Titel

De koude werkelijkheid rond wol

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 18 June, 2012)

Samenvatting

Veganisten krijgen vaak de vraag voorgelegd wat er tegen een 'diervriendelijk' product als wol zou zijn. Een overzichtje van misstanden.


Tekst


De koude werkelijkheid rond
WOL


In een de van de eerste televisiereclames van het officiële 'wolmerk' kwam een getekende striptease voor van een ooi die verleidelijk haar wollen mantel uitdeed. Er werd in deze reclame de indruk gewekt dat schapen die geschoren worden daar net zomin schade van ondervinden als mensen die hun kleren uittrekken. Sterker nog, schapen zouden het zelfs lekker verfrissend vinden om hun 'nutteloze' wollen deken van zich af te kunnen schudden.

door Titus Rivas en Morries Leeraert

Schapen zouden volgens deze idylle net zo gebaat zijn bij het afscheren van hun vacht als koeien bij het melken: zij worden van een last bevrijd. De schaapherder wordt in dit idyllisch plaatje als een verzorger van zijn schapen gezien. De westerse cultuur is blijkbaar zo doordrongen van dit beeld, dat Jezus van Nazareth zelf als Goede Herder wordt voorgesteld, en christelijke raadslieden pastores heten, 'herders' dus.
Het beeld van de zorgzame 'goede herder' kan wellicht nog enigszins van toepassing zijn geweest op het antieke Arcadië. Tegenwoordig zijn de meeste kuddes zó groot dat het voor een herder niet eens meer mogelijk is om zich om al zijn schapen afzonderlijk te bekommeren. In het 'schapenland' Australië bestaan kuddes meestal uit duizenden dieren en het zou ronduit onrendabel zijn om het welzijn van elk dier afzonderlijk in de gaten te houden. Er grazen zo'n 145 miljoen schapen die samen 80% van de wereld productie aan wol voor hun rekening nemen.

Sprookje wordt nachtmerrie
Dit betekent voor de Australische schapen dat ongeveer 30 tot 40% van de lammeren voordat ze acht weken oud zijn, zijn omgekomen vanwege extreme weersomstandigheden of honger. Ook in een Europees land als Engeland nemen de kuddes toe en wordt de verzorging daarom minder goed. Zo'n 4 miljoen Engelse lammeren leggen jaarlijks voortijdig het loodje.
De lammeren moeten overigens allemaal gemerkt worden. Dat gebeurt met een inkeping in het oor die gepaard kan gaan met bloedingen of infecties, of met het minder pijnlijke hoornbranden, mits dit alleen een ongevoelig gedeelte van de hoorn betreft. Ook is er sprake van het amputeren van de staart waarbij zonder verdoving een afknellende, rubberen ring wordt aangebracht of waarbij gebruik wordt gemaakt van een scherp mes of een verhit stuk ijzer. Bij mannelijke lammeren van minder dan een jaar oud, vindt er castratie zonder verdoving plaats met vergelijkbare methoden als bij het amputeren van de staart. Bij al deze verrichtingen kan er shock, bloedvergiftiging, tetanus, ontwrichting van gewrichten, en artritis optreden.

Honderd miljoen schapen per jaar
Bij het zogeheten Merino-ras is er bovendien sprake van een afwijkende huids-structuur die urine en vocht in zich opneemt, die op hun beurt weer vliegen aantrekken. Die vliegen leggen eitjes op de vacht van schapen, waarna de maden van de vliegen het dier letterlijk opeten. Dit is zo vreselijk pijnlijk voor de schapen die hier het slachtoffer van worden dat ze niet kunnen eten, drinken of slapen. Soms gaan de dieren reeds binnen enkele dagen dood, maar soms moeten ze ook een wekenlange doodstrijd leveren.
Om dit tegen te gaan neemt men zijn toevlucht tot het zogeheten 'mulesing', waarbij repen vlees worden weggesneden rond de anale en vaginale streek. Mogelijk is deze operatie voor de schapen erger dan de kwaal en lammetjes laten door hun gedrag zien dat ze erg veel pijn lijden. Zo'n honderd miljoen schapen per jaar moeten deze ingreep ondergaan.
Daarnaast kunnen de hoeven van schapen wanneer ze verwaarloosd worden gaan rotten zodat ze niet goed op hun poten kunnen blijven staan, en bovendien kunnen de dieren veel last hebben van luizen. Een volgend punt is dat er in alle landen waar schapen worden geteeld, sprake is van kreupelheid bij een zeer hoog aantal van de voor de wol gehouden schapen. Bovendien sterft zo'n 5% van de ooien aan een infectie aan hun uiers.
Dit alles is nog maar het voorspel op het eigenlijke schapenscheren waarvan men bijna algemeen denkt dat dat in ieder geval onschadelijk is. Als we de dieren wat beter zouden behandelen en die nare maatregelen die net genoemd zijn achterwege zouden laten, dan is er toch zeker niets meer aan de hand?

