Titel

Moraal en moralisme

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 16 August, 2011)

Samenvatting

Het verschil tussen het volgen en bepleiten van een ethisch verantwoorde levensstijl en intolerant moralisme. Artikel voor het tijdschrift Gezond Idee! van de Nederlandse Vereniging voor Veganisme.


Tekst


Moraal en moralisme

door Titus Rivas

Net als menigeen die zich het lot van dieren aantrekt, beschouw ik de 'aanpak' van grootschalige landbouwcrises zoals de zogeheten MKZ-crisis of uitbraken van de varkens- of vogelpest als een soort massamoord die velen de ogen zou moeten openen. Gelukkig gebeurt dat ook nog wel eens. Zelfs in mijn naaste omgeving zijn er mensen die naar aanleiding van dergelijke catastrofes minder dierlijke producten kopen of besloten hebben vegetariër te worden. Tegelijkertijd hoor je sommigen juist tijdens zo'n ramp schaamtelozere uitspraken doen dan voorheen. Een landbouwcrisis zou erg zijn voor de boeren en de slachthuizen (sic), niet voor de dieren die vernietigd 'moeten' worden. Vegetariërs zouden de crises zelfs misbruiken om zieltjes te winnen voor hun ideologisch 'fanatisme'.

Cynisme
In deze reacties klinkt een algemener verwijt door dat idealisten in feite intolerante moraalridders zijn die niet meer in onze 'vrije' maatschappij thuishoren. In navolging van een filosoof als Friedrich Nietzsche zou men volgens deze visie volledig vrijgelaten moeten worden waar het gaat om leefwijze en moraal. Een ieder die dat niet doet, wordt gezien als een 'moralist', d.w.z. iemand die zonder geldige reden een ander zijn of haar privé-normen wil opleggen. Juridische grenzen aan ieders particuliere moraal worden in deze optiek niet vastgesteld op basis van een soort universele ethiek die willekeur zou overschrijden, maar ze komen domweg voort uit de wil van de meerderheid. Ze dienen zuiver om de maatschappelijke orde te beschermen, niet om het inherent goede te bevorderen en het kwaad terug te dringen. Buiten de juridische grenzen hoort er derhalve uitsluitend sprake te zijn van individuele normen en waarden waar niemand aan mag komen. Deze uiterst cynische visie op ethiek en recht gaat in feite uit van door en door egoïstische individuen die uitsluitend in een gemeenschap leven omdat ze daardoor beschermd worden. We zouden enkel en alleen bereid zijn tot inperking van onze vrijheid omdat we afhankelijk zijn van de maatschappij voor ons fysieke en vooral ook sociale overleven. Mensen die erin slagen om hun egoïsme maximaal gestalte te geven zonder gemarginaliseerd te worden binnen de maatschappij, zijn het ideaalbeeld binnen deze visie. Het is niet voor niets dat Nietzsche - naast blinde literatuurliefhebbers die slechts op zijn elegante retoriek letten (en enkele humanisten die zich uitsluitend richten op heel specifieke aspecten van zijn filosofie zoals zelfverwerkelijking) - met name mensen met 'rechtse' sympathieën aanspreekt. Nietzsche beschouwde het grote westerse traditionele antwoord op het door hem gepredikte anti-morele cynisme, het christendom, bijvoorbeeld als een leer voor zwakkelingen en slaven. Gelukkig hanteert slechts een kleine minderheid bewust deze filosofie. Ze vormt daarmee ook geen grootschalige bedreiging voor de verbreiding van vegetarisme en veganisme.

