Titel

Bewustzijn als obstakel voor een skeptisch wereldbeeld

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 16 August, 2009)

Samenvatting

Titus Rivas toont aan dat het naturalistische wereldbeeld van sceptici (oftewel skeptici) kampt met een onoverkomelijk obstakel, het zogeheten 'hard problem' van het bewustzijn.


Tekst



Die belachelijke paranormaliteit... Bewustzijn als obstakel voor een skeptisch wereldbeeld

Kent de wereld geen 'mystieke' dimensies, maar berust deze volledig op natuurlijke mechanismen die we ooit helemaal zullen begrijpen? Of niet? Hoe rationeel is die nuchtere visie van zulke 'skeptici' eigenlijk?

door Titus Rivas

Sommige geleerden kunnen zich echt opwinden als je serieus uitgaat van 'onzin' als telepathie, paranormaal genezen, een godheid of een leven na de dood. Volgens hen zou het een uitgemaakte zaak zijn dat zulke dingen niet kunnen bestaan. Bovendien wenden dergelijke 'gekke' ideeën ons af van een zinvol leven op aarde. De hoogste tijd dus om de mensheid ervan te verlossen. De wereld kent geen 'mystieke' dimensies, maar berust op volledig natuurlijke mechanismen die we ooit helemaal zullen begrijpen. Maar... hoe rationeel is de nuchtere visie van zulke 'skeptici'i eigenlijk? Als je kijkt naar het bewijsmateriaal voor paranormale verschijnselen wordt volgens mij direct duidelijk dat er weinig overblijft van de skeptische claims. Alleen zijn skeptici daar natuurlijk niet zo van onder de indruk. Paranormale verschijnselen zijn bij voorbaat uitgesloten en parapsychologisch bewijsmateriaal kun je dus onmogelijk serieus nemen. Tenzij het om negatieve resultaten gaat, wel te verstaan.
Dit geldt echter niet voor een fenomeen dat zelfs de skepticus zelf uit eigen ervaring kent: zijn subjectieve beleving. Het alledaagse bewustzijn dat hem zolang hij wakker is constant begeleidt. Het is er zelfs tijdens zijn skeptische overpeinzingen en terwijl hij zijn standpunten verwoordt. Spookverschijningen kan hij wellicht moeiteloos verjagen, maar zijn eigen beleving wijkt nu eenmaal niet zolang hij wakker is.

'Hard problem'
Zo alledaags als het bewustzijn is, zo lastig is het te plaatsen binnen de 'naturalistische' theorieën die de meeste skeptici aanhangen. Men moet zich dat zo voorstellen. Volgens naturalisten is de hele werkelijkheid vanzelf ontstaan uit fysieke bouwstenen zonder dat daar nog andere principes bijkomen. Dat geldt uiteraard voor alle levenloze verschijnselen, maar evenzeer voor planten, dieren en mensen. Al het leven is voortgekomen uit de materie en er is bijvoorbeeld geen sprake van een 'entelechie', levenskracht of morfogenetisch veld. Het leven zou dus volledig berusten op fysieke wetmatigheden, ook al gaat het daarbij wel om een specifieke organisatie van de materie. Je kunt je afvragen waarom ze hier zo zeker van zijn, maar dat laat ik nu even voor wat het is. Ook de geest zou voortkomen uit de stof, en wel specifiek uit neurologische processen in het brein. Als je het zo formuleert lijkt de theorie op het eerste gezicht nog houdbaar. Maar uitgerekend een vooraanstaande naturalistische filosoof uit Australië, David Chalmers, heeft een forse moeilijkheid gesignaleerd. Sindsdien spreekt men doorgaans over het 'hard problem' van Chalmers. Kort gezegd komt het hierop neer: Het naturalisme kan met enige fantasie nog wel overweg met onbewuste psychologische processen, maar het weet zich geen raad met het bewustzijn. Onze bewuste gedachten, gevoelens, verlangens, enzovoort kunnen namelijk niet opgevat worden als fysieke verschijnselen. Ze bezitten onder andere kwalitatieve en subjectieve aspecten die je niet terug kunt vinden in de hersenen als zuiver stoffelijk orgaan. Hoe kan het met andere woorden dat het brein bewustzijn zou voortbrengen, terwijl dat bewustzijn zelf niet stoffelijk is? Waarom bestaan er überhaupt subjectieve ervaringen in een verder volledig materieel universum?

