Titel

Visistadvaita and Dvaita van B.N. Hebbar (recensie)

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 5 May, 2011)

Samenvatting

Recensie van een boek van B.N. Hebbar over twee minder bekende stromingen in de Indiase vedanta-filosofie: visistadvaita en dvaita.


Tekst

 
Boekbespreking
B.N. Hebbar. Visistadvaita and Dvaita: A Systematic and Comparative Study of the Two Schools of Vedanta with Special Reference to Some Doctrinal Controversies. Springfield: Nataraj Books, 2004. ISBN 1-881338-53-3.

In het westen lijkt men vaak te denken dat de filosofie van India samenvalt met de zogeheten Advaita-traditie. In feite hebben we hier te maken met een karikatuur van de Indiase wijsbegeerte die in de hand is gewerkt door bepaalde esoterische en populaire schrijvers.
Er zijn diverse filosofische stromingen binnen het hindoeïsme, en slechts één daarvan is de Vedanta, een soort filosofische bespiegeling op de heilige boeken van de Veda's, vergelijkbaar met de westerse scholastiek. Daarbinnen bestaan dan weer verschillende scholen, waar Advaita Vedanta slechts één voorbeeld van is. Hebbar besteedt in zijn boek zoals de titel al doet vermoeden aandacht aan twee andere scholen, de Visistadvaita en Dvaita.
Op zich is het besef dat de Indiase wijsbegeerte meer omvat dan de Advaita-traditie al interessant genoeg. Maar het heeft ook levensbeschouwelijke consequenties voor mensen die zich graag oriënteren op wijsheid uit het Oosten, inclusief BDE-ers. Bepaalde New Age-auteurs doen het namelijk voorkomen alsof er in India, naast het Boeddhisme (en evt. nog het Jaïnisme), eigenlijk alleen de doctrine voorkomt dat er slechts één enkele ziel bestaat en dat die ziel gelijk staat aan God. Ook binnen de traditionele Indiase context van de Vedanta zelf blijkt een aanzienlijk aantal filosofen deze visie niet te onderschrijven. In plaats daarvan verdedigen zij de stelling dat elke ziel weliswaar afhankelijk is van een godheid, maar zonder daarmee tot die God te kunnen worden herleid. Onsterfelijkheid betekent voor hen dus niet dat men volledig opgaat in 'Brahman' maar juist altijd zijn unieke identiteit als ziel behoudt. De Advaita-stellingen worden in dit verband opgevat als een uiting van onwetendheid.
Hebbar zet in zijn boek bovendien deze twee alternatieven voor de Advaita-leer, Visistadvaita en Dvaita, steeds tegen elkaar af op wijsgerige deelgebieden als de kenleer, de natuurfilosofie, de filosofie van de psychologie en de filosofie van de theologie. De debatten lijken gezien de eindnoten rechtstreeks te berusten op Indiase teksten, waarbij overigens opvalt hoe lang de termen kunnen zijn (b.v. bhagavadrupagunakriyadinam). Hebbar wisselt steeds argumenten van de ene stroming af met tegenargumenten van de andere stroming, waardoor men getuige wordt van een soort discussie. Hiermee wordt het rijke scala aan posities binnen de Indiase filosofie nog voelbaarder. Hebbar toont aan dat ook Indiërs al eeuwen geleden een hoog niveau van wijsgerige bespiegeling bereikten, in plaats van steeds slaafs de Advaita-leerstellingen te herhalen. Zo stelt de Visistadvaita bijvoorbeeld dat elke ziel weliswaar blijft bestaan maar dat alle zielen wel een gemeenschappelijke aard hebben, terwijl de Dvaita stelt dat elke ziel ook qua natuur van andere zielen verschilt.
Er valt voor filosofen van alles te genieten in dit boek. De Visistadvaita beweert bijvoorbeeld dat de Veda's niet door God geschreven of gedicteerd zijn, maar onpersoonlijk en ongeschreven. Dit is nodig omdat je anders in een cirkelredenering terecht zou komen als je de Veda's wilt gebruiken als bewijs voor het bestaan van God (blz. 100). Hier zouden fundamentalistische christenen nog iets van kunnen leren.
Overigens betekent dit alles niet dat er in India sprake was van een volmaakte levensbeschouwelijke verdraagzaamheid. Hebbar beschrijft venijnige polemieken waarbij men de ander beschuldigt van demonische dwalingen en noemt onder meer een geval van een koning die een filosoof liet kiezen tussen de bekering tot een bepaald denksysteem en de doodstraf. Het doet in figuurlijke zin denken aan de manier waarop skeptici Pim van Lommel onder de gordel aanvallen. Kennelijk is het niet alleen voor westerlingen moeilijk om andersdenkenden te tolereren.

Titus Rivas

Terugkeer 20(4), winter 2009, blz. 30-31.

Contact: titusrivas@hotmail.com