Titel

Miguel Angel Pertierra, een Spaanse NDE-onderzoeker

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 24 April, 2016)

Samenvatting

De KNO-arts en chirurg Miguel Angel Pertierra Quesada, verbonden aan een streekziekenhuis te Malaga, houdt zich intensief bezig met nabij-de-doodervaringen.


Tekst


Miguel Angel Pertierra, een Spaanse NDE-onderzoeker

door Titus Rivas

Het NDE-onderzoek staat in veel landen nog in de kinderschoenen. Als nabij-de-doodervaringen al serieus onderzocht worden, dan wil dit nog niet meteen zeggen dat men ook open staat voor 'onverklaarbare' aspecten van NDE's. In Spanje was dit voor zover ik weet zeldzaam, met als bekendste uitzondering wijlen Enrique Vila. Ik was dan ook blij verrast toen ik onlangs gewezen werd op het werk van de KNO-arts en chirurg Miguel Angel Pertierra Quesada, verbonden aan een streekziekenhuis te Malaga. In 2007 kreeg Pertierra zelf een verkeersongeval met zijn motor. Hij beleefde daarbij een NDE waarin hij onder meer een uittreding had en draaiende lichten en menselijke gestalten waarnam. Enige tijd later besloot hij zich te verdiepen in het onderwerp en NDE's van patiënten te verzamelen. In 2014 verscheen zijn boek La Ultima Puerta (De laatste deur of poort).

In dit boek komt Pertierra over als een echte wetenschapper die niets moet hebben van zweverigheid, maar wel erkent dat NDE's niet verklaard kunnen worden door middel van gangbare wetenschappelijke modellen . Hij bevestigt in een interview bovendien dat ook Spaanse NDE'ers getransformeerd worden door hun ervaring. Ze worden bijvoorbeeld minder materialistisch, voelen een grotere belangstelling en betrokkenheid bij anderen en kunnen voorspellende en genezende gaven vertonen. Voor de Engelse versie van het boek Wat een stervend brein niet kan heb ik op de valreep drie van de casussen uit La Ultima Puerta samengevat. Hier de essentie daarvan.

1. De pincet en de naalden
Een zwaarlijvige, rokende vrouw van middelbare leeftijd had last van haar luchtwegen. Ze had al dagen achter elkaar in ademnood verkeerd toen ze het ziekenhuis in Malaga binnen werd gebracht. Men concludeerde dat er iets in de weg zat en haar toestand was zo verontrustend dat ze binnen een paar minuten geopereerd moest worden. Hoe snel het team haar ook probeerde te helpen, ze kreeg toch een hartstilstand.
Pertierra legde in een paar seconden met een scalpel haar luchtpijp bloot. Hij vroeg vervolgens om een speciaal soort pincet. Dit ziet er van achteren uit als een soort schaar en aan de voorkant als een soort lange snavel van een vogel, maar dan met drie benen. Wanneer de benen open gaan creëren ze een opening die het mogelijk maakt een buis in te brengen waardoor de patiënt weer kan ademhalen. De arts slaagde erin de buis de luchtpijp in te leiden om de vrouw kunstmatig te beademen.
Daarmee was het probleem nog niet opgelost, want de patiënte bleek last te krijgen van een klaplong. Het team trachtte daarom de druk in haar borstkas te verminderen. Pertierra en een van de anesthesisten prikten speciale naalden in haar borstholte. De naalden die het best aangeschreven staan in zo'n situatie zijn oranje naalden met het nummer 14. Gelukkig kon zo de overtollige lucht uit haar borst worden gehaald, alsof je een luchtbed leeg liet lopen. De patiënte werd daarna nog een tijd in slaap gehouden om haar herstel te optimaliseren en onnodige pijn te voorkomen. Vervolgens werd ze overgebracht naar de Intensive Care. Toen de patiënte eenmaal bijgekomen was herhaalde ze bijna dwangmatig dat ze alle leden van het medische team gezien had, evenals 'het licht'. Enige tijd later ging Pertierra bij haar langs. Terwijl ze de beademingsbuis met tussenpozen met haar vinger afsloot om te kunnen spreken, zei ze tijdens het uitademen: “Dokter, ik kon u van buitenaf zien, ik heb u kunnen zien.” Enkele dagen later vertelde ze de arts dat ze tijdens haar ervaring opeens niet meer op de operatietafel lag maar zich achter Pertierra bevond.
Ze zei (vrije vertaling): “Ik zag hoe u uw arm uitstak en mijn hals van boven naar beneden opensneed met een scalpel. Later vroeg u iets, ik weet niet meer wat u zei, u noemde de naam ergens van. Ze maakten een kistje open en reikten u een raar soort schaar aan, die zich aan de onderkant in drie delen opende. U deed die schaar in het gat dat u in mijn hals gemaakt had en daar stopte u een witte buis van plastic in. Daarna sloot u me ergens op aan, een soort rubber, iets wat leek op die elektriciteitsbuizen waar de elektrische kabels doorheen lopen. [...] Ik zag mijn lichaam en ik hoorde allerlei geluiden van de monitoren. Jullie praatten met elkaar en luisterden naar mijn hart. Daarna vroegen jullie ergens om en jullie prikten in mij, met erg grote naalden die er aan de brede kant oranje uitzagen. Dat deed me het meeste pijn, dat was wel raar eigenlijk. Wat jullie verder nog deden, leek wel met iemand anders te gebeuren, maar dit gedeelte deed het meeste pijn.”
Uiteindelijk leek ze op te stijgen naar een licht, waarna ze ontwaakte op de intensive care. Volgens Pertierra konden haar waarnemingen niet op een normale manier verklaard worden. Hij vroeg haar dan ook of ze misschien iets van geneeskunde afwist, of anders of dit misschien gold voor een familielid van haar. Maar dat was zeker niet het geval. Wat de casus volgens Pertierra zo bijzonder maakt, is dat de patiënte zeer specialistische medische instrumenten heeft waargenomen, die bijna niemand buiten het vakgebied zelfs maar kan kennen. Daarbij kan ze niet hebben gehoord welke kleur de naalden hadden, omdat die kleur gewoon niet genoemd wordt in zo'n setting.
Overigens lijkt het erop dat ze tijdens het moment waarop ze extra veel pijn voelde, wel lichamelijke gewaarwordingen onderging. Maar dat verklaart voor Pertierra nog geenszins hoe ze in haar toestand correcte visuele indrukken kan hebben gekregen van onbekende medische hulpmiddelen. In dit opzicht lijkt de casus sterk op de Nederlandse casus van de Man met het gebit.

