Titel

Boekbespreking van Stan Michielsens van Van en naar het Licht van Rivas & Dirven

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 6 August, 2011)

Samenvatting

Recensie door Stan Michielsens voor Levenslicht van Limen vzw van het boek Van en naar het Licht van Titus Rivas en Anny Dirven.


Tekst


Boekbespreking: Van en naar het Licht

Het boek Van en naar het Licht is voornamelijk samengesteld uit artikelen die Titus Rivas samen met zijn medewerkster, Anny Dirven, publiceerde en die eerder zijn verschenen in het Tijdschrift Terugkeer van onze zustervereniging Merkawah en in het Tijdschrift voor Parapsychologie. In dit boek komen vier onderwerepn aan bod. Het spiritueel voorbestaan, sterfbedvisioenen, BDE's en uittredingen.

Titus Rivas is onderlegd in de psychologie en de filosofie. Die bagage gebruikt hij samen met zijn persoonlijke ervaringen om zeer intensief het “paranormale” te onderzoeken. Dit zijn ervaringen of belevenissen die plaats vinden buiten onze normale fysiek-gebonden zintuiglijke waarnemingen.

Reeds in zijn prille jeugdjaren had hij verschillende ervaringen waarover hij zich verwonderde en waarna hij met vragen bleef zitten. Zo droomde hij op een bepaalde nacht dat zijn oma in Spanje was overleden. Dit werd nadien bevestigd: zijn was oma was die nacht onverwacht in Spanje overleden!

Zo hebben zich nog enkele feiten voorgedaan. Dit heeft allicht ertoe bijgedragen dat hij zijn belangstelling blijft richten op het paranormale. In dat verband richtte hij in 1996 in Nederland de stichting Athanasia op voor onderzoek naar leven na de dood en de evolutie van de persoonlijke ziel. Zijn grote belangstelling voor de bijnadoodervaring (BDE) leidde tot een nauwe samenwerking met de stichting Merkawah, de Nederlandse tegenhanger van vzw Limen.

Het spiritueel voorafbestaan
Het boek begint met herinneringen aan een voorafbestaan, verteld door kinderen. Soms herinneren zij zich alleen een voorafbestaan, soms ook een vorig aards leven. Meestal herinneren zij zich dat zij staan of zitten en wachten onder begeleiding tot het goede moment gekomen is om aan dit leven te beginnen. Soms kijken zij er vol verwachting naar uit, soms hebben zij een aanmoediging nodig. De meeste verhalen uit dit boek werden door Titus Rivas zelf opgetekend en zijn afkomstig uit Nederland. Het zijn meestal geen uitgebreide herinneringen, maar eerder losse flarden van herinneringen. Hij besluit dat men deze getuigenissen niet zomaar als fantasie kan afdoen.

Sommige herinneringen bevatten immers elementen waarover het kind nog nooit had gehoord, maar die wel op hun bestaan getoetst werden. En is dat natuurlijk wel zeer intrigerend! Verder stelt hij ook vast dat er opvallende overeenkomsten zijn mt de bijna-doodervaring, zoals ontmoetingen met stralende wezens, vertoeven in prachtige landschappen en uittredingen uit het stoffelijk lichaam. Er is dus verder systematische analyse van dergelijke gevallen nodig. Er moet ook méér bewijsmateriaal verzameld worden.

Sterfbedvisioenen
Sterfbedvisioenen zijn niet alleen ervaringen van een stervende kort vóór zijn overlijden, maar ook de ervaringen van persoon die zich naast of in de nabijheid van het sterfbed bevinden. Men kan deze personen ook de direct betrokkenen noemen. In 1926 werd een boek van prof. William Barrett na zijn overlijden over dit onderwerp gepubliceerd. Hij stelde vast dat vele stervenden aangrijpende beelden zien van engelen of overleden geliefden die de stervende geruststellen en begeleiden of meenemen naar een bovenaardse wereld.

Barrett vermeldt ook hoe mensen rond het sterfbed dingen zien of horen die aansluiten bij het sterfbedvisioen van de stervende. Hij stelde ook vast dat de stervende soms een “bezoeker” waarneemt waarvan hij of zij niet wist dat deze reeds was overleden. Ook zijn tijdgenoten Ernesto Bozzano en Robert Crookall verzamelden dergelijke ervaringen.

