Titel

Vegetariërs als 'foute' mensen

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 20 August, 2011)

Samenvatting

De auteur stelt dat het beeld van vegetariërs of veganisten als boosdoeners vaak voortkomt uit banale intolerantie, maar dat het tevens wordt ingezet bij bewuste manipulatie van mensen zodat dierenbevrijding nog langer wordt uitgesteld.


Tekst

Vegetariërs als 'foute' mensen

door Titus Rivas

Inleiding 
Toen ik vegetariër werd, kreeg ik al snel verschillende reacties van mijn omgeving. Sommigen hadden het erover dat ik mezelf sociaal isoleerde en anderen spraken over een 'modeverschijnsel' dat zo weer over zou gaan. De opvallendste reactie kwam van de peettante van mijn broer, Tante Greetje. Ze zag mijn vegetarisme niet zozeer als een probleem voor mezelf of als modieuze gril, maar ze vond dat ik egoïstisch was! Als vegetariër maakte ik namelijk 'gezellige' gezamenlijke maaltijden en feestjes voortaan onmogelijk. Daarmee isoleerde ik niet alleen mezelf, maar ik ontzegde vooral ook anderen het plezier om samen met mij te eten. Tante Greetje had echt met mijn ouders te doen nu ik zo ongezellig wou zijn. Deze merkwaardige gedachtegang ben ik sindsdien nog vaker tegengekomen. Er wordt daarbij dus volledig voorbijgegaan aan je beweegredenen om vegetariër of veganist te worden. Alsof het volstrekt vanzelfsprekend is dat die er helemaal niet toe doen. Vegetarisme en veganisme worden zo voorgesteld als een variant van dwarsheid, als 'moeilijk doen', zonder rekening te houden met anderen. 

Onbeleefdheid
Iets dergelijks zien we wanneer vegetariërs geacht worden uitingen van gastvrijheid te aanvaarden, ook al gaan die volledig in tegen hun morele principes. Het gaat volgens sommigen dan niet op de eerste plaats om 'ongezelligheid' maar om regelrechte onbeleefdheid als je de aangeboden 'lekkernijen' weigert. 
Zelfs in bepaalde restaurants, waar het devies "De klant is koning" zou gelden, heb ik dit mechanisme al meermalen meegemaakt. Nadat ik uitvoerig had uitgelegd wat veganisme precies inhield en had geïnformeerd naar de mogelijkheden om een maaltijd samen te stellen, kreeg ik een paar keer toch nog een gerecht vol zuivelproducten voorgeschoteld. Toen ik dit gegeneerd en in mijn ogen uiterst beleefd weigerde, werd dat opgevat als een belediging van het restaurant. In één geval ging de irritatie zover dat ik zelf boos opstapte.
Dit principe kan zich nog sterker laten gelden als de niet-vegetariër extra moeite heeft gedaan om een geschikte maaltijd samen te stellen, maar daar zonder dit zelf te beseffen niet in is geslaagd. Het wordt dan soms niet alleen als onbeleefd gezien als je desondanks het gerecht laat staan, maar ook als regelrecht ondankbaar. 

