Titel

Human Personality and Its Survival of Bodily Death (Recensie)

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 5 May, 2016)

Samenvatting

Boekbespreking door Titus Rivas van het klassieke werk "Human Personality and Its Survival of Bodily Death" van F.W.H. Myers.


Tekst


Boekbespreking
F.W.H. Myers. (2001). Human Personality and Its Survival of Bodily Death. Hampton Roads. ISBN 1-57174-238-7.

Serieus onderzoek naar een voortbestaan na de dood is zeker geen nieuw vakgebied; het wordt al meer dan een eeuw beoefend. Human Personality and Its Survival of Bodily Death van de Britse classicus F.W.H. (Frederic) Myers is een van de verhandelingen uit de beginperiode die ook nu nog van belang zijn. Het boek blijft hedendaagse onderzoekers nog steeds inspireren en in sommige recente werken zoals Irreducible Mind wordt dit ook met zoveel woorden toegegeven. De eerste druk van Human Personality kwam reeds in 1903 uit. Uitgeverij Hampton Roads besloot bijna een eeuw later een handzame nieuwe editie te publiceren die nog steeds verkrijgbaar is. Dat is een goed idee, omdat het gedachtegoed van Myers veel te onbekend is gebleven onder het grote publiek.
Wat maakt het boek nu zo belangrijk? Er zijn volgens mij zeker vergelijkbare vroege kwaliteitsboeken, bijvoorbeeld van de Italiaanse onderzoeker Ernesto Bozzano en de Franse astronoom Camille Flammarion die bij velen al even onbekend zijn. Binnen de oudere Engelstalige literatuur is het boek echter extra waardevol. Myers probeerde de stand van zaken van het hele vakgebied (met uitzondering van fysiek oftewel 'fysisch' mediumschap) in een theoretisch denkkader te vatten. Hij deed dit, anders dan anderen, zonder de voortbestaanshypothese alleen marginaal of zelfs helemaal niet serieus te nemen.
Myers was een van de vroege 'spiritisten' binnen de parapsychologie. Daarmee bedoelt men niet dat hij een kritiekloze aanhanger van het religieuze spiritisme was, maar dat hij de 'spiritistische' theorie onderschreef dat overledenen daadwerkelijk contact kunnen leggen met levenden.
Human Personality is zorgvuldig opgebouwd, en bevat veel beschrijvingen van psychologische en paranormale verschijnselen. Wat de psychologie betreft besteedt Myers aandacht aan fenomenen als suggestie, hypnose, meervoudige persoonlijkheid en hoogbegaafdheid. De paranormale verschijnselen worden door Myers in verband gebracht met het bestaan van een ziel. Reeds in zijn tijd werd een onreduceerbare psyche verworpen door veel mainstream wetenschappers.
De auteur biedt een overzicht van allerlei ervaringen die volgens hem onverenigbaar zijn met een materialistisch wereldbeeld. In sommige gevallen gaat het alleen om een beschrijving van de ervaarder zelf, maar meer dan eens blijkt er ook een verklaring van een getuige te zijn. De theorie dat alle paranormale ervaringen alleen te maken hebben met de geest van levenden omdat er nu eenmaal geen voortbestaan zou zijn, wordt door Myers zelfverzekerd verworpen. Hij stelt terecht dat vermogens zoals telepathie en helderziendheid zelf reeds wijzen op een – in ultieme zin – zelfstandige ziel die de dood zal overleven. Ook wijst hij bijvoorbeeld op casussen waarin iemand kort na zijn overlijden volkomen onverwachts contact zoekt met een nabestaande.
Er komt zelfs een bijna-doodervaring voor in Human Personality die anno 2015 nog regelmatig wordt aangehaald. Het gaat om de BDE van A.S. Wiltse uit Skiddy (Kansas). In 1889 leed Wiltse aan tyfus en hij raakte uiteindelijk in een comateuze toestand. Toen er vier uur achter elkaar geen pols- of hartslag waargenomen werd, leek de man klinisch dood te zijn. Desondanks kwam hij even later toch weer bij. Hij vertelde dat hij had gezien hoe zijn lichaam gescheiden werd van zijn geest. Het voelde alsof hij een soort kwal of zeepbel was. In die vorm viel hij zachtjes op de grond, maar hij kwam meteen daarna weer overeind als een volledige, maar doorschijnende gestalte en merkte toen dat hij dwars door mensen heen liep. Wiltse zag zijn lichaam geflankeerd door twee huilende vrouwen op een bank liggen. Hij beschreef later wat hij had waargenomen van de kamer en de toestand van zijn lichaam. Toen hij zijn verhaal gedaan had, vroeg Wiltse getuigen in hun eigen woorden te beschrijven in hoeverre zijn waarnemingen correct waren geweest. Wat hij had gezien kon inderdaad worden bevestigd door getuigen of in elk geval niet door hen worden weerlegd.

Titus Rivas

Dit artikel werd gepubliceerd in Terugkeer 26(3), herfst 2015, blz. 30-31 en Levenslicht 44, herfst 2015, blz. 20

Contact: titusrivas@hotmail.com