doodde raakte hem in zijn buik, wat een ontzettend warm gevoel veroorzaakte. Hij voelde door de adrenaline geen pijn en trad uit zijn lichaam. Daarbij zag hij zichzelf liggen en realiseerde zich dat hij waarschijnlijk dood was. In de verte was een bos te zien, en waar hij lag bevonden zich "wat heide en wat pluimpjes gras."
Hij was geen medicijnman geweest binnen zijn stam, maar "er was wel veel spiritualiteit". Hij zag hoe hij had geleefd in zijn stam. Hij zag "tenten, een kampvuur en een eenvoudig leven van jagen en verzamelen."

Commentaar van de auteur
Historisch gezien lijkt het niet erg waarschijnlijk dat een indiaan al in 1540 op een paard reed en toen doodgeschoten werd door iemand die zelf geen indiaan was. De oorspronkelijke inwoners van Amerika zagen de paarden van de conquistadores aanvankelijk als een soort bovennatuurlijke wezens en pas later gingen ze deze dieren ook zelf berijden. Bovendien doet de leefwijze die Arjan beschrijft eerder denken aan die van de Noord-Amerikaanse prairie-indianen.
Dit neemt niet weg dat hij werkelijk beelden uit een vorig leven kan hebben gezien, maar in dat geval heeft hij zich vermoedelijk vergist in de exacte setting. De eventuele fout zou hem dan niet in schuilen in de beelden zelf, maar in zijn duiding ervan. Dit fenomeen zie je overigens vaker bij spirituele en paranormale ervaringen.
Na zijn dood had Arjan in de tussenwereld vervolgens veel plezier gemaakt. "Teveel zelfs." Hij zag hoe andere geesten van overledenen hem vaak om hulp hadden gevraagd, maar hij daar zelf geen zin in had. Voor hem was het echt "lang leve de lol." Hij had geen zin om energie te besteden aan de negativiteit van anderen.
Zijn houding liet zich omschrijven als: "Kom later nog eens terug." Hij had "echt veel schik en genoot van het lekkere, gelukkige gevoel."
Uiteindelijk kreeg hij drie keer een waarschuwing van hoger geplaatste, meer ontwikkelde geesten. De geesten verzekerden hem dat hij zo niet door kon gaan; ze gaven hem te kennen: "Met elkaar komen we verder."Nadat hij drie keer gewaarschuwd was, concludeerden de geesten dat hij niet met de situatie om kon gaan en er iets van moest leren.
Vervolgens mocht hij kiezen uit zo'n 25 verschillende werelden. Maar hij verzette zich; "Lik mijn neus, ik vind het wel prima. Ik wil niet weg!" Hij werd echter ‘vastgehouden’ door een spirituele kracht, een "mannelijke geest", zodat hij er wel mee bezig moest blijven. Hij had toen geen keus meer. Er was een soort scherm van ontastbare energie te zien met daarop beelden van iets waarvan hij ‘wist’ dat het werelden waren. "Kies er maar eentje uit!" Hij verzette nog één keer en stelde zich arrogant op; hij wilde niet kiezen, hij wou er zelf gewoon niet mee bezig zijn. Maar er werd hem medegedeeld: "Nee, je moet zelf kiezen, wij wachten wel." Toen vroeg hij van lieverlee maar: "Wat is dan het gemakkelijkste? Doe die maar!"
Het antwoord luidde: "Dat is goed, dat is die wereld. Dan is dat oké; die keuze is gemaakt." Als het niet lukte, zou hij weer terugkeren in die tussenwereld en dan zou het gewoon overgedaan moeten worden.
Arjan weet wel dat je er zelf van tevoren voor kiest dat bepaalde fasen in je leven niet gemakkelijk zullen worden. Hij herinnert zich dat er een ‘script’ werd opgesteld - daar werd je over het algemeen helemaal vrij in gelaten, maar bepaalde punten moesten er wel in. Een geestelijk wezen ‘schreef’ (in overdrachtelijke zin) dingen voor hem op.