Schapenscheren
Helaas is zelfs dit een mythe. Schapen hebben er helemaal geen behoefte aan om door mensen geschoren te worden. Hoewel de gebruikte schapenrassen ongetwijfeld geselecteerd zijn door de mens vanwege de kwaliteiten van hun wol, is de wol als zodanig iets dat de schapen van nature beschermt tegen de kou, maar ook tegen de hitte. In de natuur verliezen schapen hun wol niet in één keer, maar geleidelijk, net zoals de wol geleidelijk aangroeit. Dit hangt natuurlijk samen met de geleidelijke overgang der seizoenen. In die zin betekent het scheren van schapen dus een plotselinge blootstelling aan de weersomstandigheden die op zichzelf al onaangenaam genoeg kan zijn.
Wanneer het scheren vroeg in het seizoen plaatsvindt kunnen sommige dieren zelfs letterlijk sterven van de kou. Het zou daarbij gaan om zo'n miljoen schapen per jaar. In Zuid-West Engeland worden er zelfs veel schapen 's winters geschoren.
Wat nog erger is, is dat het scheren niet altijd even zorgvuldig gebeurt, zodat veel schapen mishandeld worden tijdens het scheren en daarbij behoorlijk verwond kunnen raken. Daarbij kunnen er ook infecties optreden. Schapen worden niet alleen geschoren maar ze krijgen ook een chemisch bad of worden bespoten om parasieten tegen te gaan. Als zo'n behandeling plaatsvindt bij erg warm weer, kan er vergiftiging optreden doordat de chemische stoffen worden opgenomen door de huid. Wel is het bespuiten voor de schapen minder traumatisch dan het onderdompelen in chemicaliën, maar tegelijkertijd is dat ook minder effectief.

Het lot van oudgedienden
Zoals geldt voor alle dieren in de veeteelt, zal ook een schaap worden afgevoerd naar het slachthuis als de kwaliteit van zijn product afneemt. Veel schapen worden daarbij levend naar het Midden-Oosten getransporteerd. Zolang ze in de tussentijd in leven blijven, krijgen ze daar pellets te eten, terwijl ze meestal gras gewend zijn. Dit vergt zo'n grote aanpassing van deze dieren dat slechts zo'n 17 % het aankan om op dit voedsel over te kunnen gaan.

Ecologische gevolgen
De schapenteelt heeft ook nadelige consequenties voor de flora en het landschap. Schapen grazen heel wat land af; de verwoestijning van Australië hangt nauw samen met de schapenteelt. Tevens zijn de chemische behandelingen die Australische schapenhouders bij hun schapen toepassen medeverantwoordelijk voor de vervuiling van rivieren. Overigens gaat de wolbewerking op dit punt ook niet vrijuit, omdat de meeste wol gekleurd wordt met chemische verfstoffen en er ook nog chemicaliën worden gebruikt om de wol waterbestendig e.d. te maken.

Alternatieven krimpen niet
Mede door het dragen van wol krijgt het fokken en uiteindelijk de slacht van schapen een impuls. Want het scheermes snijdt aan twee kanten. Nadat schapen een leven lang hun wol hebben afgestaan, belanden ook zij uiteindelijk in het slachthuis. Maar ook zonder het schapenvlees, de 'kebab' of de 'shoarma', zou de wolproductie economisch genoeg opleveren om er massaal schapen voor te houden.
De wolproductie is dus helemaal niet zo 'natuurlijk' en diervriendelijk als het lijkt. Als het om natuurlijkheid gaat is een plantaardig product als katoen veel toepasselijker dan de vacht van een schaap. In ieder geval zijn synthetische stoffen als acryl, fleece en fluweel diervriendelijker en per slot net zo warmtehoudend als een wollen trui of sjaal. Bovendien zijn ze kleurvaster bij het wassen. En het allergrootste voordeel is natuurlijk dat alternatieve stoffen niet krimpen!

Literatuur: - Eva Batt, Wool factories, The Vegan Society, 1987.
- Danielle Curnoe. Wool - the reality for the sheep. In: Vegan News, 1996.
- Amanda Rofe. Suffer the sheep. In: The Vegan, lente 1998.


'... DAAR BUITEN LOOPT EEN SCHAAP...' Zonder menselijk ingrijpen zouden schapen precies genoeg wol hebben om hen tegen koude of juist warme weersomstandigheden te beschermen. Door middel van foktechnieken werd de vacht van schapen echter steeds voller en langer gemaakt.
Het tijdstip waarop schapen worden geschoren, is niet de lentedag waarop het eerste kievietsei gestolen wordt. De tijd hiervoor wordt grotendeels bepaald door de wolprijs, die net als aardolie of koffie wereldwijd bepaald wordt, en dus niet door de seizoenen of het welzijn van de schapen. En dit tijdstip varieert naarmate de wolprijs schommelt. Het gevolg is dat er ieder jaar
honderdduizenden volwassen schapen sterven van de kou, direct ná of als gevolg van het scheren. Wol is de haren vacht van schapen, net zoals beren, nertsen, honden, en katten hun 'wintervacht' hebben. Na het scheren hebben ze het dus gewoon koud, en zijn ze vatbaar voor bronchitus en ontstekingen. Voor schapenfokkers is het ziek worden en 'uitvallen' van vele schapen een 'berekend risico'. De dood van vele schapen is dus inbegrepen in de prijs voor een wollen trui.
Is dit eigenlijk wel zo'n dringend probleem in Nederland? Helaas wel. De Nederlandse Wolfederatie geeft aan dat de Nederlanders in 1997 samen goed waren voor een wolconsumptie van zo'n 950 ton. Er worden daartoe in Nederland zelf zo'n anderhalf miljoen schapen gehouden.

Dit artikel verscheen in Gezond Idee!, nr. 42, blz. 8, 1998/1999.

Contact: titusrivas@hotmail.com