2. De 'Mayo'-schaar
Lang geleden raakte Pertierra betrokken bij de behandeling van een patiënt met ernstig overgewicht. De man moest geopereerd worden, maar het bleek heel moeilijk om een geschikte ader te vinden voor een plastic katheter waarmee hij zijn medicatie e.d. toegediend zou krijgen. Ook de kunstmatige beademing met behulp van een maskertje leverde problemen op omdat het zuurstofniveau te laag werd. Er was geen weg meer terug zodat men trachtte een buisje via de mond zijn luchtpijp in te leiden. De man had echter een relatief kleine mondopening en een grote tong zodat het bijna onmogelijk was om deze intubatie te laten slagen. Diverse anesthesiologen deden tevergeefs een poging hiertoe.
Pertierra was op dat moment in een andere ruimte bezig met de voorbereiding van een ingreep, toen een verpleegster zijn operatiekamer binnen liep en vroeg om een KNO-arts. Pertierra besloot met haar mee te gaan, terwijl de verpleegkundige hem vertelde dat men de patiënt niet had kunnen intuberen zodat hij er erg slecht aan toe was en inmiddels zelfs stervende was. De arts droeg op dat moment nog een apparaatje op zijn hoofd, een zogeheten medical headlight, bestaande uit een verstelbare plastic kroon die men om het hoofd plaatst met een lampje aan de voorkant.
Eenmaal bij de patiënt aangekomen voerde Pertierra in een mum van tijd de benodigde operatie uit. Enige tijd later bleek hij opnieuw te maken te krijgen met dezelfde patiënt, om de aangebrachte buis te vervangen. Toen hij dit eenmaal gedaan had, raakten ze aan de praat met elkaar. De patiënt vertelde Pertierra dat hij hem de eerste keer had gezien. Hij had de hele operatie van de zijkant gadegeslagen. Nadat de anesthesist de patiënt verteld had dat hij in slaap zou vallen, zag deze plotseling een groep mensen in het groen rond zijn lichaam staan. Hij hoorde het geluid van de monitoren en zag dat het team druk met hem bezig was.
De patiënt zei onder andere (vrije vertaling): “Ik zag hoe een van hen tegen een zuster zei dat ze iemand van de spoedeisende hulp of van de operatiekamer moesten inlichten en zij rende als de bliksem de kamer uit. Enkele seconden later kwam u binnen gelopen. Het viel me op hoe iedereen naar u keek, en ook dat u zo'n apparaatje op uw voorhoofd droeg en dat u vroeg om een scalpel en een “mayo”-schaar, geloof ik. Ik wist niet dat er een schaar voor elke maand bestond [mayo is Spaans voor mei], ook al was het eigenlijk niet eens mei toen dit allemaal gebeurde.”
Pertierra schrijft (vrije vertaling): “Ik denk dat het me aan te zien was, ik stond perplex. De zogeheten Mayo-schaar is een speciale chirurgische schaar die gekenmerkt wordt door zijn stevigheid en die we vooral gebruiken omdat hij aan het uiteinde gebogen is. De naam ervan heeft niets te maken met de maand mei.”
De patiënt vervolgde (vrije vertaling): “U bracht een hele grote buis bij mij naar binnen. Toen ik zag wat u in mijn hals wilde stoppen, dacht ik dat hij er niet in zou passen en het leek wel op die degenslikkers, die fakirs, maar in dit geval ging het dan om een rubberen buis.”