Volgens Arjan bepaal je zelf ook je ‘karakter’ in je komende leven; "Je persoonlijkheid wordt beperkt door de hersenen en je biologische gesteldheid, en het daaruit voortkomende karakter trekt bepaalde dingen aan die van belang voor je zijn. Je hebt zelf voor dit leven gekozen." Als baby en peuter werd Arjan in dit leven seksueel misbruikt door een opa. Hij werd er toen al bewust van gemaakt dat het leven anders in elkaar zit dan hij in de tussenwereld had gedacht. Opa lokte hem met cadeautjes en dwong vervolgens seksueel contact af. Als Arjan dat weigerde, kreeg hij ‘straf’. Op deze manier heeft hij voor het eerst kennis gemaakt met ellendige gevoelens die hem later hebben geleerd dat de geestelijke ontwikkeling niet bestaat uit "lang leve de lol", maar uit "discipline en structuren".
Arjan kreeg tijdens de uittredingen alleen stukjes uit zijn verblijf in het hiervoormaals te zien die relevant waren voor de vraag: "Waarom ben ik op deze wereld?" Hij kon dus niet alles zien, en moest op een goed moment gewoon weer terug. Hij moest leren om met zichzelf om te gaan. Arjan had in die andere wereld namelijk alleen "schik gehad en moeilijke dingen laten liggen. Als je jezelf wilt ontwikkelen, moet je ook anderen helpen."
Rond zijn zevende kreeg Arjan de vraag voorgelegd wat hij precies zou willen doen. Hij koos toen opnieuw alleen voor zichzelf en niet om ook andere mensen te helpen. Pas rond zijn 16e of 17e vond hij die keuze heel egoïstisch en had hij er spijt van.
Overigens had hij in de tussenwereld ook veel contact gehad met een andere overledene die in het heden Niels heet. Voor zijn reïncarnatie kreeg hij een aantal gezinnen te zien, o.a. het gezin waar Niels in geboren werd. "Ik kon kiezen tussen een aantal gezinnen, c.q. mensen, waar ik geboren kon worden. Onder andere dat van Niels en dit gezin waar ik nu ben. Ik heb gekozen voor het gezin waar ik nu ben. Niels is mijn eerste vriendje waarmee ik veel speelde in mijn vrije tijd en op school en waar ik nu nog contact mee heb, al is het wel op een laag pitje."
In een flits werd hij naar deze wereld gestuurd, ongeveer pas op het moment dat hij geboren werd. In dit leven moet hij mensen helpen, waaronder ook af en toe iemand die hij in de tussenwereld verwaarloosd had. Hij heeft nu de behoefte gekregen om hulpverlener te zijn.
Arjan leerde ook nog dat de tijd in deze aardse wereld tergend langzaam verloopt vergeleken met die andere wereld. "De tijd is heel ‘uitgerekt’. Wat in de spirituele wereld in een flits kan, gebeurt hier in een langer moment. Bijvoorbeeld een gesprek voeren en je gevoelens uitleggen is veel ingewikkelder in deze wereld dan in de spirituele wereld. Hier maak ik daarom elke stap heel bewust mee."
Men liet hem ook iets met een soort ‘rol’ zien die je kunt uitrollen, "een soort spiegel waarmee je met verschillende niveau’s kan communiceren. Je kunt er letterlijk in kijken zodat je toegang krijgt tot een andere wereld."

Afscheid
Op een gegeven moment nam de man ook weer afscheid van Arjan en kondigde aan dat hij rond zijn 28e weer terug zou komen. Hij bouwde het contact af en zei: "Het is klaar, ik kom voorlopig niet weer terug." Ze namen toen afscheid van elkaar, en Arjan zag hem "weggaan naar boven." Hij heeft hem niet meer bewust teruggezien.
Na het vertrek van de man beleefde Arjan geen uittredingen meer. Hij had het leuk gevonden dat de man op bezoek was gekomen en miste de uitstapjes en manier van leven heel erg. Maar hij wist ook dat hij eerst dingen moest afronden. Inmiddels verlangt Arjan niet meer op een escapistische manier naar die andere wereld, wat nog wel het geval was toen hij zeven was, maar hij zou wel een combinatie willen van beide werelden. Hij heeft vertrouwen dat het goed zal komen, vertrouwen in het leven.

