Titel

Reïncarnatieherinneringen aan de Holocaust

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 16 August, 2009)

Samenvatting

Titus Rivas bespreekt aanwijzingen voor authentieke herinneringen aan een vorig leven tijdens de Holocaust.


Tekst

 
Reïncarnatieherinneringen aan de Holocaust

Circa 40 à 50 jaar na de Holocaust worden steeds vaker kinderen geboren met opvallende herinneringen aan de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog. Typische gevallen van reïncarnatie, betogen diverse onderzoekers. Om niet te zeggen: extra bewijsmateriaal voor reïncarnatie én die gruwelen (voor de enkeling die het nog niet geloofde).

door Titus Rivas

De Holocaust, in het Hebreeuws Shoah en in het Romani Porrajmos, is één van de grootste gruwelen uit de geschiedenis. Wat revisionisten als bisschop Williamson ook mogen beweren, zij kostte waarschijnlijk tussen de 9 en 11 miljoen mensen het leven. Naast de grootschalige genocide op Joden en zigeuners, doodden de nazi's o.a. ook zoveel mogelijk homoseksuelen, Jehova's getuigen en vrijmetselaars. Daarnaast traumatiseerde de Holocaust miljoenen overlevenden, bijvoorbeeld doordat praktisch hun hele familie erin omkwam. Of uiteraard door hun eigen ervaringen met vervolging en gevangenschap.
In ruimere zin gaan ook latere generaties gebukt onder de nazi-slachtingen. Zelfs de harde politiek van Israël jegens de Palestijnen kan men wellicht met een collectief Holocaust-trauma in verband brengen.
In positieve zin probeert men tegenwoordig alle mogelijke getuigenissen en documenten vast te leggen. Niet alleen om te voorkomen dat de slachtoffers worden vergeten, maar ook om te leren van de geschiedenis. Spielbergs film Schindler's List heeft een vergelijkbare achtergrond. Ook ego-documenten van mensen die de Holocaust niet hebben overleefd, zoals Anne Frank, behoren inmiddels tot ons universele erfgoed.
Overigens leidt dit er ook toe dat sommigen zich sterk identificeren met slachtoffers. Daar is niets mis mee, zolang het zich beperkt tot meeleven met de lotgevallen van bijvoorbeeld Janina David in Ein Stück Himmel. Het wordt een ander verhaal als iemand ten onrechte gaat geloven dat hij zelf een overlevende van de Holocaust is. Zoiets is bekend van de Zwitser Bruno Grosjean alias Benjamin Wilkomirski. Hij was een geadopteerd kind en maakte zichzelf wijs dat hij als Joods jongetje in een concentratiekamp had gezeten. Dat ging zover dat hij een boek schreef over zijn vermeende ervaringen. Uiteindelijk bleek uit DNA-onderzoek dat de man etnisch gezien geen Jood was maar een echte Zwitser. Dit vormde niet alleen een grote blamage voor Grosjean zelf, maar leidde ook tot verontwaardiging onder zijn lezers. Een waardige herdenking van de Holocaust is onverenigbaar met pathologische fantasieën.

Trauma's uit een vorig leven
Reïncarnatie-onderzoek onder jonge kinderen heeft het heel aannemelijk gemaakt dat trauma's ook door kunnen werken in een volgend leven. Als veel slachtoffers inmiddels teruggekeerd zijn op aarde, mogen we verwachten dat sommige van hen nog steeds last hebben van hun ervaringen. Er blijkt inderdaad een hele literatuur te zijn over vroegere incarnaties tijdens de Holocaust. De meeste verhalen hebben betrekking op de slachtoffers maar sommigen herinneren zich juist een leven als nazi-beul of soldaat. Een deel van deze Holocaust-gevallen zou je misschien nog kunnen afdoen als het product van inbeelding. Zeker als de persoon in kwestie pas als volwassene onder regressie over zo'n leven praat. Maar het wordt anders als een kind er spontaan over begint, de herinneringen heel concreet zijn en bijvoorbeeld gepaard gaan met nachtmerries. Zo vertelde ene Marjan uit Hengelo mij in 2002 dat haar zoon rond de 3 jaar oud was toen hij sprak over een andere moeder en zus. Hij had het daarbij over een tijd dat ze een 'ster op moesten hebben'. Elke nacht werd hij volgens Marjan gillend van angst wakker.
Al eerder had ik me samen met de Indiase onderzoeker dr. Rawat verdiept in de Amsterdamse casus van het meisje Sh. Dit is een bijzonder rijk en complex geval maar in dit verband is vooral het volgende van belang. Sh. die inmiddels een jonge vrouw is, was een hoogbegaafd meisje. Haar gaven werden officieel vastgesteld door de ontwikkelingspsychologen Mönks en Overbeek van de Universiteit van Nijmegen. Rond haar derde jaar vertelde ze haar moeder Leora over een vorig leven in Amsterdam. Zij beschreef onder meer een plein waar de vrouwen in haar tijd de was deden. Op een gegeven moment zou zij door 'jagers' vervolgd zijn. Sh. zou zich hebben verstopt toen andere Joden bijeen gedreven werden, maar later toch gedeporteerd zijn. Ze beweerde ook dat de jagers alle 'puppies' bij elkaar dreven en met slangen besproeiden. Alle puppies zouden daarbij 'naar de hemel zijn gevlogen'.
Een aangrijpend Engelstalig versje dat Sh. reeds op haar derde dichtte luidt vrij vertaald: 'Een koperen maan is het geluid van huilende kinderen.'