3. De assistent die onpasselijk werd
Een jongeman van in de twintig, raakte betrokken bij een ernstig verkeersongeluk. De man belandde op de Intensive Care met botbreuken en talloze interne verwondingen. Pertierra kwam met hem in aanraking, omdat de man geopereerd moest worden aan zijn luchtpijp, door middel van een zogeheten tracheostomie (hierbij wordt een opening in de luchtpijp gemaakt).
De arts werd aanvankelijk begeleid door een onervaren medisch assistent die dolgraag wou helpen bij de operatie. Toen deze assistent echter getuige werd van een hartstilstand van de patiënt, bleek hij daar niet goed tegen te kunnen. Hij moest dan ook vervangen worden door een andere assistent. De hartstilstand werd trouwens al snel verholpen. Wel moest men nog enkele tests bij hem uitvoeren alvorens de patiënt uiteindelijk geopereerd kon worden.
Enkele dagen later kreeg Pertierra het verzoek een buis te vervangen bij een patiënt die een tracheostomie had ondergaan. Het bleek om dezelfde jongeman te gaan. Hij was er inmiddels veel beter aan toe. Pertierra legde hem uit dat hij de buis die hij bij hem had ingebracht zou vervangen door een buis van ander materiaal en dat hij bovendien hechtingen van de operatie zou verwijderen. Toen de arts zijn werk had verricht, bewoog de patiënt zijn lippen om hem te bedanken. Vervolgens haalde Pertierra een hulpmiddel en hij legde de patiënt en zijn familie uit hoe hij daarmee de buis tijdelijk kon afsluiten om te kunnen praten.
Toen hij door had hoe het werkte, zei de patiënt tegen Pertierra (vrije vertaling): “U bent degene die de operatie aan mijn hals uitvoerde, niet waar? [...] Ik heb u gezien, toen ik de hartstilstand kreeg. U droeg groene chirurgenkleding en werd vergezeld door een erg jonge jongen. […] Ik bevond me naast u. Ik zag dat u een tafel vol scharen en hulpmiddelen tot uw beschikking had, die naar ik aanneem voor de operatie bestemd waren.
Ik vond het nogal vreemd dat u me niet zag. Ik ging zelfs voor u staan om te kijken of u me zag en dat was dus niet zo. Ik weet nog goed dat de jonge jongen bleek wegtrok toen ze me reanimeerden. Want ik zag op de monitor dat er geen hartslag meer te zien was, dus anders dan aan het begin. Men sloeg alarm. […] Ik twijfel er geen moment aan dat u dat was en ik kon zelfs zien hoe ze de tafel nadat alles klaargezet was, afdekten met een groene doek.”
Pertierra vindt het opmerkelijk dat alle details die de jongeman hem vertelde juist waren. Hij benadrukt dat geen enkel familielid de patiënt op de hoogte kon hebben gebracht van deze details. Op de Intensive Care was op dat moment verder ook alleen het medische team aanwezig geweest. Enkele dagen later moest Pertierra nog een laatste medische handeling bij deze patiënt uitvoeren. Daaraan voorafgaand vroeg hij de jongeman of hij nog wist wat hij gezien had en of hij zich misschien nog meer details had kunnen herinneren.
De man antwoordde (vrije vertaling): “Jazeker, en bovendien herinner ik me nog enkele bijzonderheden die ik graag bij u zou willen toetsen. Toen dat allemaal gebeurde, raakte u het maskertje van uw collega aan en u deed hem het masker af en zei dat hij eens rustig adem moest halen en moest gaan zitten.”
Ook dit bleek juist te zijn.

Bronnen
El viaje al más allá del Dr. Pertierra – Entrevista exclusiva.
Experiencias cercanas a la muerte por Miguel Ángel Pertierra.
– Pertierra, M.A. (2014). La Última Puerta. Experiencias Cercanas a La Muerte. Ediciones Oberón.
– Rivas, T., Dirven, & Smit, R.H. (2013). Wat een stervend brein niet kan. Leeuwarden: Elikser.
– Vila López, E. (2010). Yo vi la luz. Experiencias cercanas a la muerte en España. Absalon.

Contact: titusrivas@hotmail.com