Beelden van de toekomst
In de periode dat Arjan de uittredingen had, voelde hij zich wel eens alleen, omdat hij weinig vrienden had. Tijdens een uittreding zag hij "een keer een hut met een aantal jongens erin. Ze zaten allemaal in een ovale cirkel en ik zag een heel warm, roodachtig en oranje licht. Het voelde heel warm en knus."
Arjan is ervan overtuigd dat hij een visioen van zijn toekomst heeft gehad, omdat de vrienden die hij pas vanaf zijn tiende leerde kennen allemaal voorkwamen in zijn beelden van de hut. De hut zelf is er trouwens ook echt gekomen, maar pas op zijn 12e. Ze maakten er gebruik van tot hij 18 was. Arjan heeft dit ook aan zijn vrienden verteld. Ze vonden het wel een beetje raar van hem, maar ze accepteerden het wel; "Arjan is nou eenmaal zo."
Dat alles wat hij gezien had, is uitgekomen, ziet Arjan ook als een bevestiging van de authenticiteit van zijn uittredingen.

Het delen van de ervaringen
Arjan vertelde als jonge jongen thuis wel een keer spontaan over zijn ervaringen, maar dat werd min of meer afgekapt doordat hij op dat moment naar school moest gaan.
In het algemeen had moeder Cela in die tijd wel aandacht voor dergelijke verhalen, "maar ze deed het ook vaak af met het feit dat ik heel fantasierijk kon zijn." Arjan erkent dat hij als kind wel fantasievol kon zijn, maar in dit geval was dit volgens hem echt niet aan de orde. Hij fantaseerde niet over dit soort onderwerpen en had er ook niet over gelezen. Later heeft Cela dit ook erkend.
Rond zijn tiende jaar heeft Arjan toch kans gezien om over zijn uittredingen te vertellen. Hij vertelde onder andere dat hij tijdens een uittreding aan de achterkant van het huis door het raam was gegaan met de geestelijke gedaante, en daarbij gewoon de straat door was ‘gelopen’. Hij legde haar uit dat "je gewoon door het raam gaat en dan op straat komt."
Zijn moeder vond dat vooral erg eng, omdat ze bang was dat hij niet terug zou komen van zo’n uittreding en dood zou gaan, of dat hij letterlijk uit het raam zou vallen. Ze was daar echt beducht voor en haar angst had haar eerder zelf behoed voor vergelijkbare ervaringen. Ze hield hem voor dat hij er zich niet meer mee bezig moest houden.
Tussen zijn tiende en zijn twaalfde overleed zijn grootmoeder en zijn moeder Cela herinnert zich nog dat de dood niet eng was voor Arjan. "Hij wist gewoon zeker dat de overledenen niet echt dood waren; wel het lichaam, maar niet de mens. ‘Dood is niet dood’, en ‘Mensen die dood zijn, die krijgen het goed, dus we kunnen gerust feest gaan vieren.’ Hij ging daarin wel wat te ver; hij was er wat te gemakkelijk over, in de trant van ‘Dat leven hierna is veel interessanter dan het leven hier.’" Zijn moeder was er wel door geïntrigeerd en vroeg zich af hoe een kind van die leeftijd daarbij komt als hij niet zelf ervaringen heeft gehad.
Cela is inmiddels van mening dat Arjans ervaringen niet toegeschreven kunnen worden aan fantasie of het lezen van bepaalde boeken. "Het ging om Arjans innerlijke gevoelswereld, maar was ook tastbaar en zichtbaar." Voor Cela gaf dit een soort herkenning, en daardoor wist ze ook dat het verhaal van Arjan waar was. Ze moest terugdenken aan haar eigen ervaringen in haar kindertijd en puberteit. Van jongsafaan heeft Cela Arjan over haar eigen ervaringen verteld, maar volgens Arjan "niet zo uitgebreid als dat ik denk dat het zit." Cela had trouwens zelf geen uittredingen beleefd. Er werd bij hen thuis ook niet veel gekeken naar films over vampiers of spoken, "veel meer naar tekenfilms en drama-films, onder meer over zielige beesten zoals Scruffy." Hij was zeker niet intensief bezig geweest met verhalen over spoken of vampiers. Wat strips betreft las hij als kind Donald Duck, Suske en Wiske, en Kuifje. Wat leesboeken aangaat las Arjan o.a. David de Kabouter. Maar hij had zelf achteraf beschouwd geen levendige fantasie als het op dit soort (paranormale) onderwerpen aankwam. Zijn moeder sluit tegenwoordig daarom zelf ook uit dat zijn ervaringen op fantasie berustten.
Zijn vader moest er trouwens allemaal niets van hebben. Hij is een hele stoere man, maar eigenlijk is hij er bang voor en hij vindt het ook maar niets. Het is allemaal onzin voor hem. Hoewel vader Voet wel aanwezig was tijdens mijn bezoek, nam hij niet actief aan ons gesprek deel.

