Titel

Het verhaal van de knuffel Didi

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 26 May, 2011)

Samenvatting

Animistische voorstellingen en helderziendheid rond een pluche knuffelbeest genaamd Didi.


Tekst


Het verhaal van de knuffel Didi: Animisme bij kinderen en precognitie

door Titus Rivas, K.M., E.M. en hun vader

Inleiding
In dit artikel willen wij stilstaan bij een bijzondere erva­ring die drie van ons hebben meegemaakt met de "knuffel" van één van ons, het beertje Didi. Didi werd in 1989 gekocht. In 1990 raakten wij hem echter kwijt, tijdens een autorit door Duitsland. In 1991 had een van ons, K.M., een profetische droom waarin haar werd duidelijk gemaakt dat ze Didi terug zou vinden in een speelgoedwinkel. In dit verslag besteden we ook aandacht aan de verklaring van het verhaal van Didi.

I. 1. Aanschaf en eerste levensjaar van Didi
Allereerst reconstrueren wij hoe Didi in het leven van K.M. kwam en welke rol zij speelde in de beginperiode van hun vriendschap (sic). We hebben hiertoe aantekeningen gemaakt van onze individuele belevingen van de periode in kwestie. Deze getuigenissen komen hieronder zoveel mogelijk woordelijk aan bod. Om misverstanden te voorkomen, vermelden wij eerst onze achtergrond en onderlinge band: Titus Rivas is onderzoeker en hij was in 1992 sinds vele jaren persoonlijk bevriend met K.M. en E.M. en hun vader.
K.M. is een meisje van 7 jaar (1992) en het jongere zusje van E.M.. E.M. is een meisje van nu 9 jaar (1992), en de oudere zus van K.M.. Hun vader was in 1992 een maatschappelijk werker van Joegoslavische (Macedoni­sche) herkomst.
E.M.: Ik was toen ik 5 jaar was, bij mijn tante Sonja en oom Gerard uit E. aan het logeren. Dit was in mei 1989, op een zondag. Pappa en mamma hadden mij geld gegeven en toen zou ik van dat geld cadeautjes voor iedereen kopen. Toen kocht ik Didi voor K.M.. Het was eigenlijk een super­marktwinkel, niet speciaal in een speelgoedwinkel. Er was een heel groot rek met roze en blauwe knuf­fels. Toen stelde tante Sonja voor om een roze knuffel te kopen voor mijn zus, maar ik zei zelf: "Nee, koop maar een blauwe, want dat is K.M.'s lievelings­kleur". De knuffel die we uiteindelijk kochten, kostte zo'n vijf gulden. Didi vroeg mij: Waar ga ik naar toe, bij wie kom ik terecht? Ik zei: Jij gaat naar K.M. en die is heel aardig voor je hoor. Dit "gesprek" vond in de winkel plaats.
K.M.: Op een gegeven moment in mei 1989, toen ik zelf 3-jaar oud was, gingen mijn ouders en ik, E.M. ophalen van de logeerpartij bij tante Sonja en ome Gerard. Ik was heel blij toen ik Didi kreeg. Didi was zelf ook blij. Ik bedacht zelf de naam Didi voor hem; dat heeft niets te maken met de Indiase vrouwennaam Didi. Didi is trouwens een jongen. We gingen weer met de trein naar huis, en toen we thuis waren, vroegen ze aan mij of ik Didi leuk vond en ik zei "ja".
Hij zag er zo grappig uit, meer nog dan mijn andere knuffels. Daarom werd Didi mijn favoriete knuffel. Altijd was Didi bij mij in bed, nooit sliep ik zonder Didi. Ik praatte vaak tegen Didi. Ik zie mijn knuffels als "red­ders", een soort beschermers dus, en ik vertel hun alles. Als ik bijvoorbeeld bang ben voor een eng bandje over geesten met (tekenfilmeend) Alfred J. Kwak, dan zoek ik bescherming bij mijn knuffels.