Vegetariërs als 'engerds'
Nog een stap verder gaat het als vegetarisme en veganisme worden afgeschilderd als enge afwijking. De psychoanalyse heeft dit in het verleden inderdaad gedaan. Mensen die vegetariër werden, hadden volgens deze beweging problemen met hun eigen agressie. Ze hadden onbewust de neiging om mensen te vermoorden, maar om die neiging met succes te onderdrukken, compenseerden ze haar met een consequente, krampachtige geweldloosheid. Ze wilden in feite mensen vermoorden, maar ontkenden dat voor zichzelf door 'zelfs' geen dieren meer te (laten) doden. Dit zou vergelijkbaar zijn met preutse mensen die in feite een enorme drang zouden hebben om zich te buiten te gaan aan seksuele uitspattingen. Om dat te compenseren wijzen ze volgens deze visie alle seksualiteit af en ontkennen dat ze zelf seksuele gevoelens hebben, terwijl ze die juist meer dan gemiddeld zouden hebben.
Nog steeds hoor ik geregeld van vleeseters dat er vermoedelijk een of andere kronkel achter de keuze voor vegetarisme zit. Volgens deze personen identificeren vegetariërs zich waarschijnlijk met 'zwakke' landbouwhuisdieren omdat ze zich in feite zelf ook zwak en machteloos voelen, bijvoorbeeld vanuit een minderwaardigheidscomplex. 
Veganisten komen in de ogen van tegenstanders daarbij al gauw in aanmerking voor de kwalificatie 'extremistisch'. Zoiets 'wereldvreemds' als het zich, voor zover haalbaar, onthouden van alle dierlijke producten moet volgens hen wel voortkomen uit een destructieve, rebelse drang om de wereld op zijn kop te zetten. In het gunstigste geval gaat het om een soort Peter Pan-achtige, onvolwassen fixatie op de recalcitrante puberteit. In het ergste geval om een neiging tot anarchie en terrorisme. (Zie ook mijn artikel Wat is er 'extreem' aan veganisme?) Het gegeven dat relatief veel anarchisten veganist zijn, wordt trouwens niet gezien als consequentie van een filosofische verwantschap tussen (vormen van) anarchisme en veganisme, maar als bewijs dat veganisten in feite verkeerd bezig zijn. 
De stelling dat vegetariërs 'eng' zijn, wordt daarnaast nog geregeld onderbouwd door te wijzen op het vegetarisme van Hitler en andere fascisten. Dit soort gevallen zou aantonen dat vegetarisme eigenlijk voortkomt uit een minachting voor medemensen. Dieren zouden door vegetariërs gezien worden als belangrijker dan mensen. We zouden dieren daarom ook beter behandelen dan mensen en zelfs gevaarlijk zijn voor leden van onze eigen soort. 
Marxisten zien in het vegetarisme vaak een storend obstakel voor revolutionaire actie. Vegetariërs vinden volgens hen dierenrechten in feite belangrijker dan een revolutie die mensen ten goede komt. Het zou daarom bijvoorbeeld kenmerkend zijn voor apolitieke zonderlingen of mensen met een verkapte reactionaire filosofie zoals die wordt uitgedragen door de New Age-beweging. 

Achtergrond
Ik denk dat er in feite twee mechanismen schuilgaan achter het soort verkettering dat ik hierboven aangeef: 
- Intolerantie tegenover alles wat anders is. Er wordt daarbij niet gekeken naar de reden waarom iemand anders is. Het 'afwijken' van de norm is per definitie een probleem. Er wordt niet eens nagedacht over de vraag of die norm wel zo goed is. Vandaar zo'n opmerking als van mijn Tante Greetje dat het zo ongezellig is dat ik vegetariër was geworden. Het kwam niet in haar op de norm te veranderen of mij tenminste mijn eigen norm te laten. Iets dergelijks zie je in situaties waarin vegetarisme onbeleefd of ondankbaar wordt gevonden. Het gaat er immers niet om of iemand jou persoonlijk een plezier doet of niet, maar of je je onderwerpt aan de 'normale' beleefdheid, waarbij het er niet toe doet of een gerecht wel of niet in overeenstemming is met jouw normen. Die normen zijn immers niet belangrijk zodra ze afwijken van de algemeen gangbare normen.
- Intolerantie kan als het ware 'automatisch' in iemand opkomen, maar ze kan ook misbruikt worden om iemand te isoleren en te brandmerken. Hier is vooral sprake van als vegetariërs en veganisten expliciet verdacht worden gemaakt in een politieke context. Actievoerders die alleen belangen van mensen voor ogen hebben kunnen vegetariërs en veganisten proberen te stigmatiseren om te voorkomen dat ook belangen van dieren aandacht krijgen.
Ik denk met andere woorden dat het beeld van vegetariërs of veganisten als boosdoeners vaak voortkomt uit banale intolerantie, maar dat het tevens wordt ingezet bij bewuste manipulatie van mensen zodat dierenbevrijding nog langer wordt uitgesteld. Als 'georganiseerde misdadigers' kunnen we ons daar maar beter van bewust zijn.

Online toevoeging uit september 2017: Schuldgevoelens over het eigen eetgedrag kunnen negatieve karikaturen van mensen met een vegetarische of veganistische leefwijze uiteraard nog versterken. Zie: Veganisme: vervelend of vanzelfsprekend van Vera Kurpershoek.

Dit artikel werd in 2001 gepubliceerd in Gezond Idee!, Nr. 52, pagina 30.

Contact: titusrivas@hotmail.com