Andere ervaringen
Toen Arjan een jaar of twaalf was zag hij een zwarte geest die hij ‘weggepraat’ heeft. Hij zag trouwens allerlei geesten (zowel zwart als wit), waaronder ook de oma van zijn moeder. "Die zei niets, maar trad op als een soort beschermengel. Witte geesten willen niets van je gedaan krijgen met dwang, maar ze vragen of je het zelf wilt." Rond zijn 14e had hij een gevoel bezeten te zijn door een zwarte geest die in zijn buik gekomen was. Hij merkte dat "het veel energie kostte en dat het iets was wat niet van hem was."
Tussen zijn 12e en 18e stopte Arjan het meeste wat hij rond zijn zevende had ervaren weg, omdat hij het inmiddels eng was gaan vinden. Ook had hij gemerkt dat vriendjes op school er niet leuk op reageerden. Arjan wou normaal zijn, net als ieder ander. "Ik kon me moeilijk identificeren met anderen."

Familiegeschiedenis
Zoals gezegd, had Arjans moeder Cela zelf ook altijd paranormale ervaringen gehad, hoewel die merkwaardig genoeg juist rond die tijd waren gestopt. Ze kon bijvoorbeeld zien hoe oud iemand zou worden, en dat kwam steeds uit. Dat wou ze niet meer. Ze is er nooit "te ver op ingegaan." Pas de laatste vijf jaar hebben Cela en Arjan steeds diepere gesprekken over hun ervaringen gekregen. Cela zegt hierover: "Ik geloof hem op zijn woord."
Zijn moeder denkt trouwens dat er een paragnostische aanleg in de familie zit die tot uiting is gekomen bij haarzelf, bij een oma en bij Arjan. Ze praat er trouwens nooit over met die oma, haar moeder, omdat deze altijd met negatieve voorspellende dromen aan komt zetten.
Cela deed eigenlijk niets met haar gave en pas de laatste vijf jaar vallen er allerlei puzzelstukjes op hun plaats. Zij wil nu ook zelf iets gaan doen met haar gaven en ervaringen. Als kind had Cela zelf ook geesten gezien, maar zij was er alleen maar bang voor. Ze zag o.a. een akelige, enorme zwarte kwelgeest met een grote zwarte hoed, die uit een kast kwam op haar slaapkamer. Ze was daar bang voor en haar ouders straften haar ook nog eens voor die angst. Bij haar thuis kon ze hier dus niet over praten en het heeft jaren geduurd voordat ze een andere slaapkamer kreeg, toen ze al een jaar of tien, elf was.
Later in haar jeugd heeft ze ook nog witte geesten gezien en ze merkt op dat hun gezicht en handen er steeds menselijk uit zagen; "de rest leek op een soort witte waas."
Toen Arjan tussen zijn elfde en twaalfde vertelde over waarnemingen van geesten, wilde Cela altijd weten of ze er wit of zwart uitzagen. Zwarte geesten vond ze namelijk heel gevaarlijk. Het klikte het vanaf het eerste moment tussen Cela en de moeder van de vriendin van Arjan, aangezien die zelf ook paranormale ervaringen heeft gehad. Zij droomde o.a. over een hele grote overstroming voorafgaand aan de ramp met de tsunami in Azië.