I.2. Het ongeluk
Op een kwade dag, om precies te zijn op 26 augustus 1990, reed het gezin over de A3-snelweg bij Keulen (Duitsland), op terugreis van een vakan­tie in Joegoslavië.
Hierbij overkwam het gezin een verschrikkelijk ongeluk. Het was erg warm in de auto en beide ramen stonden open. De fami­lie was echter in een vrolijke stemming, en E.M. voerde een soort poppenkast op met Didi. Didi gebruikte daarbij E.M.'s en K.M.'s stem. E.M. hield Didi bij zijn achter­hoofd en nek vast en hield hem voor het raam. Er waaide een stevige wind door het raam, vanwege de snelheid van de auto. Daardoor woei Didi uit het raam.
E.M. en K.M. schreeuwden allebei: "STOP­PEN!!!". "Wat is er aan de hand?", vroeg hun vader. De dochters zeiden: "Didi is uit het raam gevallen". Er heerste paniek en de meisjes huilden. Hun vader vertelde hen echter dat hij niet kon stoppen omdat ze op de snelweg reden. De kinderen bleven een paar minuten lang protesteren. Er was namelijk wel een bos langs de snelweg en daarom wilden ze daar stoppen. Hun vaders troostte de beide doch­ters met de woorden: "We vinden wel een andere Didi".
Deze troost werd later aangevuld door een opmerking van tante Sonja dat "iemand anders nu misschien wel de gelukkige is", dat wil zeggen dat Didi ongedeerd door iemand anders gevonden kon zijn.
Deze twee als troost bedoelde opmerkingen bleken uiteindelijk op een zeer onverwachte manier te worden bewaarheid...

I.3. Intermezzo
In de periode augustus 1990 tot december 1991 werd Didi niet teruggevonden, en evenmin kon het gezin een soortgenoot van Didi in een speelgoedwinkel aantreffen. Wel had de moeder van K.M. en E.M. tijdens het boodschappen doen, vluchtige pogingen gedaan om een Didi te vinden, maar zonder resultaat.
K.M.: Toen mamma een keer cadeaupapier ging kopen, vroeg ik: "Mamma, zullen we even kijken of Didi ertussen zit", maar hij zat er niet tussen.
Aangezien Didi K.M.'s favoriete knuffel was geweest, slaagde zij er niet in hem te vergeten, en bleef zijn gemis haar bezighouden.

I.4. Een avond in december 1991
Rond de kerst 1991 nu wilde E.M. haar zusje spontaan een plezier doen door haar geliefde knuffel Strijkje voor één nacht aan K.M. te lenen. In een opwelling zei ze later diezelfde nacht zelfs dat K.M. Strijkje voor altijd mocht houden.
E.M.: Maar toen kon ik niet in slaap komen en ik moest hui­len. Toen zei pappa: Ik heb een voorstel. Als E.M. die knuf­fel (Strijkje dus) toch weer zelf mag houden van K.M., dan kopen we morgen voor K.M. een nieuwe knuffel. En toen heeft pappa ook gezegd: Misschien vinden we Didi wel. Dus we hoopten er allemaal een beetje op. We hoopten die nacht dat hij terug zou komen.
De vader: Voordat ze gingen slapen, was er sprake van een soort trance-toestand bij ons alle drie. Alsof we één waren, met elkaar versmolten.
E.M. (in aanvulling op haar vader en op bovenstaand eigen verhaal): Iedereen was er gevoelsmatig van overtuigd. We hadden een speciaal gevoel, iets heel anders dan anders. Voor het eerst hebben we die dag toen gezegd: "We weten zeker dat Didi morgen zal komen". Op andere dagen had pappa wel gezegd: "Ik ga proberen Didi te zoeken", maar hij had nooit eerder gezegd dat hij terug zou komen. Ik had een gevoel dat iedereen overtuigd was. Er was een speciale sfeer.

