Titel

Boekbespreking van De Vorst van de Duisternis

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 24 August, 2006)

Samenvatting

Lovende boekbespreking door Titus Rivas van de Vorst van de Duisternis door Joan O'Grady


Tekst


Boekbespreking
Joan O'Grady: De vorst van de duisternis: De duivel in filosofie, religie en psychologie.
Den Haag: Mirananda, 1991.

De duivel lijkt de laatste jaren weer erg in. Heavy (en met name death) metal bands geven te kennen "satanistisch" te zijn, en men leest in de media geregeld over ritueel misbruik van babies en kinderen. Daarnaast ziet men dat fundamentalistische christenen de realiteit van een persoonlijke duivel benadrukken en waarschuwen voor zijn grote macht in deze "eindtijd". Alleen al tegen deze achtergrond is het boek van O'Grady erg welkom. De schrijfster laat overigens zelf in het midden of er werkelijk een duivel bestaat of dat deze slechts een symbolische personificatie van het kwaad is.
Allereerst traceert zij de westerse ideeën over een duivel of demon tot het Joodse volk, en vergelijkt die met oudere opvattingen en ook met hindoe- en boeddhistische denkbeelden. Interessant is ook de historische theologische ontwikkeling op dit gebied met haar link naar de theodicee, de vrije wil en aanverwante vraagstukken.

We zien bijvoorbeeld dat het begrip duivel gebruikt is om het kwaad op universeel niveau, op het niveau van de hele mensheid, en op individueel niveau aan te duiden en te verklaren. O'Grady zet zo allerlei eigenschappen die aan de duivel toe worden geschreven in een interessant historisch perspectief. De gedaante van Satan is bijvoorbeeld terug te voeren tot de Griekse godheid Pan. Ook de hel, ketterse ideeën (met een oeroude, Perzische oorsprong), de tragische heksenwanen, en bezetenheid worden zo door haar in kaart gebracht. In de conclusie van haar boek stelt Joan O'Grady dat de geschiedenis uitwijst dat als men zomaar naïef een zelfstandige duivelse macht buiten de mens aanneemt, dit kan leiden tot afschuwelijke vervolgingen van andersdenkenden zoals we die kennen uit de tijd van de Inquisitie. Aan de andere kant ziet ze echter ook in het overdreven optimisme van bepaalde stromingen een gevaar, omdat het de mens blind kan maken voor negatieve krachten in de wereld.

Ze komt tenslotte zelf met een interessante herinvulling van het begrip duivel: Het is mogelijk een (onpersoonlijke) "energie" die gevoed wordt door de negativiteit van individuele mensen. De wapens van deze energie zijn volgens haar de misleiding en de misbruikte kracht van de suggestie die leiden tot haat, jaloezie en intolerantie. Ik denk dat er wel wat te zeggen valt voor deze voorstelling van een duivelse macht, omdat het kwaad vaak groter uitpakt dan de egoïstische intenties van individuele mensen beoogden. Oorlogen zijn hier een treurig voorbeeld van. Maar ook zonder dit soort rampzalige gebeurtenissen onder de noemer van één bepaalde duivelse macht te vangen, is het goed om eens kritisch stil te staan bij het idee "duivel". Om de eenvoudige reden dat men het kwaad nogal eens op een bepaalde menselijke zondebok afwentelt, of anders domweg met de mantel der liefde bedekt. Geen van beide zijn mijns inziens erg constructieve opties. Het is altijd nuttig geweest voor de mens om zich kritisch uiteen te zetten met het kwaad. Want om een vijand verpletterend te verslaan, moet men hem door en door kennen.

Titus Rivas

Deze recensie werd begin jaren 90 gepubliceerd in het tijdschrift Prana.

Contact: titusrivas@hotmail.com