Verwerking van de misbruikervaringen
Volgens moeder en zoon Voet moest Arjan door een heel leerproces om zijn misbruikervaringen te verwerken. Hij moest mede daardoor zowel een neiging tot perfectionisme als tot overmatige zorgeloosheid de baas worden.
Toen hij zestien was, heeft hij een bijzonder moeilijke periode doorgemaakt. Hij speelde met zelfmoordgedachten, maar werd o.a. weerhouden van zelfdoding door zijn ervaringen als zevenjarige die "mij vertelden dat ik dan weer net zo snel opnieuw geboren zou worden." Uiteindelijk is Arjan in de psychiatrie terechtgekomen via de crisisdienst, in Zetten op de Lingenwal.
Hij had ongeveer drie maanden last van neerslachtigheid, minderwaardigheidsgevoelens en depressies, en hoorde psychotische stemmen in zijn hoofd die op hem inpraatten. Hij kreeg twee maanden lang Haldol (een anti-psychoticum) en Xeroxat (een anti-depressivum) en daarmee werd dit verschijnsel direct afgebouwd. Eigenlijk wou Arjan zelf alleen maar praten, maar de psychiater wou hem uitsluitend structuurbegeleiding en medicijnen bieden en dus juist niet praten.
In de psychiatrie zijn Arjans uittredingen en het zien van geesten nooit ter sprake gekomen, maar in ieder geval was men er al gauw uit dat hij niet leed aan schizofrenie of een aanverwante ziekte. "Het was een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) die verband hield met het seksueel misbruik van vroeger."
Dat zijn ergste crisis weer zo snel over was, beschouwen zowel zijn moeder als hijzelf trouwens als een echt wonder. In juli 1998 was Arjan namelijk in een bodemloze put beland. Hier heeft hij een klein jaartje in gezeten, tot juni 1999. Hij leefde vervolgens zes weken op een roze wolk van geluk. Men heeft de stellige indruk dat er "iemand of iets heeft ingegrepen, door het ‘kruis’ te pakken en er een ‘wolk’ van te maken. Na die ervaringen is het hele gezin anders gaan leven, veel bewuster." De materie werd ook minder belangrijk voor hen. Een psycholoog die voor zijn broer langskwam stelde dat "het hele gezin sterk was geworden door de ervaringen." In augustus 1999 is Arjan weer naar school gegaan en hij rondde een tweejarige opleiding KMBO-elektromonteur in een recordtempo van 9 maanden af. Hij volgde na het KMBO de opleiding MBO-SPW (Sociaal Pedagogisch Werk).
Hij kwam uiteindelijk tot rust en kreeg een overzicht van zichzelf, en "sleutelde alles op een rijtje." Dit proces is tot zijn 21e doorgegaan, d.w.z. gedurende zo’n 4 a 5 jaar. Arjan is nu bezig met de HBO-opleiding SPH. Zijn moeder is in menselijke zin echt trots op wat Arjan inmiddels allemaal heeft bereikt.
In 1996 zag Arjan hoe zijn overleden opa aan zijn bed kwam en hem om vergiffenis smeekte. Dat heeft Arjan veel moeite en tijd gekost, maar op een geven moment heeft hij toch zijn opa vergeven. "Het vasthouden van een haatgevoel, daar heb ik alleen mezelf mee. Mijn opa zou op deze manier ook niet loskomen van deze wereld. Het was een opluchting toen ik hem vergeven heb." Arjan ziet het nu zo dat zijn opa na de menopauze van zijn vrouw geen sex meer met haar mocht hebben en hij dat niet goed kon hanteren. "Hij ging al naar de hoeren, maar dat was kennelijk niet voldoende voor hem, hij was erg seksbelust ingesteld."