I.5. K.M.'s droom
Na de vreemde sfeer die ze alle drie, ook K.M., zeggen te hebben ervaren, had K.M. diezelfde nacht een droom. K.M.: Ik droomde dat Didi in de put viel, in een bos. Er zaten een heleboel andere knuffels in de put. Didi zat onder­op. Toen werd ik ineens wakker. Eigenlijk droomde ik nog heel even dat Didi terugkwam. In de droom gingen we chips eten om dat te vieren. Ik werd toen echt wakker en vertelde de droom aan pappa.
De vader: Ik bekrachtigde K.M.'s droom: "Hij komt vast en zeker. We vinden hem wel". Ik heb toen wel beloofd dat we 's middags naar de stad zouden gaan om hem te zoeken.
E.M.: Toen werd K.M. wakker. Ze vertelde het niet direct, maar een poosje later toen zei ze: "Pappa, ik heb over Didi gedroomd. En toen vertelde pappa: "Ik heb echt het gevoel dat hij vandaag zal komen". Iedereen was trouwens blij die morgen, al voordat de droom was verteld. Maar toen de droom erbij kwam, toen dacht ik: "Nou weet ik het zeker". Ik bedoel hiermee dat voordat de droom verteld was, ik meteen het gevoel had dat Didi terug zou komen. Het lijkt precies of je uit een droom ontwaakt. Het lijkt net of het niet echt was. Het leek wel dat iedereen hetzelfde gevoel had als ik. Ik had een wonderlijk gevoel. Ik was heel blij. Je denkt dan: "Het lijkt alsof het al gebeurd is".

I.6. Didi's wederkomst
Diezelfde dag nog, gingen de twee meisjes met hun vader op zoek naar Didi in het centrum van N.. Het kostte hun vader veel tijd om Didi te vinden, maar uiteindelijk lukte het hem toch, na verscheidene speelgoedwinkels te hebben bezocht.
Er was een grote doos met knuffels. Hun vader graaide met zijn handen in de doos, in de zekerheid dat hij Didi zou vinden. Hij vond Didi daarbij eindelijk terug. De knuffel bleek hele­maal onderop in de doos te zitten, net als in K.M.'s droom, hoewel het daarin om een put ging. Om de blijdschap nog te vergroten, kocht hun vader nog een tweede knuffel voor K.M., die geheel in stijl "Vidi" werd ge­doopt.
Na afloop vertelde E.M. aan K.M. dat ze wist dat Didi vanuit Duitsland naar de speelgoedwinkel was gelopen. Didi bevestigde dit en vertelde K.M. het volgende verhaal. K.M.: Vidi was ook uit een auto gevallen op die A3. Didi was heel gebleven, alleen zijn staartje was een beetje gebro­ken. Didi vertelde mij: "Toen kwam ik Vidi tegen. Die had een mandje bij zich." Vidi vertelde zelf: "Er zat eten in de mand. Toen gingen we samen eten. Na het eten gingen we op stap, naar N. We gingen naar een winkel. Deze winkel heet Vroom en Dreesman. Toen gingen we in een doos zitten". Didi bevestigde dit.

II. Interpretatie van Didi's verhaal
We staan nu stil bij de interpretatie van het verhaal van Didi. Eerst komen diegenen van ons aan het woord die het verhaal zelf hebben beleefd. Vervolgens geeft Titus Rivas zijn interpretatie.