De schade beperken
Chalmers erkent zelf dat naturalisten geen eenvoudig, vanzelfsprekend antwoord op dit 'moeilijke probleem' tot hun beschikking hebben. Hij verzet zich echter tegen pogingen om zijn gematigde vorm van 'naturalistisch dualisme'ii als argument te gebruiken voor een niet-naturalistisch wereldbeeld. De filosoof distantieert zich bijvoorbeeld expliciet van de Intelligent Design-onderzoeken en van de parapsychologie. Ook in een ander opzicht bleek Chalmers zijn naturalisme jarenlang nog belangrijker te vinden dan zijn erkenning van het bewustzijnsvraagstuk. Hij benadrukte bijvoorbeeld dat hij niet geloofde in een causale impact van het bewustzijn op de hersenen. Pas de laatste jaren lijkt hij deze mogelijkheid serieuzer te nemen. Verder flirt Chalmers met het panpsychisme, de theorie dat elke vorm van materie gepaard gaat met een psychisch principe. Bij ingewikkelde breinen zou dit verband tussen stof en psyche leiden tot een complex bewustzijn. Dit levert echter geen duidelijke oplossing voor het 'hard problem' op, want ons bewustzijn is meer dan een samenklontering van geestelijke processen. Het bezit een subjectieve eenheid die je niet kunt verklaren uit de organisatie van de hersenen.
Veel andere naturalisten geven er daarom de voorkeur aan het bewustzijnsvraagstuk zoveel mogelijk te negeren. Ze hopen dat het toch nog berust op een misvatting en dat we gewoon nog niet door hebben waar de fout zit. Alles liever dan het 'nuchtere' wereldbeeld opgeven. Colin McGinn stelt zelfs dat het uitblijven van een naturalistische oplossing voor het bewustzijnsvraagstuk te maken heeft met de aard van onze hersenen. Het brein zou namelijk zo geëvolueerd zijn dat het vooral geschikt is voor het oplossen van problemen die direct betrekking hebben op overleven. Vraagstukken als de relatie tussen hersenen en bewustzijn vallen daarbuiten en daarom zullen ze ook wel altijd een raadsel blijven. Dit is volgens hem vergelijkbaar met ons onvermogen om bepaalde (fysieke) geluiden te horen. Het bizarre aan deze theorie is dat McGinn er toch vanuit blijft gaan dat we kunnen weten dat het bewustzijn door de hersenen geproduceerd wordt. Als hij gelijk had, zou zelfs dat vermeende inzicht buiten ons bereik moeten liggen. John Searle gaat verder in zijn erkenning van het bestaan van bewustzijn en zijn invloed op de fysieke realiteit dan veel andere naturalisten. Deze filosoof gaat echter uit van een naïef soort materialisme. Hij lijkt niet goed te beseffen waarom het bewustzijnsvraagstuk volgens Chalmers nu eigenlijk zo moeilijk is.

Welk bewustzijn?
Naturalisten als Chalmers en McGinn erkennen het 'hard problem' en stellen dat het nog niet opgelost is of zelfs niet opgelost kan worden. Andere naturalisten doen echter wat Alexander deed bij de Gordiaanse knoop: ze ontwarren het probleem niet, maar hakken het door. Volgens hen is er helemaal geen probleem, omdat ... er geen bewustzijn is! Deze vervreemdende positie wordt onder andere verkondigd door Daniel C. Dennett. Hij stelt dat je bewustzijn wel kunt gebruiken als een term om bepaalde cognitieve verwerkingsprocessen mee aan te duiden. Maar bewustzijn in de zin van subjectieve, kwalitatieve ervaringen zou niets minder dan een sprookje zijn. Mensen die daar serieus van uitgaan zijn voor Dennett vergelijkbaar met mensen die in kabouters geloven.
Dennett is een zeer heldere, welsprekende en onderhoudende schrijver met een uitgebreid oeuvre. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij veel invloed heeft op medenaturalisten, waaronder de Nederlandse filosoof Bas Haring.
De bekendste auteur binnen het skeptische kamp die net als Dennett het bestaan van bewustzijn ontkent, is Susan Blackmore. In een merkwaardige mix van zenboeddhisme en extreem materialisme orakelt zij dat er geen bewustzijn en geen zelf bestaat. Er is namelijk geen centrum in de hersenen waar alle informatie samenkomt, zoals wel voor het bewustzijn geldt. Het zou volgens Blackmore goed zijn als we dit tot ons door laten dringen!
Graham Dunstan Martin wijst er in dit verband op dat de skeptica haar loochening van een zelf grondvest in het materialisme. Aangezien er geen bewustzijn aangetroffen kan worden in de fysieke wereld als zodanig, kan het alleen nog een fictie zijn.We kunnen volgens Martin ons bewustzijn echter redelijkerwijs niet ontkennen, omdat dit zou neerkomen op een loochening van hele innerlijke leven. Het bewustzijn is zelfs het enige waar we absoluut zeker van kunnen zijn. Daarom moet het radicale materialisme van Blackmore, Dennett en anderen wel volkomen onjuist zijn.

Een onoverkomelijk obstakel
We hebben gezien dat diverse auteurs zich inspanningen hebben getroost om het vraagstuk van het bewustzijn in een fysieke wereld te bezweren. Ze zijn daar niet in geslaagd; het 'hard problem' blijk je niet weg te kunnen redeneren. Het blijft een hardnekkig vraagstuk dat je niet kunt oplossen zolang je vasthoudt aan een strikt naturalistisch wereldbeeld. Het bewustzijn is er en het zal (gelukkig) niet verdwijnen om de skeptici terwille te zijn. Naturalisten kunnen daar aan voorbij gaan, zoals we onlangs weer hebben kunnen zien bij de overmoedige auteurs van het boek Wat een onzin! Maar dat maakt het naturalistische wereldbeeld er niet geloofwaardiger op. Misschien ligt daarin mede de oorsprong van de vaak redeloze skeptische campagnes tegen intellectuele tegenstanders.

Literatuur

i Met een -k inderdaad, zo schrijven ze het zelf, om zich te onderscheiden van sceptici uit bijvoorbeeld de oudheid.

ii Dualisme betekent hier slechts dat men uitgaat van het bestaan van twee onherleidbare principes in de werkelijkheid, in casu fysieke verschijnselen en bewustzijn.


Dit artikel werd in 2009 gepubliceerd in een tijdschrift en later op txtxs.nl gezet. Contact: titusrivas@hotmail.com