Verdere ontwikkeling
Bepaalde mensen met wie Arjan nu omgaat lijken erg op hem en zijn herkenbaar voor hem, want ze zitten op dezelfde weg.
Inmiddels volgt Arjan een HBO-opleiding Sociale en Pedagogische Hulpverlening, gericht op opvoeding en ontwikkeling. Hij streeft naar een integratie tussen wat hij zelf zijn 'zweverige' (spirituele) leven noemt en zijn aardse leven. Hij wil alles nog meer een plaatsje geven en zo ook ruimte te bieden. Die integratie benadert hij al wel, maar hij "raakt het nog niet helemaal." Arjan wil mensen verder helpen, eerst door middel van deze opleiding, en dan later nog veel meer ‘spiritualistisch’.
Tot voor kort voelde hij een sterke perfectionistische drang om zijn leven onder controle te houden. Maar inmiddels zijn Arjans laatste onzekerheden gewoon verdwenen. "Tegenwoordig probeer ik dingen los te laten. Dan hou je niets over, maar heb je tegelijk alles. Vroeger had ik ook een neiging om dingen af te raffelen, terwijl ik juist diep door dingen heen wil gaan."

Annie Baste, een vrouw met voorspellende gaven, heeft hem van alles voorspeld over hoe het nu verder gaat. Hij zal steeds weer geïnspireerd worden door mensen die hem verder helpen. "Dat komt altijd op het juiste moment."
Hij kan overigens niet zijn hele toekomst overzien en beschouwt zichzelf ook niet als helderziende. Arjan had in februari 2005 al zo’n anderhalf jaar een vriendin. Zij bevestigde tegenover mij dat Arjan absoluut geen fantast is, en zeker niet over dit soort dingen. Bij haar is de interesse voor dit soort zaken nog in ontwikkeling, hoewel ze erkent dat ze zelf in ieder geval zogeheten deja-vu ervaringen heeft gehad.

Recente ervaringen
Job, een ‘heel intelligente vriend’ van Arjan is als 18-jarige overleden bij een verkeersongeluk terwijl hij achter in een auto zat bij drie andere vrienden. Hij was op slag dood. Vooral de eerste weken had Arjan heel veel ervaringen rond zijn overleden vriend. Job kwam veel bij hem en hij wist eerst niet dat hij dood was. "Uiteindelijk nam hij dat trouwens wel aan en in de week voor zijn begrafenis leerde hij veel over de andere wereld." Na zijn dood had Arjan drie tot vier maanden geen contact met hem. Daarna kreeg hij een droom waarin ze in kleermakerszit tegenover elkaar zaten. Volgens Arjan zou Job gebonden zijn gebleven aan de aarde doordat zijn vriendin hem niet los kon laten.
Verder heeft Arjan bij zijn vriendin thuis haar overleden broer en zus waargenomen. Algemener voelt hij tegenwoordig aan hoe het met mensen gesteld is. Het heeft er voor hen dus wel alle schijn van dat hij een soort paragnostische of mediamieke ontwikkeling aan het doormaken is.

Interpretatie van Arjans ervaringen
Men kan in principe zijn toevlucht nemen tot twee soorten theorieën om de ervaringen van Arjan Voet te verklaren.