II.1. De familie
Als we Didi's verhaal goed bekijken, dan vallen twee dingen sterk op. Ten eerste gaat het verhaal over een "knuffel", m.a.w. een levenloos voorwerp, in plaats van een mens of dier. Ten tweede is er sprake van een wonderlijk proces rond de knuffel, die zelfs lijkt uit te gaan van Didi, tenminste zo beleeft K.M. dat.
Zo vertelt K.M.: Didi zei dat toen hij en Vidi de winkel in N. hadden bereikt, hij zo op Vidi's rug geklommen was, maar niet alleen op Vidi's rug, maar op 40 knuffels op elkaar. Didi zei: "Ik liet Vidi in de doos en ik ging heel even..., ik had een zolderraam ontdekt en toen ging ik door een zo'n gat in het plafond. Toen ging ik zo de trappen op totdat je op de zolder kwam. Op de zolder ging ik door het zolderraam naar buiten. Toen heb ik een hele lange trompet uitgestoken, net als de grote vriendelijke reus, en aan het uiteinde heb ik daar de droom in gedaan. Ik heb de trompet precies naar de kamer van K.M. gericht. Toen heb ik heel hard geblazen door de trompet. Toen was K.M. aan het dromen".
Zie daar Didi's eigen verklaring voor zijn verhaal. De grote vriendelijke reus ("GVR") is overigens de hoofdpersoon van een boek van Roald Dahl (1983). Deze reus vangt dromen en geeft die vervolgens aan mensen. Zo schrijft Dahl (p. 147): "De GVR haalde nu de glazen pot uit de zak van zijn mantel. Hij sch­roefde de dop eraf. Nu goot hij heel voorzichtig de kostbare droom in het wijde uiteinde van zijn trompet. Hij haalde diep adem. Hij bolde zijn wangen en poef, hij blies."
E.M. geeft echter een andere versie van een en ander. Zo zegt zij over knuffels in het algemeen: Als je er niet bij stilstaat, dan denk je dat ze echt leven en zo. Maar als je er over na gaat denken, dan vraag je je af: "Eigenlijk is een knuffel maar van stof en zo, als je er bij stilstaat." Maar anders, eerlijk gezegd, vind ik het toch een beetje eng als je er over denkt dat Didi niet echt is. Ik sta er steeds vaker bij stil, bij knuffels. Maar de eerste keer schrok ik er echt van. Nu ga ik er mee om alsof ze echt zijn, maar nooit meer als vroeger. Nu als spel. Ik weet dat ze niet echt zijn. Dat begon al toen ik 7 was voor de eerste keer.
Tegen deze achtergrond, heeft E.M. bewust verzonnen dat Didi naar de winkel was gelopen, om te voorkomen dat K.M. zou gaan denken dat het toch niet dezelfde Didi was die ze terug hadden gevonden. K.M. heeft toen de rest erbij verteld.
E.M. zei om dezelfde reden van tevoren al dat ze naar dezelfde (dus niet een andere) Didi zochten, om K.M. voor een teleurstelling te behoeden.
E.M. blijkt de "speciale" sfeer en "droom" daarom uitsluitend in verband te brengen met voorgevoelens. Die voorgevoelens vonden daarbij dus niet alleen bij K.M. plaats, maar ook bij haar zelf en hun vader. Zij blijkt dit ook in verband te brengen met andere voorgevoelens. E.M.: Als er iets speciaals gaat gebeuren, voel ik het zelf aan. Ik voel het aan de mensen. Ik ben sfeergevoelig en dat heeft K.M. waarschijnlijk ook. Dit is wel de eerste keer dat er zoiets gebeurt, en dat komt omdat ze zo'n goede vriend­schap heeft met Didi.
Overigens weet K.M. zelf niet goed hoe het kan dat Didi haar die droom heeft gegeven. Ze heeft niet nog andere soort­gelijke ervaringen gehad. Wel ziet ze (met haar ogen gewoon open) soms "lelijke kleuren" bij mensen die ze nog niet zo goed kent, als die op bezoek zijn of als ze zelf bij die mensen op visite zijn.
Ondanks de overwegende scepsis van hun vader wat dit soort zaken betreft, geeft hij toe dat alles gegaan is zoals in dit verslag is vermeld. Een echte verklaring heeft hij er niet voor, hoewel hij waarschijnlijk toch nog het meest aan toeval zou denken, vanwege het marxistisch-materialistische wereld­beeld dat hem met de paplepel is ingegoten.

