Titel

Boekbespreking van The Animal Manifesto van Marc Bekoff

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 31 March, 2011)

Samenvatting

Recensie van The Animal Manifesto: Six reasons for expanding our compassion footprint van Marc Bekoff door Titus Rivas


Tekst

 
Boekbespreking

Marc Bekoff. The Animal Manifesto: Six reasons for expanding our compassion footprint. Novato: New World Library, 2010. ISBN 978-1-57731-649-7.

Rasoptimist Bekoff vertolkt wensen van dieren
Marc Bekoff is een bekende etholoog die zich concentreert op gevoelens en innerlijke beleving van dieren. Daarnaast zet hij zich op diverse manieren in voor verbetering van dierenwelzijn. Hij werkt wat dit betreft onder meer samen met zijn collega Jane Goodall.
Dit jaar is er zelfs een 'manifest' verschenen waarin Bekoff optreedt als vertolker van de wensen en behoeften van dieren. De auteur profileert zich als een rasoptimist die gelooft dat we na verloop van tijd naar alle waarschijnlijkheid toe zullen groeien naar een wereld waarin compassie steeds meer de norm wordt. Deze visie baseert hij op het feit dat mededogen een natuurlijk gegeven is, dat ook bij andere diersoorten voorkomt. Bekoff heeft het over een compassion footprint, die in tegenstelling tot de ecologische voetafdruk zo groot mogelijk moet worden. Overigens ontkent hij zeker niet dat er allerlei negatieve ontwikkelingen zijn die het lot van dieren de laatste jaren enkel verder verslechteren, maar tegelijkertijd zouden er ook veel positieve veranderingen te melden zijn. De auteur gelooft duidelijk in een geleidelijke ethische evolutie en is voor een respectvolle, niet-agressieve vorm van activisme en bewustwording, geïnspireerd door mensen als de Viëtnamese boeddhistische monnik Thich Nath Hanh. Daarbij doet hij wel een belangrijke concessie. Bekoff geeft toe dat hij het liefst zou willen dat ooit bijna iedereen veganistisch zal leven, maar meent dat dat (voorlopig?) niet bereikbaar is. In plaats daarvan pleit hij voor een steeds toenemende compassie jegens alle dieren, inclusief mensen. Hij mikt zo bijvoorbeeld niet op een totaal verbieden van vleeseten, maar wel op een beduidende reductie van de vleesconsumptie en het afschaffen van de vee-industrie.
Veel punten die Bekoff aansnijdt, zullen overigens al gesneden koek zijn voor lezers van zijn voorgaande boeken. Zoals: dieren zijn complexe psychologische wezens met een rijk gevoelsleven. Of: het is van groot belang dat we het speciësisme (discriminatie op basis van diersoort) eindelijk achter ons laten. En nog: het is onterecht als geleerden van antropomorfisme - het projecteren van menselijke kenmerken op dieren - worden beschuldigd als alles erop wijst dat dieren op een bepaald punt echt met mensen overeenkomen.
Toch voegt het boek wel degelijk iets toe aan de bestaande literatuur op het gebied van dierpsychologie en dierethiek. Alleen al de gekozen vorm is natuurlijk al origineel: het gaat om een manifest dat vanuit het perspectief van de dieren zelf is opgesteld. Ook sommige concrete formuleringen van Bekoff zijn waardevol. Zoals: alle slachtdieren zouden een naam moeten krijgen zodat men zich zou afvragen wie er nu precies opgegeten wordt. En: ”alleen een kluizenaar kan nog zeggen: 'Oh, ik wist niet dat dieren konden voelen.'” (blz. 172).
Behalve aan de intensieve veehouderij, besteedt Marc Bekoff aandacht aan het onderzoek van de Nederlandse ethologe Françoise Wemelsfelder naar dierenwelzijn, evenals aan de morele aanvaardbaarheid van dierproeven, dierentuinen en circussen. Veel wetenschappers beweren volgens Bekoff tegenwoordig bijvoorbeeld openlijk dat dierproeven slechts zeer zelden bruikbare resultaten opleveren voor de menselijke geneeskunde. Zelf stond ik altijd extra kritisch tegenover dit soort boude beweringen, maar Bekoff heeft me enigszins op andere gedachten gebracht. Er blijken ook echt tal van positieve ontwikkelingen te zijn zoals het afschaffen van vivisectie op scholen in Israël, de groeiende weerstand tegen stierengevechten in Spanje en Portugal, en uiteraard de zetels van de Partij voor de Dieren in het Nederlandse parlement.
Bovendien komen er allerlei recente ontdekkingen op ethologisch gebied in het boek voor. Zoals: apenmoeders in Thailand leren hun jongen flossen en capucijnaapjes denken na over de juiste steen waarmee ze een noot het beste kunnen kraken. Of een bericht uit 2008 waaruit blijkt dat eksters in staat zijn zichzelf in een spiegel te herkennen. En een verhaal over een dolfijn die twee gestrande walvissen terug weet te leiden naar zee.
Wat mij in het algemeen aanspreekt aan The Animal Manifesto is de toon van warme betrokkenheid die Marc Bekoff van begin tot eind vasthoudt. Qua boodschap is het werk mij persoonlijk niet radicaal genoeg, maar het vormt zeker een waardevolle bijdrage aan ethische discussies op dit gebied.

Titus Rivas

Deze recensie werd geplaatst in V, Vegan Magazine, het tijdschrift van de Nederlandse Vereniging voor Veganisme, zomer 2010, nr. 85, blz. 27.

Contact: titusrivas@hotmail.com