Sterfbedvisioenen worden ook gemeld in spirituele tradities. En in de jaren 1950 en 1960 voerden de parapsychologen Karlis Osis en Erlendur Haraldsson de tot heden grootste systematische onderzoeken uit op dit gebied onder artsen en verpleegkundigen in de VS en Indië. (2)

Dit is de ervaring van Anja Kuijper die in 2004 in "Terugkeer"' werd gepubliceerd; “Mijn ouders waren al vanaf hun prille jeugd een hecht koppel. Toen mijn vader in levensgevaar kwam en er geen genezing te verwachten viel, is mijn moeder geestelijk in elkaar geklapt. M.a.w. zij was er niet om mijn vader naar zijn einde te begeleiden. Op vrijdag 5 november riep hij ons, zijn kinderen rond zijn bed. Ik verwachtte een zwakke stervende man, maar hij zat rechtop in zijn bed, enigszins geagiteerd. Uiteindelijk vertelde hij dat hij niet klaar was, dat hij weggestuurd zou moeten worden. Hij was ook erg bezorgd om mijn moeder. We bleven nog wat bij hem, regelden een slaappil en wachtten totdat deze zijn werk zou doen. Dit was de laatste keer dat ik hem aanspreekbaar meemaakte.

De volgende dag werden wij weer geroepen. Nu lag hij finaal buiten kennis in zijn bed. Hij bleef echter zeer onrustig, streed nog. Uiteindelijk werd mijn moeder bij hem gehaald. Hij was zich daarvan bewust, dwars door de verdoving heen. Hij kalmeerde wat en mijn moeder werd terug weggebracht. Maar hij kon niet weggaan.

Toen de overige familieleden even naar de gang gingen voor een koffie, bleven mijn zusje en ik alleen bij hem achter. Opeens wist ik wat mij te doen stond. Ik zei tegen mijn zusje dat we hem echt moesten wegsturen. We zaten aan weerszijden van zijn bed en pakten elk een hand van hem en over de dekens heen pakten wij elkaars hand. Zo vormden wij een kleine kring. Ik ben tegen hem gaan praten, met gesloten ogen. Heb hem verteld dat hij hier klaar was, dat zijn twee meisjes hem wel zouden vergezellen in zoverre dat mogelijk was. Dat hij het goed had gedaan en dat wij met ons allen wel voor onze moeder zouden zorgen.

Wij, mijn zusje en ikzelf, zagen allebei tegelijk voor onze gesloten ogen een pad omhoog gaan, een pad als een lichtbundel, een straal van de zon. Een pad met onbeschrijflijke kleuren. Aan het eind van dit pad zagen wij een verlichte poort. In de deuropening stonden twee gestalten. Ik "wist" dat het zijn overleden moeder en zusje waren die hem opwachtten.

Onder indruk van al dat mooie licht en die lieflijke sfeer die uit die opening op ons vielen, door ons heen vielen, liepen wij door. Al troostend, pratend, gidsten wij hem richting die poort. Op het laatst stonden wij bij de drempel. Ik heb hem gezegd dat wij niet verder met hem mee konden en dat hij de laatste stap zelf moest zetten. Tegen mijn zusje heb ik gezegd hem los te laten, letterlijk. We wachtten af.

Opeens kwam uit het lichaam van onze vader een soort van tornado van warmte. Zijn ziel vertrok. Op dat moment begon er vlakbij een kerkklok te luiden. Mijn vader werd met klokkengelui opgenomen in het Licht.

Nog weken ben ik doordrenkt geweest van een onaardse sereniteit. Natuurlijk heb ik af en toe verdriet en mis ik zijn fysieke aanwezigheid. Maar ik heb zelf gezien waar hij is heengegaan.

Wat mij staaft in de overtuiging dat het geen verbeelding was, is het volgende. Weken na de dood van vader kwam mijn zusje op bezoek. Ik had een boek dat gesloten op tafel lag. Eén van de afbeeldingen in het boek vond ik erg lijken op die weg die wij met ons drietjes samen hadden afgelegd. Toen ik de koffie verzorgde pakte mijn zusje het boek en bladerde erin. Zij riep mij en wees op dezelfde pagina die mij zo getroffen had en zei dat dit ongelooflijk leek op de weg die zij in november had gezien. De weg waarop wij, mijn vader en zijn twee dochters, hadden gelopen. De weg naar het Licht."

