Titel

Xenoglossie

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 27 January, 2012)

Samenvatting

Artikel over xenoglossie in een parapsychologische perspectief door Titus Rivas en Anny Dirven voor ParaVisie.


Tekst



Xenoglossie

De Joodse volgelingen van Jezus Christus kregen dankzij de Heilige Geest plotseling het vermogen in 'vreemde tongen' te spreken. Zoiets heet 'xenoglossie', het vermogen een vreemde taal te spreken die je in dit leven niet hebt geleerd. Parapsychologen gaan er op basis van het beschikbare bewijsmateriaal vanuit dat degene die de vreemde taal beheerst, zich die taal buiten het huidige lichaam eigen heeft gemaakt. Het zou een sterk bewijs voor het bestaan van vorige levens kunnen zijn.

door Titus Rivas en Anny Dirven

Volgens taalkundigen komen we op de wereld met het aangeboren vermogen om een taal te leren. Baby's zijn al heel jong in staat om de woorden en grammaticale regels van de taal om hen heen op te pikken. Kinderen weten impliciet hoe ze uit de vele zinnen die ze horen een moedertaal moeten distilleren. Er bestaan allerlei discussies op dit gebied. Is het het menselijke taalvermogen uniek of zijn er parallellen in de dierenwereld? Is taal een uiting van een algemene menselijk denkvermogen of staat het geheel op zichzelf? Er zijn natuurlijk ook zaken waarover taalkundigen het eens zijn. We mogen dan een aangeboren taalvermogen hebben, maar om je je een bepaalde moedertaal eigen te maken, moet je er wel voldoende mee in aanraking komen. Met andere woorden: om een specifieke taal te leren hoeven kinderen niet eerst te leren wat taal voor iets is. Maar een moedertaal komt hun ook weer niet aanwaaien. Ze moeten in een omgeving opgroeien waarin ze voortdurend blootgesteld worden aan allerlei woorden en zinnetjes. Kinderen die daarvan verstoken blijven, vertonen een grote taalachterstand en geleerden beweren zelfs dat ze die vanaf een bepaalde leeftijd niet meer in kunnen halen. Toch kennen we in de parapsychologie een fenomeen dat op het eerste gezicht haaks op staat dit basisgegeven dat concrete talen niet aangeboren kunnen zijn. We hebben het over xenoglossie, het vermogen een vreemde taal te spreken die je nooit in dit leven hebt geleerd. Dit woord is afkomstig van de Franse natuurkundige en parapsycholoog Charles Richet. 'Xenos' betekent vreemd en 'glossie' is afgeleid van het Griekse woord voor taal ('glossa'). Aangezien reguliere taalgeleerden doorgaans geen rekening houden met zaken als vorige incarnaties, zullen ze claims rond xenoglossie meestal niet al te serieus nemen.

Glossolalie
Het fenomeen xenoglossie komt al in de Bijbel voor, in het Pinksterverhaal zoals beschreven in de Handelingen van de Apostelen. De Joodse volgelingen van Jezus Christus kregen dankzij de Heilige Geest plotseling het vermogen in 'vreemde tongen' te spreken. Het was daarbij de bedoeling dat ze andere volkeren in het Romeinse Rijk zouden kunnen evangeliseren, zoals Romeinen, Parthen en Egyptenaren. Aanhangers van christelijke stromingen zoals de Pinksterbeweging geloven dat mensen ook nu nog in tongen kunnen gaan spreken. Ze hebben het dan doorgaans niet over xenoglossie maar over glossolalie, een term die eigenlijk gewoon het spreken van een taal betekent. Bij glossolalie gaat het tegenwoordig niet meer om menselijke talen maar om engelentalen. Men gelooft oprecht dat engelen een eigen taal hebben met een eigen woordenschat en grammatica. We zijn zelf wel eens getuige geweest van glossolalie tijdens kerkdiensten en moeten bekennen dat het nauwelijks indruk op ons maakte. Het leek nog het meest op het herhalen van reeksen betekenisloze klanken zonder dat de persoon in kwestie zelf begreep wat hij zei. Ook parapsychologisch gezien is het verschijnsel nauwelijks interessant te noemen, om de eenvoudige reden dat het onmogelijk is om te achterhalen of iemand zo'n hemelse taal echt beheerst. Om dat te kunnen moet je eerst onafhankelijke, betrouwbare informatiebronnen over de taal van de engelen raadplegen en die zijn er nu eenmaal niet.
Ook in de parapsychologische literatuur kent men overigens het verschijnsel dat iemand ongeleerd een taal zou spreken die niet traceerbaar is. Een beroemd voorbeeld betreft het Zwitserse medium Cathérine Elise Müller, beter bekend onder haar pseudoniem Hélène Smith. Psychiater Théodore Flournoy publiceerde in 1900 een boek over haar. Het medium beweerde onder meer dat ze beelden zag van de planeet Mars en berichten doorkreeg in de taal van die planeet. Een geest vertaalde haar uitlatingen in het Frans. Destijds wist men nog niet dat er naar alle waarschijnlijkheid geen intelligente mensachtige wezens (meer) leven op Mars, zodat dit nog enigszins denkbaar leek. Een voorbeeld van de Martiaanse taal luidt: 'dodé né ci haudan ti mess métiche Astané, wat dit is het huis van de grote man Astané' zou betekenen. Flournoy ontdekte al snel dat de structuur van de vermeende taal van Mars bijna identiek was aan die van het Frans. Alleen de woorden wijken uiteraard af van Franse woorden. Het ligt daarom voor hand dat de taal die Hélène Smith sprak ontsproten was aan haar eigen onbewuste geest. Dit geldt eveneens voor de glossolalie van christenen.

