Titel

De jongen die in de hemel was

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 14 April, 2013)

Samenvatting

Bespreking door Titus Rivas van 'De jongen die in de hemel was' van Todd Burpo en Lynn Vincent.


Tekst


Boekbespreking

Todd Burpo en Lynn Vincent. De jongen die in de hemel was. Amsterdam: De Boekerij, 2011. ISBN 978-90-225-6174-4.

De vierjarige Amerikaanse jongen Colton Burpo beleefde een bijna-doodervaring tijdens een operatie aan een acute blindedarmontsteking. Volgens de verantwoordelijke medische staf was de kans groot dat hij de ingreep niet zou overleven. De operatie bleek echter toch een succes en kort daarop vertelde Colton zijn ouders over een verblijf in de hemel.
Coltons vader Todd Burpo is dominee en beschouwt de ervaringen van zijn zoon als een wonderbaarlijk bewijs voor de traditionele vorm van christendom die hij aanhangt. De jongen blijkt namelijk een Bijbelse hemel te hebben gezien, bevolkt door uitsluitend christelijke entiteiten zoals Jezus Christus, God de Vader, de Heilige Geest, de engel Gabriƫl en (een protestantse versie van) Maria. De beschrijvingen die Colton hiervan geeft, sluiten volgens zijn vader naadloos aan bij specifieke Bijbelpassages zonder dat het vierjarige kind die teksten ooit bestudeerd kan hebben. Ook stelt de jongen dat men Jezus 'in zijn hart moet dragen' om in de hemel te komen, hetgeen exact overeenkomt met een bekend evangelisch geloofspunt.
We zijn intussen jaren verder en Colton houdt nog steeds vol in de hemel te zijn geweest. Nu is dit nog niet zo wereldschokkend wanneer je vader dominee is zodat je in theorie onbewust allerlei christelijke doctrines kunt hebben opgepikt. De jongen heeft het bijvoorbeeld over beelden van een naderend Armageddon die men hem tijdens de BDE zou hebben getoond. Veel interessanter is het gegeven dat Colton correcte buitenzintuiglijke waarnemingen deed terwijl hij buiten bewustzijn was. Hij vertelt dat zijn vader alleen in een kamertje zat te bidden, terwijl zijn moeder in een andere kamer aan het bellen was. Voorts blijkt hij 'Pop' te hebben ontmoet, een opa van zijn vader, die hij later op een oude foto herkent waar hij als jongeman op staat. Bovendien weet hij dat zijn moeder een kind heeft verloren, zonder dat zijn ouders hem dat ooit gezegd hebben, door een ontmoeting met zijn overleden zus.
Tenzij we dit hele boek willen afdoen als een handige, gewetenloze evangelisatiestunt, moeten we toegeven dat het een klassieke paranormale bijna-doodervaring beschrijft. Dit betekent zeker niet dat daarom ook alleen een christelijke interpretatie tot de mogelijkheden hoort en het (evangelische) christendom dus voortaan bewezen is. Een alternatieve interpretatie, die ik zelf aanhang, luidt dat mensen tijdens een verblijf in een geestelijk domein te maken kunnen krijgen met symbolische ervaringen zoals we die al kennen uit dromen en visioenen. Het kan gaan om persoonlijke symboliek, maar ook om 'archetypen' van een specifieke culturele of religieuze traditie of zelfs van de mensheid als geheel. Te midden van die symbolische ervaringen kan er wel degelijk ook sprake zijn van correcte waarnemingen van aardse gebeurtenissen en van daadwerkelijk contact met overledenen. Opmerkelijk genoeg levert dit boek zelf een aanwijzing voor de juistheid van deze alternatieve interpretatie. Colton blijkt te hebben gezien dat Jezus 'stiften' had, dat wil zeggen rode plekken die overeen zouden komen met de wonden die hij opliep tijdens zijn kruisweg. Deze plekken zaten onder andere op de handen van Coltons Christus. Uit onderzoek naar zogeheten gestigmatiseerden weet ik toevallig dat men bij kruisiging niet de handen maar de polsen van de veroordeelden doorboorde, omdat iemands handen anders meteen zouden uitscheuren aan het kruis. Indien iemand een visioen krijgt van wondtekenen op de handen van Jezus, moet dit daarom automatisch meer te maken hebben met een kerkelijke traditie dan met een historische kruisiging.

Titus Rivas

Deze recensie werd gepubliceerd in Terugkeer 23(3), herfst 2012, blz. 22-23.

Contact: titusrivas@hotmail.com