Gedeelde doodservaring
Dit is dus een ervaring van twee dochters bij hun stervende vader. Hun ervaring houdt niet alleen verband met het sterfbedvisioen van hun vader, zij nemen deel aan deze ervaring. Zij leiden de ervaring in en begeleiden hun vader tot de fameuze en mysterieuze grens. De twee dochters nemen deel aan de "doods-ervaring" van hun vader tot op de grens waar zij hem alleen moeten laten verder gaan. Zij vertellen wat hij niet meer kan navertellen.

In feite gaat het hier om de doodservaring van de vader en een BDE van de dochters. Immers de omstandigheden zijn zo dramatisch en vallen zodanig buiten het normale doen dat de emoties een BDE kunnen inleiden. Wat opvalt is dat een dochter beweert geen "echte" BDE gehad te hebben. Maar het wordt tijd om de exclusiviteit van de "echte" BDE van zijn voetstuk te halen.

Immers het vermogen tot BDE zetelt in de menselijke eigenschap over een bewust "ik-zijn" te beschikken dat het fysieke achter zich laat en een niet-stoffelijke levensweg verder zet met gans zijn persoonlijkheid. Dit is zijn morele capaciteit tot liefde of haat, zijn capaciteit tot scheppen en waarderen van schoonheid, en zijn capaciteit om in verbondenheid verder te groeien of te evolueren.

In feite zijn alle buitenlichamelijke ervaringen ( BLE) aanleiding of inleiding tot het beleven van die capaciteiten of vermogens buiten het fysieke bestaan. Het is dus ongepast om een grens te trekken tussen BDE en BLE. Er is geen grens : er is alleen een bepaalde intensiteit van beleving. Maar fundamenteel speelt zich hetzelfde af en zijn beiden een uiting van ons vermogen tot bewust beleven van het niet fysieke bestaan.

Tot slot van dit hoofdstuk nog een bedenking: de twee zusjes hebben hun vader geholpen om definitief afscheid te nemen van dit leven. Zij hebben er dus voor gezorgd dat hij een vredige en goede dood is ingegaan. Het van het Grieks afkomstige woord "euthanasie" betekent letterlijk "goede dood". In deze context is dit prachtig en ik neem aan dat velen zich zulk een levenseinde toewensen!

Bijna-doodervaring
In dit boek zijn onder dit hoofdstuk juist geteld twintig bijna-doodervaringen opgenomen. In alle eerlijkheid moet ik bekennen dat ik - als het ware beroepshalve - veel BDE's lees. Het zich altijd herhalend stramien doet de aandacht soms afnemen om het zacht uit te drukken. Dit is hier niet het geval. Er werden doelbewuste keuzes gemaakt uit hei "materiaal'' dat zij te hunner beschikking hebber:. Aldus bevat iedere BDE een specifieke eigenheid en merkwaardige originaliteit, waarvan enkele w orden opgesomd:

Die originaliteit bestaat uit de wel zeer speciale impact die de BDE van Cees op zijn verder leven had. Of de doortastende morele gevolgen op het leven van Joop wiens BDE plaatshad toen hij 23 jaar was. Heel bijzonder is het feit dat hij na zijn BDE agnost ("ik weet het niet") is geworden of gebleven, niet wat betreft zijn BDE, maar wel aangaande het bestaan van een God. Maar is dat nu zo belangrijk? Belangrijk is dat gans zijn leven moreel diep getransformeerd werd ingevolge zijn ervaring, wat hemzelf, zijn omgeving en de maatschappij ten goede komt! En zijn leven na dit leven bijgevolg ook ten goede komt...

Therese ontmoet tijdens haar BDE haar opa die reeds overleden was toen zij geboren is en waarvan zij nooit een foto had gezien. Rieni beleefde drie BDE's die haar bevrijdden van een negatieve frustrerende eenzame jeugd en in plaats daarvan haar nu veel positieve energie en zelfvertrouwen geven. Yvonne beleefde een BDE bij de geboorte van haar zoon, waarbij zij flarden opving van diens vorige leven, wat hij nadien in zekere zin bevestigt.