Intolerantie
Mensen hebben echter wel gelijk als ze voor hun privé-leven een maximale vrijheid opeisen. Het is mijns inziens bijvoorbeeld stuitend dat er plannen geopperd zijn om rokers achter te stellen binnen de gezondheidszorg. Hierbij is sprake van echt moralisme omdat het gaat om een zaak die overgelaten zou moeten worden aan de persoon zelf. Het gaat immers om iemands eigen gezondheid. Niemand heeft het recht om zich daar zomaar mee te bemoeien, tenzij het bijvoorbeeld gaat om een psychotische patiënt, een zuigeling of een demente bejaarde. Dat iemand vervolgens medisch gezien de verkeerde keuze maakt, mag niet betekenen dat hij of zij daardoor basale rechten op medische zorg verliest. Als individuele vrijheid steeds ingeperkt moet worden omdat ze ons op de lange duur collectief geld kan kosten, blijft er wel erg weinig vrijheid over.
Helaas ben ik onder veganisten wel eens lieden tegengekomen die meenden dat ze het recht hadden om zich te mengen in dingen die hen niets aangingen. Ze probeerden mij hun spirituele en andere inzichten (zoals atheïsme of agnosticisme) op te dringen en pleitten op een onverdraagzame manier voor radicale veranderingen in mijn leven. In bepaalde opzichten leken ze wat dat betreft op moralisten uit een heel andere hoek: de evangelische christenen. Ik heb dit vooral geconstateerd bij enkele veganisten die geen scherp onderscheid maakten tussen de verschillende motieven die je kunt hebben om veganist te zijn. Daardoor gingen morele en andere motieven door elkaar lopen en met elkaar versmelten. Er werd bijvoorbeeld van me verwacht dat ik al net zo'n hekel had aan technologie, tv, moderne muziek, mensen die roken, of seksuele vrijheid als zijzelf. Dat hing samen met een soort ideaalbeeld van dé veganist dat alle veganisten impliciet zouden delen volgens deze mensen. Zoals in elke groepering die de hele persoonlijke identiteit van haar leden ophangt aan één enkel ideaal (d.w.z. aan een panacee) kan dit leiden tot grote intolerantie. Vooral buitenstaanders hebben daar oog voor en ze ervaren de groep in kwestie in dat geval als gesloten, ontoegankelijk en onaantrekkelijk.
Het is in mijn ogen funest als de ethische basis voor veganisme niet scherp onderscheiden wordt van andere motieven zoals gezondheid. We zouden ethisch gezien inderdaad allemaal veganist moeten worden, maar zijn dat voor onze gezondheid, een privé-aangelegenheid, helemaal niet moreel verplicht (men kan zich in individuele gevallen wel verplicht voelen om gezond te blijven, bijvoorbeeld op basis van zelfrespect of voor dierbare anderen, maar dat is iets anders dan een algemene morele plicht). Door dit soort dingen door elkaar te gooien, kan een buitenstaander de indruk krijgen dat we inderdaad vinden dat iemand vanwege zijn gezondheid veganist moet worden. Soms gaat dit een stap verder en worden er zelfs nog binnen het veganistische menu beperkingen gepropageerd zoals het volgen van een suikervrij dieet en zelfs langdurig vasten. Over dit soort drastische maatregelen wordt daarbij soms door de vervaging van grenzen tussen het morele en het amorele gedaan alsof ze niet alleen gezond zijn, maar ook nog eens neerkomen op een morele prestatie. Ik heb in dit verband meermalen met eigen ogen aanschouwd hoe fanatieke vasters bijna heilig verklaard werden.
Extra wrang vind ik de afkeer die sommige veganisten hebben van het houden van huisdieren, ook als deze veganistisch gevoed kunnen worden. Ze vinden het laakbaar als je als veganist huisdieren hebt of het houden van huisdieren verdedigt (Zie in dit verband: Zoopolis). Huisdieren houden zou volgens hen zonder meer en per defimitie gelijkstaan aan een vorm van diergebruik. Of anders toch tenminste neerkomen op een verstoring van de natuurlijke leefwijze van de dieren in kwestie. Alsof er met andere woorden een soort vanzelfsprekend ethisch verbod zou bestaan in dit opzicht en het zelfs regelrecht immoreel zou zijn om dieren op te vangen.
Hoe sterker moraal met moralisme vermengd wordt in de levenspraktijk van veganisten, hoe meer schade dit volgens mij toebrengt aan ons imago. De veganistische ethiek is op zich al moeilijk te verkroppen voor veel niet-veganisten, maar het wordt nog veel moeilijker als er ronduit moralistische uitspraken worden gedaan die op zichzelf niets met die ethiek te maken hebben.

Sommige veganisten zouden zelfs het liefst willen dat iedereen naturist werd en zien daarbij een inherent verband tussen veganisme en naturisme (ook al erkennen ze dan doorgaans wel dat dit andersom zeker niet het geval is). Gevoelens als schaamte of verlegenheid, maar bijvoorbeeld ook introversie zouden onnatuurlijk of vervreemdend zijn en individuele verschillen in de omgang met (openbare) naaktheid doen er kennelijk gewoon niet toe.
Het is alsof dergelijke veganisten niet goed kunnen leven met pluralisme op andere (dan strikt morele) terreinen. Alsof ze pas echt tevreden in het leven staan als iedereen exact dezelfde voorkeuren, culinaire belangstelling, esthetische waarden en levensstijl aanneemt als zijzelf. Ik vind het niet zo raar als anderen zo'n houding als zeer intolerant, egocentrisch en zelfs totalitair betitelen.

Moralisme als onterecht verwijt
Veganisme kan in een negatief daglicht worden gesteld door de veganisten die op een intolerante manier pleiten voor een levensbeschouwelijke transformatie of dieet- en andere restricties of die de vrijheid van iemand inperken zonder die van een ander te vergroten. Een suikerloos dieet aanhouden is bijvoorbeeld niet bevorderlijk voor het levensgeluk van iemand anders, maar hooguit voor dat van de persoon zelf. En het maakt niet uit of je een sikh, atheïst, moslim of agnost bent, zolang je maar geen dierlijke producten gebruikt. Het is dus nogal merkwaardig om te insinueren dat het wel degelijk een plicht is om je tot een bepaalde levensbeschouwing te bekeren, alsof ethisch veganisme uiteindelijk toch alleen daarin gefundeerd kan worden.
Een veganist die vasten als een moreel hoogstaande activiteit uitdraagt, kan terecht moralisme verweten worden. Maar daarmee is moralisme nog geen inherent kenmerk van veganisme. Als je moralisme opvat als een vorm van inmenging in andermans leven zonder goede gronden, dan slaat het nergens op dat ethisch veganisten verweten wordt moralistisch te zijn omdat ze opkomen voor de rechten van dieren. Onder invloed van de postmoderne, relativistische houding tegenover moraal is het misverstand ontstaan dat alle vormen van actie tegen onrecht per definitie moralistisch zouden zijn. Moraal komt, in mijn definitie, altijd neer op een beperking van de eigen vrijheid ten behoeve van de bescherming van de vrijheid en in het verlengde daarvan het welzijn of de rechten van anderen. Je sterk maken voor een plantaardige levenswijze, bevordert het welzijn van andere dieren waardoor er aan een dergelijk eetpatroon meer vastzit dan hooguit een individueel voordeel. Een ethisch veganist is beslist een moreel bewogen, maar zeker geen moralistisch persoon, althans niet door zijn of haar ethisch veganisme zelf.


Dit artikel werd gepubliceerd in Gezond Idee!, nummer 54, 30-31, 2002.

Het is hier licht geactualiseerd in juni 2017 en juni 2020.

Contact: titusrivas@hotmail.com