Aardse talen
Sommige gevallen van xenoglossie zijn ongetwijfeld volledig psychologisch te verklaren. De taal die men spreekt lijkt in bepaalde gevallen niet eens echt te bestaan, zodat alleen een soort verbeeldingskracht er de oorsprong van kan vormen. Maar is dat parapsychologisch beschouwd ook meteen het hele verhaal? Nee, want er zijn ook enkele casussen gedocumenteerd van mensen die een bestaande taal konden spreken zonder dat ze die (in dit leven) ooit hadden geleerd. Uiteraard hebben sceptici geprobeerd om die gevallen stuk voor stuk onderuit te halen. Soms is dat niet zo moeilijk, omdat de xenoglossie heel erg beperkt blijft. Het gaat dan bijvoorbeeld slechts om een paar zinnen die grammaticaal onjuist zijn en uitgesproken worden met een zwaar accent. Voor iemand die de taal in kwestie zelf niet spreekt kan zoiets op het eerste gezicht natuurlijk al heel indrukwekkend zijn. Daarom is het belangrijk dat mensen die de vreemde taal goed spreken (liefst als moedertaal) de prestaties kritisch beoordelen. Jammer genoeg is het lang niet altijd vast te stellen of claims over xenoglossie op waarheid berusten. Je hebt er bijvoorbeeld weinig aan als iemand die zelf geen Russisch spreekt beweert dat een medium vloeiend een hele verhaal in die taal vertelde.
Bovendien is het van belang om een onderscheid te maken tussen recitatieve en responsieve xenoglossie. Bij recitatieve xenoglossie gaat het slechts om spontane uitspraken die men in een vreemde taal doet. Responsieve xenoglossie treedt op wanneer iemand in staat blijkt zinnig te antwoorden op vragen in een taal die hij in dit leven nooit geleerd heeft.

Liederen in het Bengaals
De belangrijkste parapsychologische onderzoeker op dit gebied, dr. Ian Stevenson, was zich volledig bewust van de valkuilen rond xenoglossie. Hij publiceerde onder meer twee boeken over het onderwerp. Behalve een bespreking van de gedocumenteerde gevallen uit de literatuur, komen er ook enkele gevallen in voor die Stevenson zelf onderzocht. Zo bestudeerde hij een Amerikaanse vrouw die in de jaren 50 onder hypnose beweerde dat ze een Zweedse boer was geweest die Jensen heette. Haar vermogen om Zweeds te spreken reikte overigens niet al te ver. Ze maakte spontaan correct gebruik van enkele tientallen Zweedse woorden, maar sprak die niet helemaal juist uit. Een andere casus betrof eveneens een Amerikaanse, Dolores Jay. Deze belandde in 1970 onder hypnose in een Duits vorig leven waarin ze Gretchen zou hebben geheten. Ze gebruikte volgens Stevenson meer dan 200 Duitse woorden spontaan, maar ook haar uitspraak was niet perfect. Belangrijker dan deze Amerikaanse gevallen zijn twee casussen uit India. Swarnlata Mishra had paranormale herinneringen aan twee vorig levens. Ze was bovendien in staat om spontaan liederen in het Bengaals te zingen, terwijl ze die taal in dit leven niet geleerd had. Dat het echt om Bengaals gingen werd bevestigd door de Indiase geleerde prof. P. Pal. De liederen lijken verband te houden met een van de levens die ze zich herinnerde.
Ook Uttara Huddar uit Nagpur sprak vloeiend Bengaals terwijl ze in de jaren 70 een behandeling onderging voor haar stemmingswisselingen. Daarbij manifesteerde zich een 19-eeuwse persoonlijkheid die zich Sharada noemde en paranormale kennis vertoonde over die bewuste periode. Ze beschreef onder meer een Bengalese familie waar ze bij zou hebben gehoord. Hoewel de vrouwelijke familieleden niet geregistreerd zijn, komen de mannen die zij noemt echt in de archieven voor. Hoewel ze mogelijk wel wat Bengaals opgestoken had in haar huidige leven, is dit volgens Stevenson waarschijnlijk onvoldoende om Sharada's kennis van die taal te kunnen verklaren.
Een lichte vorm van xenoglossie komt trouwens regelmatig voor bij reïncarnatiegevallen van jonge kinderen. Een kind kent dan bijvoorbeeld bepaalde woorden die alleen in een andere streek gebruikt worden. Het kan gaan om zaken als namen van dagelijkse gebruiksvoorwerpen of etenswaren, maar ook om krachttermen.