Cecilia had drie BDE's op zevenjarige leeftijd. Dat belet haar niet om de essentie van die ervaringen om te zetten in haar volwassen leven, namelijk: "Door BDE's krijg je een andere kijk op het aardse leven en veranderen je waarden en normen. Je gaat relativeren, doordat je de kijk op de "andere kant" hebt gehad. Een andere wereld zonder haat en nijd, afgunst of wraak. Alleen liefde, vergeving en positieve stimulering en ontwikkeling met respect voor ieder individu. Als je dat gevoeld en beleefd hebt, mis je dat hier op aarde. Een gevoel van heimwee naar die omgeving, bewust of onbewust, blijft achter.

“Tijdens mijn BDE's heb ik geleerd dat liefde en ontwikkeling het belangrijkste zijn. Je gaat dan met andere ogen naar de wereld kijken... Ik ben alleen nooit gaan zweven. Ik heb zelfs een commerciële carrière in marketing en detailhandel. Terwijl dat een zakelijkheid vraagt en zelfs verloochening van eerlijkheid. Daarin heb ik duidelijke grenzen. Ik ben nu met mijn 43 jaar, steeds meer aan het bespiegelen in hoeverre ik mij in deze zakelijke wereld thuis voel.”

Dit is een cruciaal pont voor Cecilia: moet zij haar morele integriteit,verworvcn dankzij haar BDE, opgeven om beroepshalve stand te honden? En dit is ook cruciaal voor het BDE-fenomeeu: het is namelijk het levensoverzicht dat ons aanzet om moreel integer te handelen in dit leven. Het moet mogelijk zijn om in het geval van Cecilia een faling te vermijden, mede dank zij de positieve energie die de BDE's haar bijbrachten zoals zijzelf schrijft (positieve ontwikkeling), als compensatie, en aldus haar integriteit te behouden...

Sander verdient waardering voor de openheid waarmee hij zijn problemen prijsgeeft. Hij verdient ook steun en aanmoediging om zijn inspanningen tot een goed einde te brengen. En wij weten dat positieve ondersteuning ook van op afstand werkt. Zijn ervaring wordt "BDE-achtig" genoemd. Laten we het dan liever een BLE noemen. Want dat is niet belangrijk: het resultaat telt en dank zij de inspanningen van Sander heeft zijn ervaring zeer transformerend gewerkt. (3)

Natuurlijk worden ook enkele BDE's beschreven die niet in het plaatje passen dat sceptici ophangen van deze ervaring. Zoals de BDE van Pam Reynolds die aan bod kwam in Levenslicht 20 van 4/2009.
Het artikel is trouwens aangereikt door Titus Rivas.

Dee gedeelde (bijna)doodervaring van Monique toont de niet te verklaren krachten van de menselijke geest. Zij droomt namelijk op een nacht hoe zij bedolven wordt onder het strandzand aan de Spaanse kust. Deze ervaring is zo intens dat zij terstond alles aan haar man vertelt. 's Anderendaags lezen zij in de krant het dramatisch ongeval van een driejarig meisje op een strand in Engeland. Zij werd bedolven onder strandzand. Monique ziet echter het kind in de bovenwereld waar zij, opgevangen door familieleden een gelukkig verblijf heeft.

Gemeenschappelijke bijna-doodervaringen zijn zeldzaam. (4) Het overkwam Jake en zijn twintigkoppig team brandweerlieden, gespecialiseerd in gevaarlijke bosbranden in 1989. Zij werden door een helikopter gedropt op een bergtop om het vuur in het bosdal te besnijden. Zg werden echter ingesloten door het vaar en verloren het bewustzijn bij gebrek aan zuurstof Hij besefte dat hij doodging. Hij zweefde boven zijn lichaam, zoals zijn vrienden. Een diep gevoel van vrede overviel hem in een helder licht. Hij zag ook zijn overleden grootvader. Zij overleefden allen en bevestigden hun ervaringen. Een groeps-BDE.

Het laatste verhaal betreft de man met het kunstgebit. Dit wordt uitgebreid vermeld omdat het zo overtuigend de buitenlichamelijke waarneming bevestigt tijdens een periode dat alle lichaamfuncties uitgeteld waren. Deze man werd bewusteloos aangetroffen in een weide, in het jaar 1978. Hulpdiensten worden verwittigd en zij brengen hem reanimerend naar het ziekenhuis. Daar wordt de reanimatie verder gezet hoewel de zaak hopeloos lijkt.