– Zuiver psychologische theorieën volgens welke men Arjans ervaringen moet beschouwen als psychogene hallucinaties of droombeelden ten gevolge van onbewuste fantasie. Indien de uittredingservaringen werkelijk plaatsvonden tijdens de vroegste jeugd zelf, komen ze volgens dit type verklaring neer op een vlucht uit de harde realiteit. Een andere mogelijkheid is nog dat Arjan als kind helemaal geen uittredingservaringen meemaakte, maar pas jaren later onbewust valse herinneringen creëerde aan zulke ervaringen, bijvoorbeeld in een poging zijn eenzaamheid of trauma’s door het seksuele misbruik te compenseren. Daarbij zou men onder meer kunnen aanvoeren dat vast lijkt te staan dat Arjan later in zijn jeugd last kreeg van PTSS.
Auteurs als Susan Blackmore zien uittredingen per definitie als een soort illusies omdat er volgens hen geen ziel bestaat (of zelfs maar kan bestaan) die het lichaam kan verlaten (Blackmore, 1982). Ze wijzen bijvoorbeeld ook graag op ogenschijnlijk bizarre verhalen over mensen die beweren dat buitenaardse wezens hen meenamen op een zielenreis naar een ruimteschip, om daar onder andere invasieve genetische of medische proeven op hen te doen (Mack, 1995). Hieruit zou bij voorbaat blijken hoe absurd het is om verhalen over uittredingen onder begeleiding van geesten serieus te nemen.
De overige verhalen over een soort bezetenheid en het waarnemen van andere geesten zou de fantasiehypothese verder versterken.

Parapsychologische theorieën die een duidelijke relatie leggen tussen Arjans verhaal en andere verslagen van uittredingen, met name bij bijna-doodervaringen (Rivas, 2003), en de overeenkomst benadrukken met herinneringen aan een spirituele preëxistentie (Rawat & Rivas, 2005; Rivas, 2001, 2003a, 2003b). Bijvoorbeeld wat betreft de uittredingservaringen gekoppeld aan paranormale waarnemingen van de omgeving bij Pam Reynolds (Smit, 2003) of Al Sullivan (Rivas, 2004) of de herinneringen aan een vorig leven als soldaat gevolgd door herinneringen aan een spirituele wereld van de Nederlandse jongen ‘Kees’ (Rivas, 2003b) en herinneringen aan het kiezen van een moeder bij ‘Christina’ uit Malden (Rivas, 2000). Ook mogelijke beelden van de toekomst kunnen voorkomen bij bijna-doodervaringen (Brinkley & Perry, 1995). De Duitse parapsychologe Annekatrin Puhle (2004) heeft me overigens nog op parallellen gewezen met de zielenreizen van sjamanen die in contact komen met hogere geesten, en tevens met geestverschijningen die volwassenen meenemen naar een andere wereld. Ze noemt met name het geval van de Comte de Gabalis. Andere parallellen zijn te vinden in verslagen van volwassen paragnosten of zieners, waaronder Emanuel Swedenborg (2001), Gijsbert van der Zeeuw (1975) en Robert Monroe (1977), over hun uittredingen naar een hiernamaals.
Een nog directere parallel is te vinden in het relatief onbekende boek van Kathie Jordan (2003) The Birth Called Death, waarin ze verslag doet van haar reizen naar het hiernamaals onder begeleiding van haar overleden broer Troy. Net als Arjan was Kathie zeven toen haar uittredingen begonnen en ook zij werd uit haar lichaam gehaald en meegenomen naar een spirituele wereld om daar dingen te leren. Net als Cela, is ook de moeder van Kathie bang dat ze niet meer terugkeert van haar zielenreizen. Het is praktisch uitgesloten dat Arjan beïnvloed is door dit boek aangezien het pas in 2003 verschenen is, sindsdien nog niet vertaald is in het Nederlands, en nauwelijks bekend geworden is in het Engelstalige gebied.
Arjan zou volgens de parapsychologische interpretatie als kind hoe dan ook werkelijk meegenomen zijn uit zijn lichaam en beelden gezien hebben van een geestelijke wereld waarin hij zich voorbereidde op zijn huidige aardse leven.
Overigens is een parapsychologische verklaring verenigbaar met beïnvloeding door psychologische factoren, d.w.z. dat bepaalde details of deelervaringen binnen het verhaal beïnvloed kunnen zijn door Arjans achtergronden en ontwikkeling, zoals de exacte situering van zijn herinneringen aan een leven als indiaan of zijn latere ervaringen met geesten, maar zonder dat dit de algemene lijn of strekking van zijn verhaal ontkracht. De uittredingen en andere ervaringen zouden verder samen kunnen hangen met een paranormale begaafdheid die zich ook in andere opzichten doet gelden en overeenstemt met een mogelijke vergelijkbare gave bij zijn moeder en oma.
Ik ben zelf het meest geneigd tot het tweede type verklaring, met name door de overeenkomsten met bijna-doodervaringen en tussenperiodeherinneringen en met het verhaal van Kathie Jordan, en doordat Cela Voet bevestigt dat Arjan al op jonge leeftijd met haar over zijn uittredingen heeft gepraat.
Hoe dan ook lijkt het mij van belang om de ervaringen van Arjan Voet serieus te nemen en op zoek te gaan naar vergelijkbare ervaringen van jonge kinderen, liefst terwijl zij die ervaringen nog hebben. Het is zeker denkbaar dat het verhaal van Arjan Voet samen met dat van Kathie Jordan de aanzet kan geven tot de ontsluiting van een belangrijk nieuw onderzoeksgebied.