II.2. Titus Rivas
Ik wil er op wijzen dat er duidelijk sprake is van 'animisme' in Didi's verhaal. Dit animisme is niet alleen bekend van jonge kinderen (vaak beschouwd als uiting van magisch denken), maar ook bij zogeheten "primitie­ve" of natuurvolke­ren. Bij animisme wordt een in moderne, westerse ogen onbe­zield voorwerp of fenomeen bewust­zijn toege­schreven. Men krijgt dan bijvoorbeeld een bezielde berg, boom, bliksem, of zoals in dit geval, knuffelbeer. In dit verband kan men bijvoor­beeld denken aan de bekende Indonesische krissen die een eigen leven zouden leiden en daarbij gebruik zouden maken van magische krachten. Het is duidelijk dat sterker nog dan een schrijfster aan haar personages, jonge kinderen emotioneel gehecht zijn aan hun animistische knuffelbeesten. Martine Busch (van het Parapsychologisch Instituut) heeft mij wat dit betreft herinnerd aan de functie die knuffels voor een kind hebben: Zij helpen om de grote wereld en de eisen die zij aan het kind stelt aan te kunnen.
In dit verhaal zien we dat zo'n gehechtheid meer dan een jaar na het verlies van de knuffel nog springlevend kan zijn. Het pleit bovendien voor de kwaliteit van de emotionele relatie tussen de kinderen onderling en die met hun vader, dat zij alle drie zo sterk betrokken waren bij het traumatische gemis van K.M..
In deze liefdevolle verbondenheid is nu echter iets heel merkwaardigs gebeurd, dat volgens mij vraagt om een parapsy­chologische verklaring. Niet alleen wisten zij blijkbaar alle drie de nacht van tevoren dat Didi "teruggevonden" zou worden, maar K.M. krijgt ook nog een voorspellende droom. In de droom komen enerzijds dingen voor die te maken hebben met het verleden: Didi valt, net als gebeurd was met de auto, en hij valt daarbij in een put in het bos, verwijzend naar het bos langs de A3. Ander­zijds zijn er de toekomstige elementen: Didi valt in een put vol met andere knuffels, die verwijst naar de doos, en komt onderop terecht, wat overeenkomt met de positie van Didi in de doos.
Daarom denk ik dat dochters en vader een sterk voorgevoel hadden, tijdens die nacht voordat Didi werd teruggevonden. Men kan dit zo men wil "précognition á trois" noemen, dat wil zeggen: op de één of andere manier werd het voorgevoel gedeeld, telepathisch, of via lichaamstaal, of door middel van een combinatie van beide, of doordat ze alle drie tegelijk het gevoel kregen.
K.M. had vervolgens een precognitieve droom waarin het voorgevoel werd uitgebouwd naar een specifieke voorschouw van twee elementen.
In het algemeen is paragnosie in spontane gevallen verbonden aan sterke emoties. In dit geval zien we dat een sterke emoti­onele band tussen de drie betrokkenen, die overigens ook buiten deze context door mij keer op keer geconstateerd is, de basis is voor het gedeelde voorgevoel. De droom is vervolgens te verklaren als voortkomend uit K.M.'s sterke "vriend­schap", zoals de meisjes dat zelf noemen, met Didi. Mijn conclusie is wat dit laatste dan ook dat animisme ten aanzien van knuffelbeesten een gunstige achtergrond kan zijn voor precognitieve ervaringen aangaande die knuffels of hun "dub­belgangers".
Merkwaardig genoeg komt hierbij het verschil tussen het ani­misme van jonge kinderen en het gangbare Westerse wereldbeeld neer op een keuze voor respectievelijk telepathie (hoewel via een "trompet") en helderziendheid als verklaring van K.M.'s waardroom.

Referentie
Dahl, R. (1983). De GVR (vertaling van The BFG). Baarn: Uitge­verij De Fontein.

English Abstract
In this article the story is told of a teddy bear named Didi. Didi was bought as a present for one of the authors - K.M. -, then a girl of about 4 years of age. During a trip in 1990 through Germany by car, Didi was blown out of the window. His owner mourned very strongly over his loss and could not forget him. One evening in December 1991, three of the authors - K.M., E.M. and their father - expe­rienced a strange atmosphere in which they were certain Didi would come back again the next day. That same night, Didi's owner dreamt that he had fallen into a well filled with other animals and dolls. Didi was located at the bottom of the well. The next day, the authors concerned really found (a) Didi at the bottom of a wooden box in a shop. The box was filled by (this) Didi's companions. The atmosphere and dream are interpreted differently by two of the authors. The owner - K.M. - having an "animistic" image of Didi believes Didi caused the precognitive experiences by telepathy. Investigator Titus Rivas, however, explains the case by clairvoyance. A third author - E.M. - shows how an interesting fantasy involving another bear helped the owner construct her interpretation.

Dit artikel werd geschreven in 1992 en voor het eerst gepubliceerd in 2011 op txtxs.nl.

Contact: titusrivas@hotmail.com