De dienstdoende hoofdverpleger neemt daarbij het kunstgebit van de man uit diens mond en legt het op een instrumentenkarretje. De ademhaling herstelt, hoewel hij bewusteloos blijft. Hij wordt naar intensieve zorgen overgebracht. Als hij enkele dagen nadien bekomen is, krijgt hij een gewone ziekenkamer. Daar herkent hij dadelijk de hoofdverpleger en zegt hem dat hij weet waar zijn gebit gebleven is. Hij blijkt dus zijn reanimatie in detail "meebeleefd" te hebben. Hoewel zijn lichaam op dat moment totaal levenloos en reeds geruime tijd zonder zuurstof "overleefde".

Theorievorming
Dit boekdeel gaat over de vraag of de bijna-doodervaring het resultaat is van een zuiver fysiologisch proces dat voortkomt uit de energie en het vermogen van onze hersenen, ofwel het resultaat is van een (bewust)zijnsactiviteit die onafhankelijk van ons fysieke lichaam tot stand komt.

Wetenschappers focussen op de hersenen: als er helemaal geen hersenactiviteit meer is gedurende een bepaalde periode en als tijdens die periode de betrokkene een BDE beleeft, dan betekent dit dat de oorsprong elders moet gezocht worden. In dit hoofdstuk worden een drietal gevallen beschreven waarbij zeer duidelijk iedere hersenactiviteit volledig stilligt en alsdan de beleving plaatsvond.

Dit onderzoek is natuurlijk zeer belangrijk en kantelt méér en méér naar de zienswijze dat de ervaring los van de fysieke band met het lichaam plaatsvindt. Waar geen aandacht aan besteed wordt is de vaststelling dat de meeste mensen zich zeer duidelijk bewust zijn van het feit dat de ervaring hen zodanig overweldigt en levenslang zo duidelijk bijblijft juist als gevolg van het feit dat de "input" niet komt van onze hersenen maar van een energie los van het fysieke lichaam.

Dit is natuurlijk geen zuiver wetenschappelijke benadering maar wel een zeer opvallende eigenschap van de BDE waardoor juist het onderscheid te vinden is tussen deze ervaring en hallucinaties en dergelijke. Een onbeschrijflijke energie dus enerzijds en het vermogen van mijn "ik" om deze energie op te vangen met menselijke vermogens, namelijk verstand en gevoelens.

De fervente tegenstanders van de "los van het lichaam" theorie komen ook uitgebreid aan bod en dat is maar goed ook. Het is immers helemaal niet nodig om heftig afwijzend tekeer te gaan. Het is wel nodig om andere opvattingen diepgaand en verregaand te onderzoeken en dat moet door beide partijen onbevooroordeeld gebeuren. Een eigenschap die zeer dikwijls ver zoek is in de wetenschappelijke wereld...

Uittredingen
Het boek eindigt met de beschrijving van een zevental uittredingen. Er wordt weinig commentaar bij gegeven, alleen af en toe een verwijzing naar de BDE. Maar wat steeds weer opvalt is de buitengewone zorg die besteed wordt aan het natrekken van de bron: daarvoor wordt tijd noch moeite gespaard. En dat geeft op zich al een goed gevoel: dat namelijk degelijkheid en betrouwbaarheid nagestreefd worden.

De inhoud van deze ervaringen is zeer waardevol.
Zo omschrijft Sylvia Lucie haar BLE's als "astrale wandelingen" Tijdens één van deze wandelingen begeeft zij zich naar haar schoolvriendin die zij in lange tijd niet meer ontmoet heeft. Zij denkt nu aan haar vroegere vriendin omdat zij aanvoelt dat deze op dit moment haar boek aan het lezen is. Dit impliceert dat vriendin ook in gedachten bij Sylvia is.

Tijdens haar tocht naar haar vriendin komt zij een jongeman tegen die haar verder begeleidt naar haar vriendin. Deze jongeman blijkt de zoon te zijn van de vriendin...en weet dat Sylvia op zoek is naar zijn moeder... Het bijzondere van deze ervaring is dus de betrokkenheid van drie personen. Nog een opmerkelijke ervaring is de bewuste uittreding van Johan in een poging om de ondraaglijke pijnen van een vrouw te verlichten. Zij spreken een bepaald uur af waarop de dame zich te rusten legt. Op dat moment benadert hij haar via uittreding en slaagt erin de pijnen gevoelig te verlichten.