Fantasie
De Amerikaanse rabbijn Yonassan Gershom publiceerde twee boeken over herinneringen aan de Holocaust die beide in het Nederlands werden vertaald. Gershom heeft zelf geen moeite met reïncarnatie omdat dit concept voorkomt in de Joodse Kabbala en het chassidisme. Als pastoraal werker sprak de rabbijn met zo'n 250 mensen over hun mogelijke herinneringen. Velen van hen zijn zelf niet Joods in hun huidige leven.
Gershom maakt overigens terecht een onderscheid tussen zwakke en sterke gevallen. Bij zwakke gevallen zou het nog kunnen gaan om fantasie, vergelijkbaar met het bovenvermelde verhaal van Bruno Grosjean. In gevallen zoals dat van de Zweedse Barbro Karlén die beweerde Anne Frank te zijn geweest, ligt fantasie zelfs voor de hand. Zij beschikte uitsluitend over informatie die of al bekend was of anders onjuist. Uitgaande van wedergeboorte kan ook Anne Frank natuurlijk al terug op aarde zijn. Maar iemand die beweert haar reïncarnatie te zijn kan niet volstaan met algemeenheden die bijna iedereen al kent. Bovendien is het kwalijk als zulke zwakke gevallen wonden openrijten bij nabestaanden.
Sterke casussen betreffen daarentegen vaak zeer jonge kinderen zonder normale voorkennis over de Holocaust. Ze kunnen naast hun herinneringen soms ook de neiging hebben om rituelen uit te voeren die Joods aandoen of bijvoorbeeld specifiek weigeren varkensvlees te eten. Vaak lijden ze ook aan fobieën en nachtmerries.

Gaskamer
Zelfs de voornaamste westerse reïncarnatie-onderzoeker wijlen dr. Ian Stevenson heeft twee Holocaust-casussen opgenomen in zijn boek over Europese gevallen. Dit betekent dat het onderwerp definitief op de kaart staat van het serieuze parapsychologische onderzoek naar reïncarnatieherinneringen.
Het gaat om de gevallen van de Engelse jongen David Llewelyn en de Finse jongen Teuvo Koivisto. David leed als kind aan nachtmerries waarin hij diepe zwarte gaten zag met lichamen erin. Er waren mensen met geweren bij en hij kon de stank van de lijken ruiken, die leek op de geur van gas van het gasfornuis. David beschreef concentratiekampen en stervende mensen. Hij durfde niet naar een vakantiekamp te gaan, wat hij als volgt toelichtte: “Mensen zitten er in een kooi en hebben het koud, lijden honger en zijn bang. Ze komen er nooit meer uit.” Ook leek David een angstige obsessie met sterren te hebben en wilde hij naar een synagoge gaan. Zijn moeder verklaart dat David nooit over de Shoah gehoord had toen hij erover begon.
Teuvo werd in een christelijke familie geboren. Rond zijn derde vertelde hij zijn moeder over de omstandigheden in een concentratiekamp en hoe hij er zelf vergast was. Hij zei dat hij naar de 'badkamer' was gebracht. Daar werden mensen beroofd van hun bezittingen zoals brillen en gouden tanden. Vervolgens werden ze uitgekleed en in de 'oven' gestopt. Er kwam gas uit de muur en hij kon geen adem meer halen. Er waren stapels lijken geweest in het kamp. Ook vermeldde hij een 'oven' met kinderen erin. Terwijl Teuvo hierover praatte was hij altijd erg bang voor zijn eigen herinneringen. De eerste keer dat hij erover begon leek hij een soort astma-aanval te krijgen zonder dat hij aan die ziekte leed. Ook zijn moeder is er zeker van dat Teuvo nooit op een normale manier aan zijn kennis over de Holocaust gekomen kan zijn.

Zigeuners
Wrang genoeg is de Holocaust van Roma en Sinti en andere minderheden lang onderbelicht gebleven in de geschiedschrijving. Op het gebied van herinneringen aan een vorig leven is daar nog steeds sprake van. Ik ken er nog geen boeken over en op internet heb ik slechts twee brieven gevonden met dit thema. Helaas wordt niet duidelijk of het gaat om spontane herinneringen of regressie-herinneringen. In één geval gaat het om iemand die stelt een aantrekkelijke vrouw met veel kinderen te zijn geweest. Ze was lid van een grote zigeuner-clan en belandde in een concentratiekamp. Daar werd ze niet meteen gedood maar seksueel misbruikt door de bewakers. Zo overleefde ze de oorlog en probeerde daarna vergeefs andere overlevenden van haar familie op te sporen. De andere brief beschrijft eveneens een leven als zigeunerin die gedwongen werd zich te prostitueren voor de Duitsers. Uiteindelijk kwam een hooggeplaatste nazi hierachter en werd ze afgevoerd naar een kamp. Daar werd ze uiteindelijk gedood. Deze vrouw beweert overigens dat ze erin geslaagd is om twee lotgenoten uit dat vorige leven terug te vinden die, net als zij, seksueel misbruikt waren door bewakers.

Hoe je ook aankijkt tegen concrete verhalen op dit gebied, er is zeker enig interessant bewijsmateriaal voor authentieke reïncarnatieherinneringen aan de Holocaust. Net als de afgrijselijke herinneringen van overlevenden vormen ze een waarschuwing waartoe xenofobie en rassenhaat kunnen leiden.

Literatuur



Contact: titusrivas@hotmail.com

Dit artikel werd in 2009 gepubliceerd in een tijdschrift en later op txtxs.nl gezet.