Literatuur
– Blackmore, S. J. (1982). Beyond the Body. London: Heinemann.
– Brinkley, D., en Perry, P. (1995). Gered door het Licht. Den Haag: Uitgeverij BZZTôH. – Jordan, K. (2003). The Birth Called Death. Ashland: RiverWood Books.
– Mack, John. (1995) Abduction: Human Encounters With Aliens. London: Simon & Schuster.
– Monroe, R.A. (1977). Uittredingen: experimenten buiten het lichaam. Deventer: Ankh-Hermes.
– Puhle, A. (2004). Lexikon der Geister. München: Atmosphären.
– Rawat, K.S., & Rivas, T. (2005). The Life Beyond: Through the eyes of Children who Claim to Remember Previous Lives. The Journal of Religion and Psychical Research, 28, 3, 126-136.
– Rivas, T. (2000). Parapsychologisch onderzoek naar reïncarnatie en leven na de dood. Deventer: Ankh-Hermes.
– Rivas, T. (2001). Heel wat meer dan niets: herinneringen aan een ‘tussenperiode’. Prana, 127, 89-93.
– Rivas, T. (2003a). De theoretische interpretatie van bijnadoodervaringen. Terugkeer, 14(3), 11-14. (Iets uitgebreide herdruk van een artikel in Tijdschrift voor Parapsychologie en vrije vertaling van een oorspronkelijk Engelstalig artikel in The Journal of Religion and Psychical Research).
– Rivas, T. (2003b). Herinneringen aan een preëxistentie. Terugkeer, 14(4), 20-23.
– Rivas, T. (2004). Het geval Al Sullivan: Een bijnadoodervaring met paranormale indrukken. Terugkeer, 15(4), 19-21.
– Smit, R.H. (2003). De unieke BDE van Pamela Reynolds (Uit de BBC-documentaire "The Day I Died"). Terugkeer, 14 (2).
– Swedenborg, E. (2001). Hemel en hel en over hetgeen er werd gehoord en gezien (vertaald boek uit 1758). Tilburg: Sigma.
– Zeeuw, G. van der (1975). Helder weten: Ervaringen uit onzichtbare werelden. Deventer: Ankh-Hermes.

Met dank aan de direct betrokkenen, en verder aan Rudolf H. Smit, Anny Dirven, Loes Modderman en Dr. Annekatrin Puhle.

Een ingekorte versie van dit artikel is verschenen in maart 2006 in Terugkeer van Stichting Merkawah, 17e jaargang, nummer 1, 18-21.

Contact: titusrivas@hotmail.com