De ervaringen van Arjan Voet zijn zeer bijzonder.Hij reisde als jongeling onder begeleiding door een spirituele wereld. Zo keerde hij ook terug naar een "hiervoormaals" of een tussenwereld tussen twee levens. In die tussenwereld vond hij het zeer plezierig en wel zo prettig dat hij geen aandacht besteedde aan andere geesten van overledenen die zijn hulp inriepen om hen te bevrijden van hun negativiteit.

Zijn gelukzalig gevoel volstond voor hem en hij had geen behoefte om anderen te helpen. Enkele opmerkingen hierover van hogere geesten negeerde hij volledig. Deze houding werd de aanleiding tot het hervatten van een leven in deze wereld, spijts zijn tegenstribbelen... Deze ervaring is belangrijk omdat zij aansluit bij de bevindingen van Robert Monroe (5) en aldus bijdragen tot een beeldvorming van de inhoud van ons verblijf in het "hiernamaals".

Besluit
Titus Rivas en Anny Dirven hebben een grote inspanning geleverd om de diverse ervaringen en belevenissen op hun waarheidsgehalte te toetsen. Zij hebben het ook aangedurfd om domeinen erbij te betrekken die weinig of niet verkend of bekend zijn.
Een reden temeer om omzichtig tewerk te gaan. Dit geldt vooral voor het spiritueel voorafbestaan en tussenbestaan. Of herinneringen aan een bestaan tussen twee levens in deze wereld.

Het is niet omdat deze herinneringen weinig of geen aandacht krijgen in de media dat zij in feite ook weinig of niet zouden voorkomen. Een vergelijking met de BDE ligt voor de hand: een halve eeuw geleden was dit fenomeen zo goed als onbekend en had zelfs geen naam... Hopelijk is dit boek een aanzet om méér van deze herinneringen aan het daglicht te brengen. Dat is alleszins de moeite waard omdat het eveneens zal bijdragen tot een totaalbeeld van onze spirituele eigenheid. De wens van de schrijvers tot meer onderzoek en openheid in deze delicate materie waar vooral kinderen voor in aanmerking komen is dan ook gerechtvaardigd. De nodige omzichtigheid moet wel in acht worden genomen, waarvan auteurs zich terdege bewust van zijn.

Met sterfbedvisioenen zijn we meer vertrouwd. Hoewel de mentaliteit om deze ervaringen onder de mat te schuiven zeker nog overheerst! En dat is zeer spijtig omdat aldus unieke momenten welke leiden tot verzoening en blijvende troost verloren gaan. En de oorzaak is louter gebrek aan informatie en passende begeleiding. In plaats van een goed gevoel doorheen het verdriet op te bouwen blijft onnodig uitzichtloos verdriet overheersen dat men tevergeefs verstandelijk tracht weg te redeneren... Dit zijn conclusies die zich aanbieden bij het lezen van dit boek, dank zij de prachtige verhalen door schrijvers bijeengebracht.

Trouwe lezers van dit blad zijn inmiddels vertrouwd met uittredingen dank zij onder andere de bijdragen van Robert Monroe en Jéróme Bourgine. En toch wordt in dit boek een zeer interessant element toegevoegd aan ons beeld dat wij ons tot hiertoe gevormd hebben. Het betreft de ervaring van Arjan Voet waaruit wij kunnen afleiden dat spirituele groei niet noodzakelijk via wedergeboorten mogelijk is maar blijkbaar nog andere wegen ter beschikking staan. Aan u dit verder te ontdekken in dit uitstekend boek!

Stan Michielsens

* Titus Rivas en Anny Dirven: "Van en naar het Licht" - 2010 - uitgever Elikser Leeuwarden - 285 blz.

(2) Osis &Haraldsson: "Op de drempel: visioenen van stervenden" - 1979 - Amsterdam - Meulenhoff.

(3) Zie Levenslicht 24: BLE en BDE "Le Voyage astral" van Jéróme Bourgine blz 7

(4) Zie Levenslicht 25: "Gedeelde doodservaring " blz 4

(5) Zie Levenslicht 23: "Gecontroleerde buitenlichamelijke ervaringen" blz 7

Deze recensie van Stan Michielsens werd geplaatst in Levenslicht, nr. 26, april-mei-juni 2011, blz. 7-11. van Limen vzw.

Contact: titusrivas@hotmail.com