Vloeiend Spaans
In 2005 werd een Japanse huisvrouw onder hypnose teruggevoerd naar vorige levens. Ze herinnerde zich onder andere een incarnatie als Rataraju. een Nepalese man. Dr. Masayuki Ohkado en zijn team raadpleegde drie Nepalezen die bevestigden dat ze tijdens deze regressie werkelijk vloeiend Nepalees kon spreken.
De Nederlandse stichting Athanasia was betrokken bij twee andere gevallen van xenoglossie. Een Hongaars meisje, Iris Farczády, beweerde in de jaren 30 plotseling dat ze in werkelijkheid ene Lucia Altarez of Altares, een arme vrouw met veel kinderen uit Madrid was. Ze sprak vloeiend Spaans, terwijl Iris voor zover bekend nooit geleerd had. In 1998 stelde Titus Rivas vast dat Iris (die zichzelf privé nog steeds Lucía noemde) nog steeds heel behoorlijk Spaans kon spreken. Rivas heeft voldoende kennis van deze taal omdat hij een Spaanse vader had.
Het is na zoveel jaren niet exact vast te stellen of ze een deel hiervan op een normale manier heeft opgedaan. Maar er zijn in ieder geval aanwijzingen dat ze zich ook in de jaren 30 al goed in die taal kon uitdrukken. Jammer genoeg is Lucía zelf niet teruggevonden in de archieven in Madrid. In 2005 hebben Titus Rivas en Anny Dirven samen een Nederlandse casus van xenoglossie bestudeerd. Het gaat om mevrouw Jolanda Klaassen die reeds als kind een bijzondere band voelde met Suriname. Ze kreeg als vierjarig kind spontaan beelden van een erf en rode aarde. Uiteindelijk trouwde ze met de Creool John. Het viel John op dat Jolanda de creoolse taal Sranan Tongoe in een recordtempo leerde en inmiddels zelfs accentloos kon spreken. Er zijn Surinamers die zo verbaasd zijn over haar taalvaardigheid dat ze denken dat Jolanda hoe dan ook in hun vaderland geboren moet zijn. Volgens John is een aanleg voor talen niet voldoende om haar kennis van het Sranan Tongoe afdoende te verklaren. Overigens voelde Jolanda niet alleen affiniteit met de taal maar ook met de Creoolse cultuur in het algemeen. Voor haar relatie met John had ze al een sterke voorliefde voor zwarte muziek. Ze was zelfs al getrouwd geweest met een Ghanees.

Waarschijnlijk zijn er veel casussen van xenoglossie die nooit onderzocht worden door wetenschappers. We mogen hoe dan ook concluderen dat een deel van het bewijsmateriaal niet op een reguliere manier verklaard kan worden. We hebben in zulke gevallen te maken met een zogeheten paranormale vaardigheid. Onderzoekers zoals Ian Stevenson hebben erop gewezen dat je een vaardigheid zoals het spreken van een taal niet kunt aanleren zonder je er eerst in te oefenen. Wanneer we daarvan uitgaan vallen bepaalde hypothesen, zoals telepathie, meteen af. Als je zo goed piano wilt leren spelen als een pianist, volstaat het niet om je telepathisch op hem af te stemmen. Zo kun je ook niet zomaar een bepaalde taal leren door de gedachten te lezen van iemand die die taal spreekt. Dit betekent dat er bij echte xenoglossie iets anders aan de hand moet zijn. Kennelijk heeft degene die de vreemde taal beheerst zich die taal buiten het huidige lichaam eigen gemaakt...

Literatuur
- Ohkado, Masayuki. (2010). A Japanese Case of Xenoglossy, in: Synchronic and Diachronic Approaches to the Study of Language: A Collection of Papers Dedicated to the Memory of Professor Masachiyo Amano. Tokyo: Eichosha Phoenix Co.
- Rivas, T. (2011). Uit het leven gegrepen (derde druk). Lulu.com.
- Stevenson, I. (1974). Xenoglossy: A Review and Report of a Case. Charlottesville: University Press of Virginia.
- Stevenson, I. (1984). Unlearned Language: New Studies in Xenoglossy. Charlottesville: University Press of Virginia.

Dit artikel werd gepubliceerd in ParaVisie, september 2011, jaargang 26, blz. 52-54.

Reacties: titusrivas@hotmail.com